Preek op de 22e zondag door het jaar op zaterdag en zondag 30/31 augustus 2014 in de kerk van O.L.V. ten Hemelopneming De Meern en de H. Willibrordkerk Vleuten
Naar aanleiding van de schriftlezingen volgens het wereldwijde r.k. leesrooster voor de Mis op deze zondag: 1e lezing Jeremia 20:7-9; 2e lezing Romeinen 12:1-2; Evangelie Matteus 16:21-27
Lieve zusters en broeders, we voelen ons aangesproken als Jezus zegt: “wie mijn volgeling wil zijn, moet mij volgen door zichzelf te verloochenen en zijn kruis op te nemen”. We voelen ons aangesproken omdat we niets liever willen dan Jezus volgen.
Maar “jezelf verloochenen” stuit dat ons niet tegen de borst? Het gaat helemaal in tegen ons moderne levensgevoel. Opvoeding en onderwijs zijn erop gericht dat we onszelf ontwikkelen.
We worden aangespoord de kansen te grijpen die zich voordoen om ons te ontplooien. We moeten genieten. Als je niet gelukkig bent, zo horen we van alle kanten, dan ligt dat aan jezelf.
Staat dat niet haaks op de oproep van Jezus om “onszelf te verloochenen”?
We hebben als christenen soms het gevoel in een spagaat te zitten. Aan de ene kant leren we onszelf en onze kinderen zich te ontplooien. We streven geluk na. Maar aan de andere kant voelen we ons schuldig want betekent jezelf ontplooien niet “jezelf voorop stellen”. En betekent gelukkig zijn niet dat je eigenlijk je roeping als christen te kort doet omdat die inhoudt dat je jezelf niet voorop stelt??
Dit zijn heel belangrijke vragen. Belangrijk voor onszelf, belangrijk voor onze persoonlijke integriteit. Zijn we eerlijk tegenover onszelf en tegenover onze omgeving als we aan de ene kant genieten en aan de andere kant vinden dat we ons eigenlijk van alles zouden moeten ontzeggen, onszelf “verloochenen” zoals Jezus ons voorhoudt, in het bijzonder de leuke dingen?
Deze vraag is ook van levensbelang voor de toekomst van geloof en kerk. Want als wijzelf en onze omgeving het gevoel hebben dat goed christen-zijn én van het leven genieten twee houdingen zijn die met elkaar botsen, dan verliezen we onze geloofwaardigheid.
Men zal ons zien als mensen die bang zijn voor het leven en van de uitdagingen en kansen die het leven biedt. Mensen die van twee walletjes eten. Wat voor blijde boodschap hebben we dan aan onze medemensen nog te bieden? Dan moeten we ons er niet over verbazen dat de kerk nog meer van haar aantrekkingskracht verliest.
Bestaat de kerk echt uit angstige mensen die bang zijn voor het leven? Mensen die bang zijn voor straf van God. We prediken dan dat God liefde is, maar in wezen zijn we bang voor Hem. Is dat echt zo?
Of zijn we als kinderen van God juist bevrijd van alle angst? Stralen we vrijheid en kracht uit? Stralen we levensmoed en levensvreugde uit ómdat we geloven en ómdat we volgelingen zijn van Jezus?
Dat is de vraag die op ons afkomt in het Evangelie van vandaag en in ons eigen leven.
Als we echt volgelingen van Jezus willen zijn, dan moeten we ook in deze kwestie eerst naar Hem luisteren. Laten we dat nu eerst doen.
Jezus vertelt in het Evangelie aan zijn leerlingen dat Hij naar Jeruzalem moest gaat en dat Hij veel moest lijden van de kant van de religieuze leiders. Maar dat hij zal opstaan op de derde dag.
De vraag is of Jezus met dit plan en met dit vooruitzicht zichzelf te kort doet? Vergooit Jezus al zijn talenten? Vlucht Jezus voor het leven met al zijn kansen?
Dat is wat Petrus denkt: “Dat verhoede God, Heer. Dat mag u nooit overkomen!”
Petrus denkt dat Jezus “nee” zegt tegen de enorme kansen die ervoor de Meester liggen om het rijk van God te stichten in Jeruzalem. Zonde van zo’n prachtmens.
De reactie van Jezus is snoeihard: “ga weg achter mij Satan!”
