homilie op de 3e zondag in de Veertigdagentijd 8 maart 2015

wat klopt hier niet? Lees preek

wat klopt hier niet? Lees preek

Preek op de 3e zondag in de Veertigdagentijd op 7 maart in Willibrordkerk en 8 maart 2015 in Mariakerk
Schriftlezingen uit het wereldwijde r.k. leesrooster voor deze zondag: 1e lezing: Exodus 20:1-17 (Tien Geboden) 2e lezing: I Korinthiërs 1:22-25. Evangelie: Johannes 2:13-25

Lieve zusters en broeders, het valt mij elke keer op dat veel mensen blij zijn met dit verhaal over Jezus’ optreden in de tempel. Ik hoor dan: “Gelukkig werd Jezus ook wel een flink boos. Kijk maar hoe hij met een gesel het tempelplein schoonveegde”.
We vinden het kennelijk fijn dat die altijd vriendelijke en zachtmoedige Jezus ook een keer boos wordt. Anders lijkt het net alsof hij geen echt mens is.
We herkennen ons in zijn aanval van woede omdat we allemaal wel eens uit ons vel springen.
Maar klopt deze indruk wel? Springt Jezus echt uit zijn vel? Is dit een aanval van woede?
We moeten boosheid niet verwarren met verontwaardiging. Boosheid komt voort uit een gevoel van machteloosheid. Omdat je iets niet op een normale manier kunt oplossen, wordt je boosheid gewekt. Of omdat je je zin niet krijgt. Als het de druppel is die de emmer doet overlopen, ontplof je misschien zelfs.

Handelt Jezus hier uit een gevoel van onmacht? Zeker niet. Hij oefent hier macht uit. Hij veegt het tempelplein schoon. Jezus is niet boos. Hij oefent het gezag uit. Mensen vragen: “met welk recht doe je dit?”
Jezus was wel verontwaardigd. Maar dat is niet hetzelfde als boosheid.
Verontwaardigd is iemand die een misstand ziet, en die misstand aan de kaak stelt. Je gaat er zelf iets aan doen. Of je roept anderen op mee in verzet te komen.
Verontwaardigd ben je als je ziet dat een bepaalde waarde in jouw leven en in de maatschappij aangetast wordt. Verontwaardigd ben je als iets dat heilig is in jouw ogen, dreigt verkwanselt te worden.
Als je van boosheid uit je vel springt, weet je soms niet wat je doet. Maar iemand die verontwaardigd is, kan heel goed uitleggen waarom. Die weet ook wat hij doet.

Kijk maar naar Jezus. Als hij ziet dat het tempelplein een marktplaats is geworden, springt hij niet uit zijn vel. Hij begint niet met gebalde vuisten om zich heen te maaien. Nee, hij telt bij wijze van spreken tot tien. Of liever:  tot honderd.
Hoe weten we dat? Omdat hij eerst rustig een paar touwen pakt. En die touwen knoopt hij aan elkaar. Dat kostte best even tijd. Iedereen kon zien waar hij mee bezig was en iedereen kon zich uit de voeten maken. Pas dan veegt hij het plein schoon. Niet als een overvaller, maar als de heer van het huis die grote schoonmaak houdt.
Met deze actie laat Jezus zien dat de tempel en de dienst aan God hem heilig is.
Ik heb hier even bij stil gestaan omdat we ook in onszelf verontwaardiging en boosheid uit elkaar moeten houden. Voor onze boosheid schamen we ons vaak achteraf, voor onze verontwaardiging niet.

Maar was dat nou zo erg dat die handelaren daar dieren te koop aanboden? Die dieren waren toch nodig voor de offers op het tempelplein? Toen Jezus, veertig dagen oud, door Maria en Jozef naar de tempel werd gebracht, offerden ze toch ook een stel duiven.
En die geldwisselaars waren toch ook nodig vanwege de vele pelgrims die met vreemde valuta betaalden? Die waren inderdaad nodig. Daar tegen verzette Jezus zich niet, maar hij verzette zich er wel tegen dat de handel doorgedrongen was in het heiligdom zelf.
Het heiligdom is het huis van God, een huis van gebed, Gods woning onder de mensen. Daar moet je van af blijven. Dat mag geen handel worden. Want dan wordt de waarde ervan aangetast.

