Het beurtbalkje

CJpcRQ9UMAAcAIR

Het Beurtbalkje zonder reclame

Het beurtbalkje

Of je nou in Nederland verblijft of op vakantie bent in Hongarije, grexit of niet achtervolgt ons allemaal. Maar het gewone leven gaat door met de afleiding waar het alledaagse vol van is. Het was me opgevallen dat in Hongarije op het platteland vrijwel geen reclame te zien is. Dus ook geen opzichtige borden met Supermarkt na 500 meter rechtsaf. Lastig in een vreemde stad waar je de weg niet weet en de taal niet kent. Het dorpje waar we verblijven houden is te klein voor een super. De enige super in het volgende grotere dorp is om onduidelijke redenen gesloten. Waar vind je in de dichtstbijzijnde stad de supermarkt? En op tijd? Want het is zaterdagmiddag en op zondag zijn alle winkels gesloten. Onze zoektocht duurt niet lang. Na de eerste rotonde zien we een Spar. Het complex met meerdere kleine winkels lijdt aan achterstallig onderhoud. In het boodschappenkarretje past uiteindelijk een muntstuk van 20 Forint. Binnen vinden we alles wat we nodig hebben voor de maaltijden. Het kost tijd. Maar in de supermarkt leer je veel van een ander land. Aan de hand van de levensmiddelen en producten waarmee de vakken gevuld zijn.

In de rij voor de kassa valt me plotseling iets op. Naast de lopende band liggen rode balkjes. Net als bij ons die driehoekige dingen die je op de band legt tussen de aankopen van de klant voor je en die van je zelf. Ineens bedenk dat ik geen idee heb hoe zo’n supermarktkassarequisiet heet. Ik maak een foto om er later via een tweet achter te komen hoe het voorwerp genoemd wordt. In het rode balkje zit een gleuf. Een gleuf is om iets in te doen. In dit geval een kaart met een reclameboodschap. Maar in deze gleufjes zit helemaal niets. Hebben Hongaren een hekel aan reclame? Er waren al opvallend weinig reclameborden te zien in de omgeving. Wordt er belasting op reclame geheven? Is deze uiting van ondernemerschap not done? Of zijn deze balkjes gewoon uit de tijd en worden er geen passende kaartjes meer gemaakt?

Terug op het vakantieadres zend ik een tweet met de foto en de opmerking “Opvallend weinig reclame op Hongaarse platteland. Zelfs de gleuf in de #hoenoemjedateigenlijk is ongebruikt”. Met bij Twitterpassende snelheid antwoorden allerlei volgers “zoiets heet een beurtbalkje”. Ik spreek het woord een paar keer luid en fluisterend uit. Ik proef de alliteratie alsof ik bellenblaas. Die bevalt me. Maar ik huiver toch een moment bij de gedachte dat ik straks tegen de kassiere thuis zeg: “wil je de beurtbalkjes even doorschuiven?” Zo’n braafste jongetje van de klas gevoel. Wie bedenkt zoiets. Móet echt alles een naam hebben?
Een twittervriend vulde aan: “Er is een wedstrijd uitgeschreven ooit. Beurtbalkje heeft gewonnen”. Gewonnen? Dan zijn er ook verliezers? Wie zijn die verliezers? Ik probeer me in te leven in de verliezers. Klantenwig. Hmm, heeft wel “bite”. Een plankje dat een wig drijft tussen opdringerige klanten. Klantmaatje klinkt natuurlijk vriendelijker. Iets strenger: separator. Scheider. Waarom niet? Perforator vind niemand vreemd. Toch liever iets verbindends. Bandblokje? Herinnert aan de lopende band, aan de band tussen de klanten die in de rij voor de kassa staan. Én aan de reclame erop. Het reclameblokje tussen de boodschappen door. Eigenlijk hoort deze winnaar te zijn: boodschappenblokje. Het blokje met reclameboodschappen tussen de boodschappen door. Beurtbalkje lijkt teveel op huilebalkje. Mocht hij daarom winnen?

