Preek op het hoogfeest van Petrus en Paulus
op 28 juni 2014 19.00u in de H.Willibrordkerk Vleuten,
29 juni Klooster Huize Alenvelt Vleuten 8.30u
en Mariakerk De Meern 10.00u
Lezingen volgens het voorgeschreven universele lectionarium van de r.k. kerk:
1e lezing Handelingen der Apostelen 12:1-11;
2e lezing 2e brief van de h. apostel Paulus aan Timotheus $;6-8, 17-18. Evangelie: Matttheus 16:13-19
Lieve zusters en broeders, de lezingen van dit feest geven ons een blik in het leven en werken van de twee grote apostelen die we vandaag gedenken. Van heel weinig mensen die zo lang geleden leefden, is het levensverhaal bekend. En van nog veel minder mensen hebben we persoonlijke brieven in handen. Maar kennen als christenen het levensverhaal van de beide apostelen Petrus en Paulus en zelfs brieven van hen. Daar mogen we best trots op zijn.
Petrus en Paulus zijn geen legendarische figuren die oprijzen uit de mist van het verleden. We kennen hen beiden als mensen van vlees en bloed, met hun sterke kanten en hun gebreken. Daarom eren wij hen niet alleen vol dankbaarheid en respect, maar we herkennen ons ook in hen als medegelovigen en medevoorgangers.
Het is Petrus én Paulus samen. Ze zijn onafscheidelijk. De twee apostelen vertegenwoordigen beiden iets dat heel belangrijk is voor de kerk en het geloof. Niet alleen toen, maar ook nu.
Petrus vertegenwoordigt de twaalf apostelen die door Jezus tijdens zijn leven op aarde geroepen zijn.
Paulus is pas later geroepen. Hij heeft zelfs nog meegedaan aan de vervolging van de kerk en was zelfs betrokken bij de dood van de eerste geloofsgetuige H.. Stefanus. Paulus werd geroepen door de verrezen Heer.
Daar kunnen we al meteen iets van leren. De kerk bestaat uit mensen die er bij wijze van spreken altijd bij gehoord hebben en er in geboren zijn. En de kerk bestaat ook uit hen die later bewust tot geloof zijn gekomen en van buiten de traditie komen.
Maar beiden zijn één in geloof en broeders en zusters van elkaar.
Petrus heeft Paulus geaccepteerd, en niet alleen als medegelovige, maar ook als medeapostel. Hij had kunnen zeggen: “Paulus, ik accepteer jou niet als iemand die iets zinnigs over Jezus Christus zegt, want alleen wij hebben hem echt gekend”. Of “het is mooi dat jij nu ook Christus erkent, maar je hebt ons eerst vervolgtd dus als je met ons mee wilt doen, moet je maar achteraan aansluiten”.
Maar Petrus accepteerde integendeel volledig het gezag van Paulus. En ook Paulus stootte niet als vurige bekeerling Petrus de kroon van het hoofd, maar hij aanvaardde volledig het gezag van de eerste onder de apostelen aanvaarde.
Dit is niet alleen een historische vaststelling. Het is tegelijk een voorbeeld van hoe wij elkaar in de kerk als gelovigen moeten aanvaarden en respecteren. Degene die altijd al christen was kan niet tegen nieuwe gelovigen zeggen: “verbeeld je maar niets, jij komt pas kijken”. En degene die pas tot geloof gekomen is en vervuld van enthousiasme mag niet zeggen tegen degene die zijn leven lang al gelooft: “nou, jij ben ook niet bepaald het voorbeeld van iemand die met hart en ziel gelooft”. Bij allebei moet de schok van de herkenning overheersen die je beiden door Christus geroepen bent en allebei op eigen manier iets mag bijdragen aan het geloof van de kerk.