Ik hoor wel eens mensen zeggen die maar een paar uurtjes in Lourdes zijn geweest op weg van Spanje terug naar huis: “Lourdes vind ik niks. Al die winkeltjes met kaarsen, rozenkransen en beeldjes”. Nou, ik kan u verzekeren: op het enorme heiligdom van Lourdes wordt niets te koop aangeboden. Dat is allemaal in het stadje zelf. En natuurlijk willen pelgrims voor hun huisgenoten een souvenirtje mee nemen. Daar is niks mis mee.

Het Evangelie vandaag vertelt ons dat we de waarden in ons leven en in de wereld moeten respecteren. Jezus komt op voor de hoogste waarde. Hij komt op voor God.
God is voor Jezus het hoogste goed. Alle andere waarden in het mensenleven hangen van God af. Dat zien we ook in de Tien geboden.
God is de basis van alles. Want God is liefde. En liefde is de hoogste waarde in het leven. Als je die hoogste waarde aantast, tast dat alle andere waarden aan.

Die aantasting van waarden tref je op vele vlakken aan. Soms kost het tijd om die aantasting te ontmaskeren. We komen het tegen in onze economie.
Als mensen alleen maar beschouwd worden als consumenten en niet meer gezien worden als volwaardige burgers. Er wordt dan niet meer gekeken wat mensen nodig hebben voor hun bestaan. Er worden behoeften gekweekt.
Zelfs de overheid moedigt mensen aan om zoveel mogelijk te kopen omdat dat goed is voor de economie. Maar de mens is er niet voor de economie. De economie is er voor de mens. Het gaat hier om de waardigheid van de mens. Wij, mensen, zijn meer dan consumenten.

Of neem de zorg. Ooit heten ziekenhuis gasthuizen, hospitalen, waar het lot van zieken verzacht werd door mensen die er hun roeping in zagen voor lijdende mensen te zorgen. De waarde was toen barmhartigheid.
Nu is de zorg een industrie geworden waar de patiënt een onderdeel van is geworden. Nu door de financiële crisis bezuinigd moet worden in de zorg, komt de vraag naar voren:  waar gaat het nou eigenlijk om in de zorg: om winst te maken of om mensen te helpen. Natuurlijk komt er geld bij kijken, maar dat mag niet het hoofddoel zijn.

Ik denk ook aan sport, in het bijzonder voetbal. Een heel mooi spel. Maar als geld de overhand krijgt, wordt het voetbal aangetast.
Natuurlijk is er geld nodig, ook in de sport, maar als het de hoofdrol gaat spelen, keldert de waarde van het voetbal, je ziet de belangstelling afnemen, en je ziet het vandalisme toenemen.

Alles wat van waarde is moet steeds opnieuw veiliggesteld worden. Als een waarde in het leven door misbruik naar beneden wordt gehaald, is verontwaardiging op zijn plaats.
Dat vraagt niet om handelen uit blinde boosheid, maar bewuste, redelijke blootlegging van de corruptie van godsdienst, of van alles wat echt van waarde is in ons leven.

Jezus veegt met een zelfgemaakte gesel van aan elkaar geknoopte  touwen het tempelplein schoon. Het is een voorproef hoe hij straks met het offer van zijn leven een nieuwe tempel voor God zal oprichten.
Als de mensen voor straf en uit woede hem geselen op weg naar het kruis. Daar richt hij een nieuwe tempel voor God op door zijn eigen lichaam en bloed te geven voor alle mensen.
Nog nooit is God zo dicht bij ons gekomen. God als onvoorwaardelijke liefde. Het hoogste goed.
In deze veertigdagentijd staan we er extra bij stil hier hoe we God weer als hoogste goed ook in ons eigen hart kunnen toelaten. Hoe we dit huis en deze aarde weer als heilige grond ervaren. Amen

