Tranen voorbij de douane

Op het vliegveld Lourdes/Tarbes sloot ik me aan bij de degenen die voor mij hun handbagage in de grijze plastic bakjes legden.
Een medewerker van de douane legde de mensen uit wat ze af moesten geven voor ze door de poortjes van de controle gingen.
Voor mij waren een man en vrouw aan de beurt die onbekend voor mij waren en niet tot onze groep behoorden. Was het een echtpaar? Ze zagen er in elk geval beide een beetje verfomfaaid uit.
Ze hadden moeite de beambte te begrijpen die alleen Frans sprak en verstond
Zijn irritatie over hun traagheid van begrip verbaasde me. Het maakte de man en vrouw onzeker. Ik had met hen te doen.

Ik stelde me voor hoe ze kort daarvoor in Lourdes nog gebeden hadden bij de grot.
Aan de twee plastic tassen te zien hadden ze inkopen gedaan bij de winkels in devotionalia.
Nog een paar uur dan zouden ze hun kinderen en kleinkinderen, familie en vrienden verrassen met kitscherige beeldjes, rozenkransen, en ander goedkoop spul.
Zo hoopten ze misschien bij hun thuiskomst hun sprakeloosheid over hun persoonlijke beleving van het wonder van Lourdes te vergoeden met tastbare herinneringen aan hun bezoek aan de grot van Massabiel. Dat is de plek waar eens het eenvoudige meisje Bernadette Soubirou een verschijning van Maria ontving die tot op de dag van vandaag tot de verbeelding van talloze mensen spreekt, gelovig of niet.

Naast de twee lichtgroene plastic tassen hadden de man en de vrouw beiden een handkoffer bij zich.
De vrouw was een paar keer zichtbaar ineengekrompen bij de strenge manier waarop de beambte haar benaderde. Ze hadden toch niet misdaan? Waarom werden ze zo kortaf en ongeduldig behandeld?
Was dit de dank aan mensen die helemaal naar Lourdes gekomen waren om zich een keer in hun leven te mogen laven aan de bron van Gods liefde en genade? Misschien hadden ze al hun spaarcentjes hadden uitgegeven om de reis van hun leven te maken.

Ik verloor hen even uit het oog, omdat ik zelf aan de beurt was.
Ik plaatste mijn kleine koffertje in het plastic bakje op de rolbank.
Mijn jasje met sleutels, telefoon, muntstukken legde ik ook en een bakje.
Daarbij mijn riem vanwege de ijzeren gesp.
Mijn schoenen ook met gesp mocht ik tot mijn verbazing aan houden.
Ik verbaasde me dat de beambte die zoeven zo streng was geweest, nu zo vriendelijk deed.
Na de gebruikelijke vraag of ik een laptop of Ipad in mijn koffertje had, mocht ik mijn bakjes met mijn spullen doorschuiven over de rollers naar de eigenlijke controle.

Zo kwam ik weer aan bij de man en de vrouw. De man ging net door de controleport.
Vier medewerkers stonden klaar om te fouilleren. Een vorm van ambtelijke overkill.
Intussen werd de vrouw weer onderworpen aan een ondervraging door een volgende beambte.
Hij vroeg aan de vrouw wat er in haar koffertje zat.
Ze keek hem smekend aan.
Hij schudde zijn hoofd en wees naar de poortje waarin de bagage gescand werd.
Kennelijk had de vrouw in met gebaren gevraagd of de koffer niet door het poortje hoefde.
Ik zag aan de beambte dat hij een vergrijp op het spoor was, als een hond die een spoor te pakken heeft.
Eindelijk weer eens een opleving in dit saaie bestaan op een vliegveld waar nooit iets gebeurt.

Met haar schouders omlaag waardoor de jas die ze aanhad, er nog armoediger uitzag, liep de vrouw voorbij het poortje waar op hetzelfde moment haar koffertje doorging.
De volgende beambte, gewaarschuwd, door zijn voorganger, gebaarde aan de vrouw dat ze het koffertje moest openen.
Op dat ogenblik moest ik zelf door het poortje met de groene en rode lichtjes en de piep die in mijn geval uitbleef ondanks de stalen gespen.
Het viertal maakte geen aanstalten mij te fouilleren. Ik mocht gewoon doorlopen.

Ik liep naar de band met de plastic bakjes waarop mijn spullen lagen die door de scan waren gegaan.
De vrouw had haar koffertje geopend.
De beambte haalde een kledingstuk dat bovenop de inhoud lag weg.
Daar lagen op een rij vier plastic voorraadflessen met water.
Bijna triomfantelijk pakte de beambte één van de flessen met de onzichtbare vloeistof en hield deze omhoog.
Arme vrouw. Iedereen schudde zijn hoofd.
Iedereen weet toch dat je geen vloeistof in je handbagage mag meenemen.
Elke reisleider zegt dat toch tegen zijn groep. Het staat toch in elke reisgids.
Het staat toch in de hal van het vliegveld te lezen? Wat een kansloze onderneming.
Inwendig was ik ook een beetje boos op haar. Hoe dom kun je zijn.
Maar gevoelens met medelijden kregen al gauw weer de overhand.
Ik deed mijn riem aan en ik trok mijn colbertjasje weer aan.
Daarna keek ik of achter mij al medepelgrims aankwamen.
Even stond ik zo in gedachten.
Toen trok ik het handvat van mijn rolkoffertje omhoog en liep weg van de controle.

Het was een goed moment om even de TaxFreeShop door te lopen om iets uit te zoeken voor thuis na zes dagen afwezigheid.
Het werd een flesje licht gele geurige vloeistof, eau de toilette.
Wat voor flesjes met vloeistof je na de controle koopt is geen probleem.
Nadat ik had afgerekend en de winkel uitliep, zeg ik de vrouw weer.
Ze zat ineengekrompen op een bankje.
De man was nergens te bekennen. Schaamde hij zich voor haar?
Het werd me duidelijk dat ze geen echtpaar waren, maar gewoon medepelgrims die met hetzelfde vliegtuig reisden en toevallig achter elkaar bij de controle hadden gestaan.
Voor de vrouw op de bank stond een andere vrouw die zich over haar ontfermd had.
Haar schouders schokten. Over haar wangen stroomden tranen.
Ik zag in haar ogen ongeloof. Wat had ze toch misdaan, zag ik haar denken.
Natuurlijk wist ze wel dat je geen vloeistof mee het vliegtuig in mag nemen in je handbagage.
Dat weet toch iedereen.
Maar water van de bron in Lourdes valt toch niet onder die bepaling? Dat is toch een heel ander verhaal?
Je blaast een vliegtuig toch niet op met het water uit de bron bij Onze Lieve Vrouw van Lourdes? Dat water bevat is zegen voor iedereen.

“God verzamelt al uw tranen in zijn kruik” ging het door mij heen. Ik herinnerde het mij uit één van de Psalmen, drieduizend jaar geleden geschreven.
De tranen van de vrouw waren niet in een kruik als ontoelaatbare vloeistof binnengesmokkeld.
Ze waren gewoon in haarzelf door de douane gekomen.

Stilletjes vroeg ik aan Maria of ze deze vrouw haar smadelijke afgang wilde vergoeden met een extra voorspraak bij de Lieve Heer om zegen en geluk voor haar en allen voor wie ze het water uit de bron had willen meenemen.
Gelukkig hoeft ons hart niet door de scan. Het is bekend bij God.

© Martin Los

Eén gedachte over “Tranen voorbij de douane

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.