Homilie op 1e Paasdag 2013

Preek op de 1e Paasdag 31 maart 2013 in de kerk van Onze Lieve Vrouw ten Hemelopneming De Meern.
Bij het Evangelie van de verrijzenis Johannes 20:1-9. Er werden drie al wat oudere kinderen gedoopt.

Ik heb hier in mijn hand een groot ei. In een ei zit een kuiken dat nog niet uitgekomen is.
We weten niet wat zo’n kuiken in een ei voelt. Een kuiken in een ei leeft. Het hart klopt. Het groeit.
Zou zo’n kuiken zich prettig voelen in het ei? Ik denk het wel. Het heeft alles wat het hartje begeert. Voedsel, geborgenheid. Alles. Het is er wel donker, maar het kuiken weet niet beter. Het denkt dat dat gewoon is

Stel dat we tegen het kuiken in het ei konden praten. Stel dat we konden zeggen: “kuiken, wil jij eruit komen?” Zou het dan zeggen: “graag?”
Ik denk het  niet. Het zit eigenlijk in een enorme prettige “comfortzone” zoals we dat tegenwoordig noemen.

Stel dat we dan zouden zeggen: “Maar het is hier buiten heel bijzonder. Je ziet hier de mooiste kleuren” dan zou het kuiken antwoorden: “kleuren? Ik weet niet was dat zijn. Kun je die eten?
Stel dat we zouden zeggen: “hierbuiten zijn allemaal kuikens net als jij, kom, dan kun je samen spelen”.
Dan zou het kuiken antwoorden: “spelen. Wat is dat voor iets? Kun je dat ook eten? Trouwens, er zijn geen andere kuikens, want ik ben alleen op de wereld. Voel maar.”

Zo zou het gesprekje nog wel een tijdje door kunnen gaan. Het zou niks helpen. Want het kuiken in zijn ei, gelooft niet dat er buiten de gesloten wereld van zijn ei nog iets.
Als het later uit zijn ei komt, dan is het door de warmte van de broedende kloek. Dus toch iets van buiten. Iets dat groter is.

Lijken wij menseneigenlijk niet een beetje op dat kuiken?
We leven allemaal in een wereld die net zo gesloten is als een ei.
Die wereld lijkt wel onmetelijk groot. Een heelal. Maar het is toch als een enorm ei om ons heen. Voor het kuiken is het ei ook onmetelijk groot want het heeft geen begin en geen einde. Het is helemaal rond.

We kunnen ons deze gesloten wereld niet anders voorstellen dan zoals ie is.
Een wereld met oorlog en geweld zoals in Syrië. Een wereld waarin mensen dood gaan door ongelukken, ziekte, ouderdom. Een wereld waarin de sterksten het voor het zeggen lijken te hebben, en er met de buit van doorgaan. Een wereld waarin je je afvraagt of het wel zin heeft je in te zetten voor het goede. Een wereld waarin God afwezig lijkt.

Stel dat er iemand tegen het grote ei van onze wereld zou kloppen, en dat we een stem zouden horen die zei: “mensen, willen jullie naar buiten komen?“
Ik denk dat de meesten zouden zeggen:”Er is helemaal niks buiten deze wereld?”

Maar op dit Paasfeest vieren we dat er een gat geslagen is in het grote ei van de wereld om ons heen.
Er klopt iets niet meer dat de wereld om ons heen zoals die is, alles is.
Vroeg in de morgen gaan vrouwen naar het graf van Jezus, om zijn dode lichaam te verzorgen en te balsemen zodat het nog heel lang mooi en gaaf zal blijven. Dan kunnen ze bij zijn graf met tranen in de ogen dromen van wat een goed mens hij was en wat een mooie dingen hij had gezegd.

Maar als ze aankomen bij het graf is de zware steen weggerold en ze zien dat het graf leeg is. En even later vragen twee engelen aan de vrouwen: waarom zoek je hem die leeft bij de doden? Hij is hier niet”.

De vrouwen kunnen hun ogen en oren niet geloven. Ze halen de leerlingen erbij. En ook die begrijpen het eerst helemaal niet. Maar dan begint het tot hen door te dringen: Jezus is verrezen. De Heer leeft.