© Pastoor Martin Los

Homilie op de 2e zondag in de Veertigdagentijd 28 feb/1 maart 2015 Mariakerk en willibrordkerk

tabor2015Preek op de 2e zondag van de Veertigdagentijd. 28 februari Mariakerk en 1 maart 2015 Willibrordkerk

Voorgeschreven Schriftlezingen voor de Mis op deze zondag uit het wereldwijde lectionarium van de r.k. kerk: 1e lezing Genesis 22:1-2. 9a.10-13.15-18.
2e lezing Romeinen 8:31b-34 Evangelie: Marcus 9:2-10

Lieve broeders en zusters, daarboven op de berg openbaart Jezus zich aan drie van zijn leerlingen in zijn heerlijkheid. Het zijn niet toevallig dezelfde drie die later met de Heer in de hof van Gethsemane zijn.
Ik noem dit omdat we op weg zijn naar Pasen. Dat betekent dat we ook op weg zijn naar de Goede Vrijdag waarop Jezus in peilloze eenzaamheid stierf aan het kruis. Voordat hij gevangen genomen werd bad hij op de Olijfberg.
Dezelfde drie leerlingen waren toen ook bij hem. Telkens als hij naar hen terugkeerde vond hij hen in slaap. Ze waren moe. Moe van droefheid en angst vanwege de donkere wolken die zich boven hen samenpakten.
Hier op deze berg zijn er geen donkere wolken van gevaar, maar een zee van licht waarin hun Meester staat. Licht waarin hij staat en licht dat van hem uitgaat. Alsof hij helemaal doorschijnend is tot in zijn diepste wezen.

Ze zien hun Meester in gesprek met Mozes en Elia. De namen Mozes en Elia staan voor de Heilige Schrift, de Wet en de Profeten. Al die overgeleverde woorden, verhalen en voorschriften, die voor de meeste mensen onbegrijpelijk waren. Zelfs geleerde rabbijnen tastten vaak in het duister over de betekenis.
Ook wij hebben de grootste moeite om de teksten te begrijpen. Denk maar aan het verhaal van Abraham en Izaak dat we gehoord hebben. Beproeft God echt een mens zodat Hij hem uitdaagt zijn kind te offeren? En is dát echt geloof als je die uitdaging aangaat? Of moeten we veeleer kijken naar Izaak die zich van geen kwaad bewust láát binden?
Het was en is alsof er een waas over de Wet en de Profeten lag zoals bij een spiegel die beslagen is. We zien vaak alleen maar contouren.
Maar Jézus is daar op de berg in gesprek met hen. De waas is helemaal verdwenen. Ze bevatten voor hem geen geheimen. Nee, ze laten zien welke weg hij moet gaan om de betekenis van de Heilige Schrift duidelijk te maken. Jezus is de enige die de bedoeling van God’s woord helemaal verstaat. Hij is ook de enige die deze bedoeling kan uitleggen.
Dat is een hele troost voor iedereen – en wie is dat niet – die het gevoel heeft dat je moeite hebt de bijbel te begrijpen. Kijk naar Jezus, luister naar Jezus. Dan begrijp je.

Maar dat zal niet kunnen gaan zonder dat Jezus met zijn eigen leven de Schrift uitlegt en door zijn leven in de waagschaal te zetten.
Een bekende Engelse onliner luidt: If you don’t do the walk, don’t do the talk. Als je niet bereid bent zelf de weg te gaan van wat je anderen leert, houdt dan je praatjes maar achterwege. Jezus omgang met de Heilige Schrift is niet die van een studeerkamergeleerde die het leven zelf niet kent of van een propagandist die vol vuur predikt maar zijn handen niet vuil maakt aan zijn boodschap.
Met zijn eigen leven zal Jezus laten zien wat de betekenis is van de Wet en de Profeten. Ze komen in hem aan het licht. Juist doordat hij bereid is de weg tot het uiterste toe te gaan, de weg van de opoffering, de weg van het lijden omwille van de waarheid en de liefde.