“Beurtbalkje was ook onderdeel van de Inburgeringscursus” twitterde iemand. Zucht. Hoe bestaat het? Ik pak al sinds de magistrale uitvinding ervan deze balkjes of blokjes op en leg ze tussen de boodschappen van mij en de andere klanten neer zonder ook maar één keer me te hebben afgevraagd hoe zo’n ding heet. Maar mensen die eerst lange tijd, soms jaren, in de rij moesten staan om medeburger van ons land te worden, lopen de kans niet gewoon net als ik in de rij voor de kassa in de supermarkt te mogen staan als ze teveel dingen als beurtbalkje niet weten. Beurtbalkje als struikelblok. “Je zult geen struikelblok voor een blinde leggen” zegt de Eeuwige bij monde van Mozes.

Over struikelblok gesproken. In de spanning rond grexit zocht ik wat afleiding in het gewone leven. Ik vond het in de rij voor de kassa in Hongarije. Een land, gastvrij voor mij, waarvan het parlement deze week besloten heeft een kilometerslange hoge muur te bouwen aan één van zijn grenzen om asielzoekers tegen te houden. De rest van Europa weigert hen namelijk op te nemen. Nee toch? Ik hoop dat de muur er nooit komt. Het zou één slechte reclame zijn voor dit mooie aardige land zonder schreeuwerige reclame. Laten we van beurtbalkjes geen struikelblokken maken. Laten we van struikelblokken beurtbalkjes maken. Mooi met zijn allen gewoon in de rij voor de kassa, met beurtbalkjes, ongeacht wie of wat we zijn. Dus ook geen grexit of welke exit dan ook.

(c) Martin Los juli 2015

Homilie op de 14e zondag door het jaar 4 juli Willibrordkerk (Vleuten) en 5 juli Mariakerk (De Meern) 2015

Aside

Preek op de 14e zondag door het jaar

Voorgeschreven lezingen voor deze zondag uit het universele lectionarium van de r.k. kerk. 1e lezing Ezechiël 2:2-5; 2e lezing 2 Korinthiërs 12:7-10; Evangelie Marcus 6:1-6

tourdefrance2015Lieve broeders en zusters, heel Utrecht is dit weekend in de ban van de Tour de France. Ons dorp is bijna van de wereld afgesloten omdat vandaag de Tourkaravaan door De Meern trekt.
Het is fascinerend hoeveel aandacht een honderdtal wielrenners krijgt. Iedere renner heeft natuurlijk zijn eigen persoonlijke verhaal.
Wat brengt een jongeman ertoe om de sport te beoefenen? Het vergt veel kracht. Het is vol gevaar. Geld speelt een enorme rol. En velen konden op den duur de verleiding niet weerstaan om met hun lichaam te gaan sjoemelen.

In interviews zullen de renners meestal niet het achterste van hun tong laten zien. In hoeverre spelt bijvoorbeeld jaloezie een rol bij de renners? Alle aandacht gaat uit naar degene die als winnaar over de streep gaat. Nummer twee is meteen vergeten.
We kunnen ons voorstellen, dat de roem die de winnaar verwerft, bij de nummers twee en drie en verder, soms leidt tot jaloezie: “waarom krijgt hij alle aandacht. Ik zat toch maar een honderdste van eens seconde achter hem?”
Hetzelfde geldt in de ploegen. Er kan maar één de kopman zijn. De anderen zijn de knechten, hoewel ze misschien niet veel minder zijn dan de kopman.

Jaloezie kennen we allemaal. Het is een emotie waar we liever niet openlijk voor uitkomen. We hebben allemaal geleerd dat je niet jaloers mag zijn.
Het lastige daaraan is dat jaloezie een gevoel is. Het overkomt je, net als verdriet, heimwee, en alle andere prettige en onprettige gevoelens.
Je kunt eigenlijk niet zeggen dat je een bepaald gevoel niet mag hebben. En is jaloezie altijd slecht? De vraag is: wat doe je ermee?
Als jaloezie betekent dat je de ander niet mag, en dat je de ander verwenst, is dat verkeerd.
Dat is ook helemaal niet nodig. Jaloersheid kan je motiveren om waar jij goed in bent, nog beter te doen. Bij beroepsmusici en artiesten tref je vaak jalousie de metier mee. Beroepsjaloezie.
Elk kunstenaar heeft een eigen gave. Maar hij wordt ook geraakt door het talent van de ander. Om zijn eigen talent te ontwikkelen, is het talent van de andere artist vaak een motief om zelf nog beter te worden in de eigen manier van musiceren of schilderen. Daarom kijkt hij soms opmerkelijk misprijzend naar de kunst van de ander.