Voor de eerste maal spreekt Jezus uit wat het doel van zijn leven is, zijn leven offeren om Gods onmetelijke liefde te laten zien. En onmiddellijk reageert iemand die Hem het meest na staat, Petrus: “Dat verhoede God!”
Het is onwetendheid van Petrus. Maar in die de reactie van Petrus voelt Jezus de negatieve kracht die hem af willen houden van zijn roeping. De splijtzwam tussen God en mens. De advocaat van de duivel. De stem die zegt: Jezus, je vergooit je leven, je zegt “nee” tegen het leven met zijn kansen als je offers brengt en jezelf verloochent!”
Zegt de Heer ”nee” tegen het leven? Is Hij bang voor het leven, bang voor God? Nee, Hij zegt “ja” tegen God die Hij boven alles lief heeft. God, die Hem de opdracht gegeven heeft om liefde voor God en mensen boven alles te stellen. Als het moet, is Hij bereid het offer van zijn leven te brengen om de mensen terug te brengen bij God en net zo gelukkig te maken als Hijzelf is. Is dat niet de hoogste taak die er is?
Als volgelingen kíjken we naar de Meester. Wie zien aan Hem dat zijn zelfverloochening niet betekent “nee” zeggen tegen het leven, maar “ja” tegen God, “ja” tegen Gods liefde voor de mensen.
Ziet u wat dat wil zeggen voor ons? Zelfverloochening is dus heel wat anders dan angstig “nee” zeggen tegen het avontuur van het leven. “Ons kruis op ons nemen” is heel wat anders dan de mooie dingen van het leven afwijzen, onszelf geen geluk gunnen.
Zelfverloochening betekent voor ons, christenen, “ja” zeggen tegen de weg van Jezus.
We vergooien onze talenten niet. Ben je gek! We ontplooien ze in de liefde tot Jezus en de weg die wij met Hem gaan. Zelfverloochening betekent niet: je van alles ontzeggen, hoe meer, hoe beter. Nee, het betekent: je leven zien in relatie tot Jezus. Hoe kunnen wij Hem dienen met onze talenten.
We trekken geen vies gezicht bij de gedacht aan genot. We genieten van alles waarin we de boodschap van Jezus in praktijk mogen brengen. Met of zonder biertje in de hand, om zo te zeggen.
Paus Franciscus die zoveel levensblijheid uitstraalt, vergelijkt graag een christenen met een keeper. De doelman weet dat de bal steeds van alle kanten kan komen. Hij is niet bang omdat de bal van alle kanten kan komen. Hij is juist voorbereid en vrij om te bal elk moment uit de lucht te plukken.
Zo mogen wij als christenen alle kansen aangrijpen om te laten zien dat we genieten en dat we gelukkig zijn als we kunnen doen wat in de geest van Jezus en van het Evangelie is.
Op elk moment zeggen we dan “ja” tegen het leven. Dan zijn we niet ongelukkig, maar gelukkig met ons geloof. Dan zijn we geen mensen aan wie schuldgevoel knaagt, schuldgevoel dat onze energie doet weglekken. Dan zijn we als kinderen van God herkenbaar aan onze levensvreugde, spontaniteit en liefde.
Lieve broeders en zusters, we hoeven de idealen van onze tijd niet af te wijzen. Ook wij beamen het verlangen naar zelfontplooiing en naar geluk. Maar dan niet als doel in zichzelf. Dan worden we alleen uiteindelijk maar ongelukkig en concurrenten en vijanden van elkaar. Zelfontplooiing komt het meest tot zijn recht als we met al onze talenten God mogen dienen in zijn liefde en genade. En het hoogste geluk vinden we erin als we ook maar iets op Jezus mogen lijken in zijn onbaatzuchtige liefde voor de mensen.
Laten we als christenen in deze tijd niet zuchten over de crisis van geloof en kerk. Laten we de kracht voelen van het Evangelie van onze Heer.
Laten we aan Jezus zelf vragen: “Heer, laat ons u van harte mogen dienen. Laat ons daarin het geluk proeven van een zinvol en vruchtbaar leven. Laat ons niet wegvluchten voor de opdracht om u met hart en ziel te dienen. Doorstroom ons met uw kracht. Maak uw kerk in deze tijd opnieuw tot baken van levensvreugde en hoop voor alle mensen. Amen”.
Martin Los, pastoor