De leerlingen willen dit moment vasthouden. Ze bieden aan tenten op te zetten voor Jezus, Mozes en Elia. Zouden ze een fototoestel hebben gehad, dan zouden ze dit tafereel misschien wel vast hebben willen leggen op een foto en meteen via Whatsapp of Facebook hebben willen versturen. Maar dat zou niet gelukt zijn. Waarom niet? Omdat de foto dan totaal overbelicht zou zijn geweest. Niets te zien, behalve wit.
Van tenten opzetten, om het moment vast te houden, komt het ook niet. Een wolk hult alles in dichte nevel. Maar de leerlingen hebben nu gezien wie Jezus is. Maar hij moet zijn weg nog gaan. Hij moet het nog gaan waarmaken. Hij wíl het gaan waarmaken vanwege zijn liefde tot God en zijn liefde tot de mensen. De leerlingen weten nu dat Jezus in zich Mozes en Elia verenigd. Hij is het woord van God zelf.
Daarom die stem: Dit is mijn geliefde Zoon, luistert naar hem. Ze moeten Jezus volgen. Hij is woord van God. Dan zullen ze gaan verstaan wat Gods weg is. De weg van waarheid en liefde.

Het zal geen gemakkelijke weg worden. Ze zullen vaak nog in het duister tasten. Vooral als de donker wolken van gevaar zich boven de hoofden van hun meester samenpakken op Goede Vrijdag. Ze vallen op de vooravond in slaap van droefheid, zo zwaar is het. Maar ze hébben gezien wie hij is.
Ze zullen dan ook gaan verstaan dat Jezus geen loser is als hij zijn kruis op zich neemt. Nee, hij brengt de Wet en de Profeten tot vervulling. Hij laat zien dat Gods liefde verder gaat dan alles. Dat ze sterker is dan het kwade en dood. Alleen als we dat begrijpen, kunnen we echt Pasen vieren.

Dat stelt aan ons de vraag of wij echte leerlingen van Jezus willen zijn. Durven we hem volgen? Met ons eigen leven?
Als christenen zijn we vaak als mensen die wel met de mond belijden, maar durven we ook ons geloof in de weg van Jezus in praktijk brengen?
Ook op ons is van toepassing, ook op mijzelf: if you don’t do the walk, don’t do the talk.  Als je niet bereid bent de weg zelf te gaan, houdt dan anderen niet voor wat ze moeten doen.

Maar we zijn toch geen van allen volmaakt? Nee, daar gaat het ook niet om. We hoeven niet volmaakt te zijn want Jezus schenkt ons zijn volmaaktheid. Hij overstelpt ons met zijn goddelijke liefde.
Waar het wel om gaat is dat we proberen in eigen leven ons geloof in praktijk te brengen. Ook al is het vaak met vallen en opstaan.
Als we in eigen leven met moeilijkheden worden geconfronteerd, laten we ons dan verleiden om ons vertrouwen op te zeggen in God?
Of zeggen we: God, ik begrijp U niet. Waarom overkomt mij dit alles. Ik kan me ook niet voorstellen, dat U hierin de hand hebt. Wees mij tot steun, nu ik niet weet hoe ik verder moet.
Of als een medemens iets in ons nadeel doet, schrijven we die ander dan meteen af? Of geven we de ander een nieuwe kans.
Beschouwen we alle kritiek op ons direct als aanval op onze persoon, of zijn we ook bereid te denken dat de ander het beste met ons voor heeft.
Jezus volgen betekent ernst maken met zijn weg van liefde en barmhartigheid. Niet terugschrikken als het ons iets kost.

Wanneer wij geloven in Jezus, dan wil dat zeggen dat Hij zichzelf aan ons geopenbaard heeft als het Licht der wereld. En dat God door de heilige Geest ons Jezus als zijn Zoon heeft aangewezen. Dan kan het niet anders of het verlangen leeft in ons om in zijn voetspoor te gaan. Ja, dan zal het zelfs voldoening geven omdat we zijn liefde des te meer ervaren als we naar Hem luisteren en ernaar leven. Dan zal ook de zekerheid van het geloof in ons groeien, de zekerheid waarmee de apostel zegt: “Wie of wat zal mij kunnen scheiden van de liefde van God?” Niets en niemand! Amen

Pastoor Martin Los