De Verrijzenis dringt zich niet op

Homilie 1e Paasdag 9 april 2023 Houten

De eerste reacties op het lege graf op de Paasmorgen zijn heel verschillend. De nieuwe werkelijkheid, wat hier is geschied, dringt maar langzaam door. Voor dag en dauw komt Maria Magdalena bij het graf aan 1). Ze ziet dat de zware steen is weggerold. Ze kan maar één conclusie trekken: de bewakers waren er met het lichaam van Jezus vandoor gegaan. Wij zouden precies hetzelfde gereageerd hebben.
Maria Magdalena was één van de vrouwen die voor voedsel en onderdak voor Jezus en zijn leerlingen gezorgd had op zijn reis. Een onopvallende rol, maar heel belangrijk en onmisbaar. Vandaag staat zij in het zonnetje omdat zij als eerste –  op de eerste dag van de week, deze dag – ontdekt dat het graf leeg is. Nadat zij de leerlingen op de hoogte heeft gebracht van haar ontsteltenis, ontmoet zij de verrezen Heer zelf. Ze denkt dat hij de tuinman is. Ze vraagt of hij misschien weet waar ze haar Heer naar toe hebben gebracht. Als hij dan haar naam noemt ‘ Maria’ weet ze dat het de Heer is.
Om die bijzondere rol, dat ze als eerste bij het lege graf aan kwam en dat ze als eerste Jezus als de verrezen Heer ontmoette – ze was overigens ook bij de kruisiging aanwezig en bij de graflegging –  om die reden gaven de kerkvaders haar de titel ‘apostel der apostelen’. Dus apostel in de overtreffende trap. Haar feestdag is 22 juli. Het is geen wonder dat degenen die opkomen voor een grotere rol van vrouwen in de kerk wijzen op de prominente plaats van Maria Magdalena in het leven van Jezus. Zij hebben een sterke troef in handen.
Nadat Maria de leerlingen heeft ingelicht over de steen die was weggerold, gaan Petrus en Johannes haastig naar de plek. Johannes, de leerling die Jezus liefhad en tijdens de maaltijden aan zijn borst lag. En Petrus die door Jezus aangewezen was als voorman van de leerlingen. Is Johannes een stuk jonger dan Petrus, dat hij eerder aankomt bij het graf? Of gaf de liefde voor Jezus Johannes vleugels? Was Petrus al wat ouder en was hij een beetje stram aan het worden? Of voelde hij nu de Heer niet meer bij hen was  de verantwoordelijkheid op zijn schouders liggen en was hij daardoor af en toe wat achter adem? Wie zal het zeggen. Misschien mogen we uit dit opmerkelijke detail van het Paasevangelie opmaken, dat in de kerk het niet aan gezag kan ontbreken, maar dat de liefde altijd voorop moet gaan. Johannes werpt een blik in het graf en ziet het linnen liggen waarin Jezus was gewikkeld geweest. Dat geeft hem te denken. Het lichaam van Jezus is dus kennelijk niet geroofd. Rovers zijn immers juist uit op het kostbare linnen. Hier begint de verwondering. Maar Johannes laat uit hoffelijkheid aan Petrus de eer om als eerste het graf te betreden. Petrus gaat naar binnen en ziet de doek die het gelaat van Jezus bedekt had, netjes opgerold. Zo gaan rovers zeker niet te werk. Zo zien we dat van Maria Magdalena via Johannes naar Petrus er steeds een tipje van de sluier wordt opgelicht. De verrijzenis dringt zich niet op. De geest wordt er rijp voor gemaakt.
Van Johannes horen we “dat hij zag en geloofde”. Uiteindelijk is dat de bedoeling van de apostel Johannes die die Evangelie opgeschreven heeft: dat wij zoals hij zouden geloven. Geloven in de verrijzenis van Jezus. Dat de Heer leeft.
God heeft rechtgesproken. Zijn knecht heeft hij in ere hersteld en meer dan dat. Hij heeft hem bevorderd tot de hemelse heerlijkheid. Alles draaide om de vraag of Jezus de Messias, de Zoon van God was. Een openbaar showproces had Jezus tot het kruis veroordeeld zodat hij als een misdadiger stierf. Maar degene die het laatste oordeel heeft is God, de Vader. Hij heeft zijn Zoon opgewekt uit de dood en hem gezet aan zijn rechterhand. Dit is de werkelijkheid die voor het geloof geopenbaard is.
Daarom schrijft Paulus in zijn brief aan de Colossenzen: “broeders en zusters, als gij dan met Christus ten leven gewekt zijt, zoekt wat boven is, daar waar Christus zetelt aan de rechterhand van God” 2)
Pasen nodigt ons uit om te geloven in de verrijzenis van Jezus, de Zoon van God. Pasen nodigt ons uit om binnen te gaan in dit mysterie van het geloof.
Ieder in zijn eigen tempo en ieder op haar eigen manier zoals Maria Magdalena, Johannes en Petrus en al die anderen door gevolgd zijn. Allen voor wie het geloof in de verrijzenis de poort opent naar een bestaan vol hoop. Wat ons ook overkomt, wat er in de wereld ook gebeurt, hoeveel crises we meemaken, we zijn Paasmensen. Daarom vatten we altijd moed. Daarom zien we altijd lichtpuntjes. Daarom zien we altijd kans om hulp te bieden in de nood. Door het geloof in de verrijzenis zijn we mensen van de eerste dag. De dag van de Heer. Deze dag. Die is het startpunt voor ons dagelijks leven. Het geloof in de vrijheid van Gods kinderen.  Daarom wensen we elkaar een Zalig Pasen. Amen

