Preek op de 21e zondag door het jaar op 22 Willibrordkerk en 23 augustus 2015 in Mariakerk
Voorgeschreven Schriftlezingen voor deze zondag uit het universele lectionarium van de r.k. kerk. 1e lezing:Jozua 24:1-2a, 15-17.18b. 2e lezing: Efeziërs 5:21-32 Evangelie: Johannes 6:60-69
Lieve zusters en broeders, de schriftlezingen die we zojuist gehoord hebben gaan allemaal over een principiële keuze.
Jozua heeft de vertegenwoordigers van de stammen van Israël bijeengeroepen. Nu ze in het beloofde land zijn, stelt hij hen voor de keuze: de Heer dienen of de goden van de volkeren rondom. Durven ze de onbekende toekomst aan met deze God die anders is als alle goden? Een God die leeft, een echte persoon is. Die hun heeft bevrijd uit het slavenhuis.
Het is belangrijk dat ze vrijwillig en zonder enige dwang de keus maken. Als je in alle vrijheid een keuze maakt, dan mag je daar ook aan gehouden worden. Trouw aan je keuze betekent altijd trouw aan jezelf.
Het volk antwoordt: “wij denken er niet aan de Heer te verlaten!”
Dat wordt vastgelegd in een akte. Niet omdat God het niet vertrouwt. Niet om als het ware met een contract te zwaaien. Het ja-woord van het volk wordt vastgelegd, zodat het later als het gaat twijfelen, weet: “we hebben zelf met volle instemming trouw beloofd”.
Ook Jezus houdt de leerlingen een keus voor. Hij heeft zichzelf aan hen geopenbaard: “Ik ben het levende Brood dat uit de hemel is neergedaald”. Bij die uitspraak haakten vele volgelingen af. Ze zeiden: “Hoe kan een mens nu het Brood uit de hemel zijn? Hoe kan hij ons zichzelf te eten geven”.
De bewondering van eerst sloeg bij velen om in ergernis. Omdat Jezus dingen zei die alleen God kan zeggen en alleen God kan doen. Een mens die op de plaats van God ging staan. Dat slaat toch alles?
Het drong niet tot hen door dat hier niet een mens op de plaats van God ging staan, maar dat God hier uit liefde op de plaats van de mens kwam staan.
“Willen ook jullie soms weggaan?“ vraagt Jezus aan zijn leerlingen.
Het zou toch kunnen? Jezus dwingt zijn leerlingen niet om hem te volgen. Ze moeten hem volgen uit vrije wil, anders heeft het geen zin.
“Heer, naar wij zouden we anders gaan? Uw woorden zijn woorden van eeuwig leven” antwoorden ze volmondig.
Geloven in Jezus kan alleen maar als het uit vrije wil is, en je persoonlijk door hem geraakt bent.
Beleef je je geloof als dwang, dan zul je vroeg of laat het geloof als een juk afwerpen. Want het is niet prettig om anders te zijn dan anderen. Het is niet leuk om te moeten verdedigen waarom je gelooft, waarom je naar de kerk gaat, waarom je met bepaalde dingen die voor anderen gewoon zijn, niet meedoet.
In zo’n situatie haken velen af die er niet echt achter kunnen staan. Maar als je uit vrijheid voor Jezus gekozen hebt, dan is dat een vreugde. Tegen die vreugde wegen de negatieve ervaringen niet op. Maar je moet die vreugde en die liefde tot Jezus Christus wel onderhouden en voeden.
Ook in de lezing die aan het Evangelie van deze dag voorafgaat, gaat het ook om een beslissende keuze. Als je trouwt.
Dat kan alleen uit vrije keuze, want een huwelijk waartoe iemand gedwongen wordt, laat geen ruimte voor liefde. Én zodra iemand gedwongen is tot iets, zal hij of zij zodra dat kan, zich ontworstelen.