Zo zal het ook bij wielrenners gaan, denk ik. Als de nummer twee bij de touretappe alleen maar vol bewondering zou zijn, zou hij vergeten dat hij nog harder moet werken of nog slimmer moet worden om de volgende keer als eerst over de streep te gaan. Jaloezie is op zich niet slecht. Alleen als het zich tegen de rivaal richt.

Zo is het ook met geluk. Sommige mensen die hun partner verloren hebben, kunnen soms pijnlijk geraakt als ze een gelukkig stel zien. Een gevoel van jaloezie.
Als dat zo is, wees dan niet bang omdat je dat gevoel hebt, maar zie het als een prikkel om jezelf de vraag te stellen af: “hoe zou ik weer gelukkig kunnen worden? Hoe kan ik mijn leven weer zin leven. Een nieuwe partner vinden. Vrijwilligerswerk gaan doen?”

In het Evangelie van deze zondag komen we ook mensen tegen die jaloers zijn. Al staat het er niet met zoveel woorden: Waar heeft hij dat vandaan, die wijsheid, de wonderen die hij doet. En zijn familie woont toch hier bij ons?
Met andere woorden: deze Jezus is toch gewoon één van ons. Hoe komt het dan dat hij zo anders is. Wat verbeeldt hij zich wel?
In plaats van dankbaar te zijn voor zijn bijzondere gaven, worden ze boos op hem. Dat is niet een vanzelfsprekend gevolg van jaloezie.
Je kunt je wel voorstellen dat de jongens waar tussen Jezus waren opgegroeid een gevoel hadden: waarom hij zo bijzonder en ik niet? Maar dat boos worden en misgunnen, dat hoeft niet.

Ze hadden ook kunnen denken: “Jezus is zo bijzonder. God is met hem. Laat ik aan hem vragen of hij mij ook dicht bij God wil brengen. Ik ga vragen of hij mij wil zegenen zodat ik ook Gods genade mag ervaren bij alles wat ik doe. En dat ik een goed mens mag zijn. En dat ik mijn talenten mag ontwikkelen om anderen blij te maken”.

Ook in ons eigen leven als christen kan het voorkomen dat anderen jaloers op ons zijn vanwege ons geloof.
Het is een voorrecht om te mogen geloven. Het maakt je gelukkig. Het maakt je compleet. Natuurlijk zien anderen dat. Vaak gunnen ze het ons. Soms vragen ze: vertel me meer over jouw geloof want ik zou ook zo willen staan in het leven.
Maar soms hebben mensen er een hekel aan dat je als gelovige gelukkig bent. Dat uit zich in dan misschien in roddel, of discriminatie of zelfs in respectloos gedraag. Stop dan je geloof niet weg, maar blijf fier. Wie weet of de anderen tot inkeer komen.

Misschien dat de anderen toch zich af gaan vragen:  als deze christen zo gelukkig is, en blijft zelfs bij tegenstand, dan moet er wel iets bijzonders aan de hand zijn. Dat kan geen verbeelding zijn. Dan kan ons geloof een prikkel zijn voor de ander om ook zelf te gaan geloven in de liefde van God en in Jezus Christus.

Over een paar uur komt de Tourkaravaan voorbij. We kunnen niet in de harten van de renners kijken. Maar reken erop dat ze zich aan elkaar optrekken. Mogen wij ons als mensen ook aan elkaar optrekken in plaats van elkaar geluk te misgunnen.
Laten we als mensen die Jezus liefhebben ook niet bang zijn om ervoor uit te komen zodat anderen zich aan ons kunnen optrekken.
En laten we ons allen optrekken aan Jezus Christus zelf, aan Hem die ons deel laat nemen aan de mooiste Tour die er is. De Tour van de hoop met als finish: het rijk van God. Daar zijn geen verliezers. Alleen maar winnaars. Amen.

Pastoor Martin Los.