Martin Los, pastoor-emeritus



Pinksteren, Feest van de Liefde: eenheid in verscheidenheid

Preek op het feest van Pinksteren 5 juni 2022 Culemborg

Er gaat geen dag voorbij of de Heilige Geest is werkzaam in de kerk, in de wereld en in ons eigen leven. Als we bidden, als we door onze levenswijze ons geloof doorgeven, als we proberen te leven in het spoor van Jezus, als we ons als actieve leden van de kerk als vrijwilliger inzetten, dan is dat allemaal teken van de Heilige Geest die in en door ons werkt. De apostel Paulus zegt: ‘Niemand kan zeggen “Jezus is de Heer” dan door de Heilige Geest’ 2).
Zonder de Heilige Geest zouden we nu niet hier bijeen zijn om eucharistie te vieren als leden van het ene lichaam van Christus dat de kerk is. Door de Heilige Geest gaan het bijzondere en het gewone samen. Op zo’n manier dat het bijzondere gewoon is en het gewone bijzonder.
De Heilige Geest zorgt voor eenheid in de kerk en Hij zorgt tegelijk voor verscheidenheid. ‘Er zijn verschillende gaven, maar slechts één Geest” zegt Paulus even verderop. “Er zijn vele vormen van dienstverlening, maar slechts één Heer. Er is slechts één God die alles in allen tot stand brengt”. Zo was het, zo is het en zo zal het blijven.
Paulus had in zijn tijd te maken met een groep christenen die claimden bijzondere kennis en inzichten te beschikken van geestelijke zaken. Ze klopten zich op de borst omdat zij bijzondere geloofservaringen hadden. Ze vonden dat ze daardoor een streepje voor hadden boven anderen. Anderen hadden daardoor het gevoel dat zij niet meetelden. Dat waren bijvoorbeeld christenen die zich inzetten voor voedselverdeling onder de armen. Omgekeerd waren er andere christen die erg in de weer waren met de naaste in nood. Die vonden daardoor vonden dat degenen die zich bezig hielden met de liturgie en met gebed zich onvoldoende inspanden.
“Nee” zegt Paulus” zo moeten we niet met elkaar omgaan. Het is één Heilige Geest die allen inspireert en aan het werk zet”. Ieder lid van de kerk heeft zijn eigen gaven, iedereen moet zijn verantwoordelijkheid nemen. Samen zijn we dat ene lichaam van Christus met zijn vele leden, dat bezield wordt door de ene Heilige Geest. Door de diversiteit die er is aan gelovigen en aan gaven, kunnen we elkaar verrijken en versterken. Als we verschillen op de spits gaan drijven dan valt de boel uiteen.
Het zal u opgevallen zijn dat in onze moderne maatschappij ook veel te doen over diversiteit. Mensen van allerlei kleur, afkomst, taal, geaardheid moeten hen eigenheid kunnen ontwikkelen. Dat is een hele uitdaging. Maar we moeten tegelijk ook kijken hoe we de saamhorigheid en de eenheid in de maatschappij kunnen bevorderen. Wanneer iedereen alleen maar op komt voor zijn eigenheid  voelt iedereen zich alleen maar