Daarom wordt aan hen die voor de kerk trouwen gevraagd: ben je uit vrije wil hier gekomen om te trouwen? Zou één van beiden zeggen: “nee” dan mag de priester geen medewerking verlenen aan dat huwelijk. Uiteraard zou dat ook al in het voorgesprek aan de orde zijn gekomen. Het christelijk huwelijk is gebaseerd op vrijheid om de liefde alle ruimte te geven.
Dat brengt ons bij de woorden van Paulus die het huwelijk vergelijkt met de eenheid van Christus en zijn kerk, als hoofd en lichaam. Een band van onverbrekelijke liefde. Dat is het mysterie van het geloof dat we in de eucharistie vieren. Het is geheim dat ons hele leven als christenen vervult.
Maar we hebben in onze tijd moeite met dat beeld van hoofd en lichaam toegepast op de man en de vrouw.
De lector van morgen moest wel even iets wegslikken zoals altijd wanneer deze lezing in het liturgisch rooster staat. Ik kan me goed voorstellen dat jonge bruidsparen deze tekst niet uitkiezen voor hun huwelijksdag. Uit angst dat vrienden en collega’s het absoluut niet zouden begrijpen.
Man en vrouw zijn toch gelijkwaardig? Moet de vrouw dan “onderdanig” zijn aan de man? Onderdanig heeft voor ons een nare smaak van slaafs gedrag.
Helaas wekt de vertaling deze associaties. In de Griekse grondtekst is sprake van “je schikken naar” of “je scharen achter. Met andere woorden: man en vrouw, vorm een goed team.
Inderdaad. Dat wat voor iedereen nu gewoon is, is juist door de christenen als eerste gepraktiseerd. Man en vrouw in het huwelijk zijn beiden gelijk, kind van God.
Paulus wilde daar niets van af doen. Maar hij leefde in een wereld waarin de vrouw voor de wet onmondig was. We zien ook onze onze dagen weer dat met vrouwen gesold wordt. Vernederd door mannen, doorverkocht, als slaven behandeld.
Daarom moest de man zich volledig voor zijn vrouw in zetten en haar beschermen. Met hoofd zijn bedoelt de apostel absoluut niet “baas” zijn. Juist dienaar die voor haar opkomt.
Het ging Paulus niet om superioriteit van de man over de vrouw. Integendeel: hij verlangde ernaar dat man en vrouw in vrijheid elkaar zouden liefhebben en dienen zoals Christus zijn kerk en omgekeerd. Een goed team gebaseerd op een hecht verbond van liefde, verbonden met Jezus zelf.
Het is een hele kunst om dat in onze tijd te doen, onze tijd die zo anders is dan voorgaande tijden.
Het gaat er niet om dat we nostalgisch terug verlangen naar vroeger. Het gaat erom het verbond van liefde tussen man en vrouw op nieuw handen en voeten te geven.
Nu in een tijd van werkende mannen en vrouwen, agenda’s die getrokken moeten worden, kinderopvang die geregeld moet worden, en al die dingen meer.
Maar als liefde gebaseerd is vrijheid dan is ze ook in onze tijd vindingrijk, geduldig, vol vergevingsgezindheid. En er moet ook gelachten kunnen worden met elkaar.
Laten we daarom ons te binnen brengen dat alles waarvoor we in volle vrijheid gekozen hebben, trouw aan onszelf vraagt, trouw aan ons geloof, trouw aan Jezus Christus, trouw aan elkaar.
Dat vraagt het schitterende avontuur van God met ons. Het avontuur van God die ons liefheeft als een Vader en als een Bruidegom. Onze God die zo uniek is. Zo anders is als de goden van de wereld als geld, gezondheid, geweld enzovoort. Een God die trouw is aan zichzelf en ons nooit laat vallen.
Laten wij dan ook trouw zijn aan onze eigen keuzes die we eens maakten en die we steeds vernieuwen in alles wat we doen. Amen
(c) Pastoor Martin Los