Homilie op de 14 zondag door het jaar in de Willibrordkerk Vleuten 5/6 juli 2014

Preek op de 14e zondag door het jaar in de kerk van H. Willibrord Vleuten in het weekend van 5 en 6 juli 2014
lezingen op deze 14 reguliere zondag door het jaar volgens het wereldwijde r.k leesrooster: 1e lezing Zacharia 9:9-10. 2e lezing Romeinen 8:9.11-13 Evangelie: Mattheus 11:25-30

Lieve zusters en broeders, veel psychologen beschouwen geloof als iets voor mensen die in een kinderlijke fase zijn blijven steken. Freud was de eerste die dit zo openlijk formuleerde. Om echt een mondig en volwassen mens te zijn, moest je elke vorm van geloof afleggen. Er lijkt dan nog slechts één geloof toegestaan:  geloof als mens in jezelf.
Bij de voorloper van Facebook en Twitter, Hyves – inmiddels ter ziele gegaan – , kon je ook je “religie” invullen. Opvallend was het aantal jonge mensen die invulden: geen, in geloof alleen in mezelf.

We zien ook in de politiek een hele sterke stroming die geloof beschouwt als een stadium dat we achter ons hebben. Privé mag je er nog wel geloof op na houden, maar net als het roken van een sigaret mag het niet meer in de openbare ruimte. Zo kijken veel mensen in onze tijd aan tegen geloof: iets dat past bij onvolwassen mensen, maar niet bij ontwikkelde.

Wordt die gedachte eigenlijk niet gevoed door wat Jezus in het Evangelie van deze zondag zegt? “Ik loof U, Vader, heer van hemel en aarde, omdat ge deze dingen verborgen hebt gehouden voor wijzen en verstandigen, maar ze hebt geopenbaard aan kinderen”.
Erkent Jezus zelf niet dat geloof een houvast en steun is voor mensen die nog niet op eigen benen kunnen staan? Kinderen?
Nee, Jezus viert hier zijn visie dat geloof een wonder is, en dat iedereen die gelooft een wonder is, een wonder van God.
Een buitengewone grote vreugde maakt zich van Jezus meester als hij ziet dat om zich heen in mensen het geloof begint te ontkiemen.

Stel je voor dat mensen alleen op grond van hun intelligentie tot geloof in God konden komen. Stel je voor dat je alleen op grond van een religieuze aanleg tot geloof in God zou komen.  In onze dagen wordt zelfs beweerd dat bepalend is of je een religieus gen in je DNA hebt, het godgen. Dát zou droevig zijn!
Maar Jezus heeft juist eenvoudige mensen geroepen om hem te volgen, vissers en handwerkslieden. Zelfs mensen op wie heel wat aan te merken was. Allemaal mannen vrouwen waar de religieuze leiders en leraren niet over peinsden om daar energie in te steken. Met hen waagde Jezus het om te laten zien dat geloof niet afhankelijk is van onze kennis, of ons gebrek aan kennis. Het geloof is een geschenk van God die het hart van een mens raakt.

Jezus heeft eenvoudige mensen geraakt met zijn verkondiging over de liefde van God en de vrijheid van Gods kinderen. Er ontwaakt iets in hen. Jezus ziet het gebeuren zoals een tuinder die in de aarde gezaaid heeft, en na een aantal nachten ziet hij op een morgen de eerste groene puntjes uit de aarde opkomen. De mensen zijn geraakt door de boodschap van Jezus. Ze zijn God gaan ervaren als een levende werkelijkheid, als een bron van hoop en geloof.
Jezus verheugt zich daar buitengewoon over. Hij dankt de hemelse Vader daarvoor: “Ik loof u vader”. Want zelfs Jezus kan níet een knopje in mensen omdraaien waardoor zij gelovig worden.
Hij kan mensen raken door zijn woord en zijn persoon. Maar vervolgens is het iets tussen elke mens en God. Tussen een mens die in vrijheid zijn hart opent voor God, en God zelf die de gave van het geloof schenkt. Hij is het die hen de ogen opent voor Jezus als de Zoon van God. En door dát geloof zegt God de Vader tegen elk mens: ‘je bent mijn kind!”
Jezus verheugt zich geweldig over dat wonder. Elk mens die geraakt door God begint te geloven, is een wonder.