Petrus staat voor de levende traditie. Hij verkondigde de blijde boodschap onder de Joden tot wie hijzelf behoorde. Paulus verkondigde de blijde boodschap onder talloze niet-Joden. Hij was er dag en nacht mee bezig hoe de blijde boodschap ook mensen kon bereiken die nog nooit van God of van Jezus gehoord hadden.
We herkennen onmiddellijk dat dit ook de taak van de geloofsgemeenschap in onze tijd is. We moeten niet alleen binnenkerkelijk gericht zijn op behoud en voortzetting van de traditie voor hen die daarmee opgegroeid en vertrouwd zijn. Maar we moeten evenzeer gericht zijn op de grote menigte mensen buiten de kerk. In onze tijd meer dan ooit.
We moeten weer een missionaire kerk worden. We zijn niet alleen kerk voor onszelf, en we hebben niet allen het geloof ontvangen voor onszelf. We hebben iets in handen gekregen dat we alle mensen gunnen. Daarvoor is nodig dat we niet alleen gericht zijn op de liturgie in de kerk. We moeten met zijn allen veel meer bezig zijn met de vraag: “hoe kunnen we de talloze niet gelovigen bereiken met de prachtige boodschap van Gods liefde die we in Jezus Christus hebben leren kennen en die we samen mogen delen?”
Als je toch bedenkt dat Paulus voor de gigantische opdracht stond om de blijde boodschap te verkondigen onder een ongelovige wereld die nog nooit van de levende God en van Christus gehoord hadden. Als hij er niet voor terug schrok, waarom zouden wij daar dan van denken dat het onbegonnen werk is?
Het is mooi dat we afgelopen zondag in de open lucht, in het Maximapark zichtbaar voor iedereen een feestelijke Mis hebben gehouden. Het was prachtig weer. Er waren ca 650 mensen. 450 zaten op stoelen en 200 honderd voornamelijk gezinnen met kinderen zaten op het gras. Het heeft zelfs de voorkant van het ADUN gehaald.
We mogen fier zijn op ons katholiek geloof. Het is echt een prachtig geloof. We mogen er voor uit komen dat we een bron hebben waaruit we leven en die ons niet teleurstelt. De vraag is doen we dat?
Bij de gezamenlijke doopvoorbereiding zitten we vaak met een grote groep ouders. Natuurlijk rijst dan de vraag:”waarom laten jullie je kind dopen?” Ik zeg er dan bij. Ik vraag jullie niet naar een kerkelijk correct antwoord, niet een antwoord waarvan je denkt dat de pastoor dat wel tevreden mee zal zijn. Het gaat erom, als iemand op je werk vraagt of temidden van je kennissen: waarom laat jij je kind dopen? wat antwoord je dan?” Het is dan heel boeiend om te horen dat de meeste ouders een inspirerend antwoord geven. En ik ben ervan overtuigd als de ouders ook echt zo met hun kennissen en collega’s durven praten dat velen deuren voor het geloof open zullen gaan. Want als mensen door zo’n gesprek er achter komen dat hun collega of bekende waarmee ze optrekken en die in hun ogen een goed en integer mens is die met beide benen op de grond staat, een christen is, zullen ze daar zeker over nadenken.
We vieren vandaag de grote apostelen Petrus én Paulus, twee pijlers van de kerk. Niet om bewonderd en bewierookt te worden – al verdienen ze dat zeker – maar om ons te inspireren trouw te blijven aan het geloof, trouw aan Jezus Christus. De één was haantje de voorste, maar verloochende ook zijn Meester toen de haan driemaal kraaide. De ander eerst een vervolger van het geloof, maar daarna de meest enthousiaste pleitbezorger. Niets menselijks was hen vreemd. Beiden hebben ze tot het eind hun geloof bewaard. Beiden kostte het hun leven. Beiden zijn ze bevorderd tot de hemelse heerlijkheid. Zo blijven ze voor ons allen tot betrouwbare gidsen en wegwijzers, ook in onze tijd. Amen
pastoor M. Los