tekort gedaan. Dan zijn er alleen maar verliezers. Maar als we ons afvragen hoe we de anderen kunnen dienen met onze eigen identiteit, dan kan de rijkdom van een samenleving aan het licht komen. De vraag is dan: “gunnen we elkaar ook de ruimte? Zien we alleen maar strijd om de eigen identiteit en het eigen gelijk, of zien we in de ander een medeschepsel, een kind van God, die haar of zijn eigen bijdrage levert aan de gemeenschap. Zou het niet de bedoeling zijn dat we als kerk, geroepen uit alle volkeren, naties en talen daarin een oefenplaats en een voorbeeld zijn?
Het was de grote verwondering en de grote vreugde op het eerste Pinksterfeest dat mensen van alle rassen en talen de blijde boodschap verstonden alsof er geen verschillen waren 1). Die blijde boodschap was en is dat Jezus is verrezen uit de dood. Dat Hij door het offer van zijn leven de zonden van de mensen heeft uitgewist. Dat God zich met de mensen met elkaar verzoend heeft. Dat mensen de vrede van God zouden mogen ervaren in eigen hart en met elkaar.
Die boodschap verstond iedereen daar in Jeruzalem. Toen is de kerk geboren die deze boodschap door alle tijden en in de hele wereld mag verkondigen als bron van vrede en geluk. Dat is het werk van de Heilige Geest. Eenheid in verscheidenheid.
Toen de verrezen Heer aan zijn leerlingen verscheen was zijn eerste woord: “Vrede zij jullie” 3). Waar Jezus verschijnt als de levende Heer daar is vrede. “Ontvang de heilige Geest” zei hij “en hij blies op hen”. De Heilige Geest is direct een gevolg van en de gave van het geloof in de verrezen Heer. Dat hij altijd bij ons is. Niet alleen op hele bijzondere momenten of in bijzondere ervaringen, maar ook in ons gewone dagelijks leven, in de liefde en zorg voor elkaar, in het gebed, in de gemeenschapsviering. Als we het gewone als bijzonder  beleven, dan zullen we het bijzondere ook gewoon vinden.
“Wiens zonden gij vergeeft die zijn ze vergeven” zegt Jezus. Daar begint het. Bij die schone lei. Dat er onderling gewoon vrede is. Eenheid en gemeenschap. Dat we elkaar gunnen dat ieder zijn eigen gave heeft.
Nog steeds vinden veel mensen dat alleen God zonden kan vergeven. En dat is ook eigenlijk zo. Maar dank zij de Heilige Geest mag de kerk zonden vergeven. En mogen we steeds een nieuw begin met elkaar maken. Want God en mensen zijn één in de gemeenschap van de Heilige Geest. Niet voor niets begint elke viering met de vredegroet: de genade van onze Heer Jezus Christus, de liefde van God en de gemeenschap van de Heilige Geest zij met u allen. Dat is geen formaliteit. Dat is formidabel. Amen

Martin Los pr
lezingen op Pinksteren volgens het r.k. lectionarium voor zon- en feestdagen
2) Handelingen der apostelen 2:1-11
1) Korintiërs 12:3b-7,12-13
3) Evangelie: Johannes 20:19-12