Als kuikens die uit hun ei kruipen, komen de leerlingen naar buiten uit een wereld waarin het kwade en de dood het laatste woord hebben.
Ze treden in een nieuwe wereld binnen. De wereld waarin de liefde van God het laatste woord heeft. Want hij heeft Jezus uit de dood opgewekt.
God heeft Jezus gelijk gegeven, Jezus die vertrouwde op Gods liefde, ook al moest hij daarvoor het kwade ondergaan van de haat van de mensen en zijn dood aan het kruis.

Sindsdien verkondigen wij, christenen, aan de hele wereld: mensen, wordt wakker. Ook al lijkt het zo. Het kwade heeft niet het laatste woord over ons leven. De dood is niet het einde. Het heeft zin om elkaar lief te hebben. Het heeft zin om steeds weer op te staan uit onrecht en tegenslagen.

Er is altijd reden tot hoop. “Wordt wakker. Sta op. Er is een nieuwe wereld aangebroken. Een wereld die begint bij de dood en verrijzenis van Jezus Christus”.
Jezus is als een licht dat ons voorgaat vanuit de duisternis van de oude wereld in die nieuwe wereld in. Daarom zien we als gelovigen altijd lichtpunten. We zijn altijd hoopvol en blij.
En daarom wensen we elkaar allemaal een Zalig Pasen. Amen

Pastoor Martin Los

Homilie in de Paaswake in de nacht van 30 maart 2013

Preek in de Paaswake 30 maart 2013 O.l.V. ten Hemelopnemingkerk te De Meern.
Het Evangelie was Lukas 24:1-12. Er werden twee volwassenen gedoopt.

Lieve zusters en broeders, de vrouwen die op weg waren gegaan naar het graf om het lichaam van Jezus liefdevol te verzorgen en te balsemen, konden hun ogen niet geloven toen ze de zware steen voor het graf zagen weggerold. Ze wisten niet wat ze zagen. Het lichaam van Jezus was weg.

Hoe zouden ze met hun menselijk verstand en met hun menselijke ervaring ooit hebben kunnen concluderen op grond van het lege graf dat Jezus was opgestaan? Dat de dood niet langer het eindstation was, maar doorgang naar het eeuwige leven?
Gelukkig krijgen ze hulp. Twee engelen verlichten hun verstand met de ontnuchterende vraag: “wat zoeken jullie de levende bij de doden?”

Die vraag doet meteen een beroep op hun geloof in Jezus. Ze hadden toch tijdens zijn leven ontdekt dat hij anders was dan alle mensen. En ze hadden toch hem hun vertrouwen en liefde geschonken, omdat hij hun harten vervulden met hoop op een andere wereld.
Hij had toch voor hen God tot een tastbare werkelijkheid gemaakt. Hij had hen toch Gods barmhartigheid en liefde laten voelen en genieten?
Dat kon toch niet voorgoed voorbij zijn?
“Hij is hier niet. Hij is verrezen!”  horen ze.
Langzaam maar onstuitbaar dringt het tot hen door hier iets ongelofelijks gebeurd is. En dat zij daar deel van uit maken.

Woorden die Jezus tijdens zijn leven tot het gesproken heeft over lijden en sterven beginnen plotseling opnieuw tot hen te spreken. Woorden die ze in hun hart bewaard hebben.
Wat ze toen niet begrepen, begint hen nu te dagen. Wat ze nu meemaken, heeft Jezus hen eigenlijk al vele malen geprobeerd uit te leggen.

Eigenlijk hadden ze niet eens naar het graf hoeven te gaan, om te weten dat ze hem daar niet zouden vinden. De Heer had het hen zelf verteld dat hij de dood geen macht over hem had. Hij had hen zelf beloofd dat hij op een nieuwe manier voor altijd bij hen zou zijn.
Het is dus niet alleen het lege graf dat voor de vrouwen bewijst dat Jezus is verrezen. Het is in de eerste plaats hijzelf en wat hij hen geleerd heeft waardoor hen de ogen opengaan.
Het geloof in de verrijzenis is dus niet los verkrijgbaar.
Stel je voor dat er iemand een foto had gemaakt van het lege graf. Stel je voor dat wij die foto aan iedereen konden laten zien. Zouden de mensen dan tot overal gaan geloven in de verrijzenis?