Overal en telkens opnieuw worden mannen en vrouwen geraakt door de boodschap en de persoon van Jezus. Ze gaan zichzelf ontdekken als een kind van God. Niet op grond van hun eigen prestatie, maar als een nieuwe geboorte, een nieuwe manier van leven en kijken.
Dat gebeurt ook vandaag. Het gebeurt ook in een samenleving die van mening is dat geloof achterhaald is. Juist deze tijd laat zien dat geloof een gave van God is. Ook nu kloppen mensen aan bij ons met de boodschap dat ze geraakt zijn door God. Dat ze meer willen weten. En dat ze het samen met ons willen delen.
Na de vakantie gaat de geloofscursus weer beginnen. Een aantal personen heeft zich al aangemeld. En zij zullen ook met Pasen het doopsel der volwassenen ontvangen. Ik wil u vragen om mensen in uw eigen omgeving daarop attent te maken. Zie het parochieblad.

Er zijn dus twee mogelijkheden. Of nog steeds zijn er mensen zo onontwikkeld en kinderachtig om het geloof te omarmen, en zoveel domheid zou je in deze tijd toch eigenlijk niet meer mogen verwachten. Of het geloof is helemaal geen achterhaalde zaak, maar een geschenk van God, een teken dat hij inderdaad de levende God is.

Geloof is in onze tijd niet meer vanzelfsprekend. We kunnen daarom treuren. Maar je kunt het zien ook als een kans. Want nu kan des te duidelijker worden wat echt geloof is én wat karikatuur en bijgeloof.
Als mensen, met name ook jongeren, antwoorden op de vraag of ze geloven “Nee. Alleen in mezelf” komt dat ook omdat ze een karikatuur van geloof hebben meegemaakt. Geloof als angstig makend, niets mag, alleen maar beperking. Terwijl echt geloof bevrijdend. positief, ja-tegen-het-leven-zeggend is
Kerk en geloof zijn als een schip dat af en toe in het dok moet om alle aangroeisels, koralen en mosselen  die de vaart belemmeren en die de kiel roestig maken, af te bikken. Pas dan kan het schip weer een nieuwe vaart beginnen.

En bovendien ontdekken we zo weer dat het geloof echt een geschenk is. Iets waarover we ons alleen maar geweldig kunnen verwonderen en verheugen dat het ons geschonken is.

We zullen het daardoor des te meer koesteren en door niets en niemand ons laten ontnemen. Als je weet dat je een diamant in je hand hebt, en iemand loopt voorbij en zegt: “gooi dat weg dat stukje waardeloze glas” dan houd je het des te steviger in je hand omdat het zo kostbaar is.

Geloof is geen fopspeen voor mensen die het leven niet aandurven. Het is een bron van vreugde, vitaliteit en van edelmoedigheid. “Mijn juk is zacht en mijn last is licht” zegt Jezus. Dat wil zeggen: mijn boodschap en mijn leer zijn reden tot grote vreugde.

Tot slot nog even dat ideaal van moderne jonge mensen dat je in jezelf moet geloven. Geloven in jezelf, we gunnen het iedereen van harte. Maar is ook dat geloof in jezelf niet beter af als je in God gelooft? Geloven in jezelf zonder God, is een tamelijke eenzame onderneming. Maar ook als je in God gelooft, mag je geloven in jezelf. Ja, juist als je in God gelooft, mag je geloven in jezelf.

Geloof in jezelf is dan geen tragische onderneming. Het is een zaak van grote vreugde, want je mag dan in jezelf geloven als een kind van God. De Geest van God getuigt mét onze eigen geest dat wij kinderen van God zijn.
Jezus klapt daarbij in zijn handen. En wij zeggen: danken U, Jezus, Amen.

(c) pastoor Martin Los