Nee, eerst is nodig dat iemand Jezus zelf leert kennen. Zich laat raken door zijn woorden. En ermee aan de slag gaat als een manier van leven.
Dan ga je ervaren dat zijn woorden vol leven zijn. Dan groeit in je het besef, dat Jezus de levende is die de dood heeft overwonnen. Niet alleen voor zichzelf, maar voor alle mensen.

Het was geen nieuwsgierigheid waardoor de vrouwen naar het graf gingen op de Paasmorgen.
Het was liefde voor hem, liefde die hen ertoe bracht om naar zijn graf te gaan om zijn lichaam te balsemen zodat ze het nog lang zouden kunnen koesteren telkens als ze naar het graf gingen.
Het is diezelfde liefde voor hem en voor alles wat hij voor hen betekende die hen de ogen doet opengaan voor het ongelofelijke nieuws dat hij verrezen is en dat hij leeft.
Ze hoeven zijn lichaam niet nu te balsemen en te koesteren: ze hebben zijn woorden en zijn beloften. Ze hebben de dingen die hij hen geleerd heeft en die hij hen heeft voorgedaan.  Overal zal hij bij hen zijn.
In alles wat ze in zijn naam persoonlijk doen, maar ook als ze samenkomen om de eucharistie te vieren zoals hij hen heeft opgedragen.

Geloof in de verrijzenis gaat voor ons, christenen, altijd samen met liefde tot Jezus en persoonlijk geloof in hem.
En we krijgen als geschenk daarvoor niet alleen geloof in zijn verrijzenis, maar ook dat zijn leven doorwerkt in ons eigen leven. We worden als het ware op hem geënt.

Het eeuwig leven, het leven in verbondenheid met Jezus, gaat ook ons eigen leven vervullen. Door geloof, hoop en liefde hebben we hier en nu al deel aan de verrijzenis, aan een leven waar het kwade en de dood niet meer het laatste woord over hebben.

Dat is het verhaal van onze doop. Dat we één geworden zijn met Jezus Christus. En als we één geworden zijn met Jezus, dan zijn we dat ook doordat we mogen delen in zijn verrijzenis. En dat we dat nu al mogen ervaren omdat we anders aankijken tegen onszelf en de wereld om ons heen.

Daarom hebben we altijd reden tot vreugde en blijdschap. Vreugde is wat we zelf voelen en kracht geeft. Blijdschap is wat uit heel ons doen en laten blijkt, en wat anderen dus zien. We worden dus zelf getuigen van de verrezen Heer.
Misschien waren we dat wat uit het oog verloren door teleurstelling in de kerk, in anderen, of in ons zelf. Maar ook daaruit mogen we opstaan en opnieuw beginnen.

Onze nieuwe paus Franciscus is daar een voorbeeld van, hoe we plotseling dat nieuwe begin kunnen ervaren. Door zijn blijdschap, zijn eenvoud, zijn hartelijkheid lijkt er een nieuwe impuls aan de kerk te worden gegeven waarvan we allemaal mogen genieten.

Paus Johannes Paulus was de man die kerk en wereld in zijn tijd nieuwe hoop gaf en we beleefde dat door het afbreken van de Berlijnse muur en wegvallen van het ijzeren gordijn.
Zijn opvolger, de overige paus Benedictus, was de man van het geloof en hij was onvermoeibaar bezig om te laten zien dat geloof niet dwaas is, maar dat er alle reden is om hartelijke het christelijke geloof te omarmen.
De nieuwe paus, Franciscus lijkt in de korte tijd dat we hem kennen alle nadruk te leggen op liefde, direct in de praktijk.
Zo vertegenwoordigen de laatste drie pausen de grote christelijke deugden van hoop, geloof en liefde die wij allen ontvangen door ons doopsel

Na de hoop en het geloof is het inderdaad misschien nu wel liefde die de wereld het hardst nodig heeft.
Laten wij dan door ons geloof in de verrezen Heer zelf die liefde praktiseren. Daardoor zal hij ons des te meer aan zich binden. Daardoor zullen we zelf des te meer de vreugde van het Paasgeloof ervaren. En daardoor zullen we ook de ogen van anderen openen voor het geheim van de verrijzenis. Misschien is de wereld daar al veelmeer klaar voor dan we denken. Amen

Pastoor  Martin Los