Schriftlezingen voor deze 1e Adventszondag uit het voorgeschreven universele lectionarium van de r.k. kerk: 1e lezing: Jeremia 33:14-16; 2e lezing Thessalonicenzen 3:12-4:2; Evangelielezing: Lukas 21:25-28.34-36
Lieve zusters en broeders, misschien luistert u wel eens naar het radioprogramma Taalstaat dat zaterdags rond het middaguur wordt uitgezonden.
Een leuk onderdeel van dit programma is dat de luisteraar een Nederlandse woord kan inzenden die volgens hem of haar helaas in vergetelheid lijken te raken.
Het woordje “levenswandel” zou heel goed passen in die rubriek van bijna vergeten woorden. We hoorden het zoeven in de brief van Paulus aan de christenen in Thessaloníki: Wij vragen u dat u overlevering over een levenswandel die God welgevallig is, nog trouwer naleeft dan u al doet.
Een levenswandel, wat is dat? Het is niet hetzelfde als een levensloop. Bij sollicitaties moet je een curriculum vitae inleveren. Op LinkedIn zet de jongere generatie zijn levensloop zelf publiekelijk op Internet. Alle banen die je gehad hebt, het vrijwilligerswerk, je connecties.
Maar een levenswandel is de wijze waarop je leeft, de stijl van leven waaraan je herkenbaar bent tijdens je leven. Dus niet alleen af en toe, maar duurzaam. Het deelwoordje wandel duidt er ook op dat je heel bewust zo leeft. Je wordt er niet toe gedwongen zoals iemand die ergens voor op de vlucht is, of door een plotselinge bevlieging.
Een wandelaar neemt de tijd, loopt recht op, staat af en toe stil om iets moois te bewonderen, groet ander wandelaars. Zo spreekt uit een levenswandel ook bewustzijn en rust.
Een levenswandel straalt uit dat iemand bepaalde waarden vooropstelt die je leven richting geven. Die waarden zijn niet ver of onbereikbaar, maar met elke stap realiseer je ze. En het houdt in dat je bepaalde normen stelt aan jezelf over wat je passend vind of niet in verband met die waarden die je als goed en betrouwbaar ervaart.
In de Bijbel wordt gesproken over mensen met een heel bijzondere levenswandel omdat zij “wandelden met God”. Dan moet je niet zozeer denken aan statige personen die zich waardig bewegen door het leven alsof niets hen raakt van het gewoel om hen heen. Wie wandelt met God, leeft als een kind van God, in kinderlijk vertrouwen, spontaan de wil van God volgend.
Een levenswandel zouden we tegenwoordig misschien eerder identiteit noemen. Maar je identiteit is eerder iets wat vastgelegd is en ingelijst. Een momentopname. Maar een levenswandel is steeds in beweging. Je blijft herkenbaar in alles levensfasen van kind tot grijsaard.
De apostel roept de gelovigen in zijn dagen op trouw te blijven aan de overlevering over een levenswandel die God welgevallig is. De levenswandel die Paulus bedoeld is dus niet één die bij jezelf begint en bij jezelf eindigt zoals Frank Sinatra zingt: I dit it my way. We mogen in vrijheid handelen – het is jouw leven – maar je trekt samen met anderen op die op dezelfde manier leven en elkaar daarin ondersteunen.
Bij jonge ouders die hun kinderen laten dopen en laten opgroeien in de christelijke traditie merk ik altijd een grote behoefte om een gemeenschap om hen en de kinderen heen die herkenbaar is omdat om zo te zeggen er sprake is van een gemeenschappelijke levenswandel.
Op die manier voelen de jonge ouders zicht gesteund in de opvoeding van hun kinderen volgens de christelijke waarden. Helaas zijn ze al snel teleurgesteld als een gemeenschap niet herkenbaar is, en men heel verschillend denkt over de waarden die belangrijk zijn, en vooral als er niet naar geleefd wordt.
Het is echt belangrijk dat jonge gezinnen zich gesteund weten doordat we in de geloofsgemeenschap dezelfde waarden naleven.
Dat kwam ook als een hartenkreet naar voren tijdens de synode over huwelijk en gezin in Rome vorige maand. In de pers leek het wel alsof het daar allen ging over de communie voor gescheidenen die hertrouwd zijn. Een belangrijke kwestie inderdaad. Maar het ging vooral over hoe we als christenen herkenbaar kunnen zijn in ons dagelijks leven en elkaar kunnen steunen als huisgezin van God.
Trouw, solidariteit met zwakkeren, de gemeenschap mee opbouwen waarbij ook hoort deelnemen aan het gemeenschappelijk gebed van de kerk. Bovenal de liefde als hoogste waarde.
Donderdag organiseerde de Parochiële Caritas Instelling PCI een welkom aan vluchtelingen in Leidsche Rijn. Vijfentwintig recente aangekomen vluchtelingen, meest gezinnen, mochten inkopen doen, winterkleding, buggy’s o.a.. Daarna werd een maaltijd gehouden in eetgelegenheid Hoge Weide aan het Ab Harrewijnplein. Het pastorale team was ook uitgenodigd.
Liefde en barmhartigheid als de meest wezenlijke uiting van de liefde werden zo ontroerend bevestigd.
In deze Advents en sinterklaastijd denken we allemaal weer terug aan onze kindertijd. We herinneren ons wat op ons als kinderen in het gezin het meest geraakt heeft, wat ons is bij gebleven en wat ons gevormd heeft. We kunnen dus allemaal uit ervaring spreken.
Daarom spreekt het vanzelf dat we in deze Adventstijd nadenken en spreken over hoe we juist met het oog op de kinderen en de jongeren herkenbaar zijn als gemeenschap door ons levenswandel.
Zijn we ons bewust dat we door onze levenswandel levende getuigen van het Evangelie zijn. In de eucharistie luisteren we eerbiedig naar het Evangelie, maar in het dagelijks leven mogen we het voor elkaar en met elkaar uitbeelden. Daar staat of valt de kerk en de geloofsgemeenschap mee. Of we dat echt en met plezier doen.
Dan zijn we tot zegen van elkaar in de geloofsgemeenschap, ook voor de kinderen die daar door geraakt en gestimuleerd worden, en Jezus daardoor leren kennen. Dan zijn we ook tot zegen van de wereld om ons heen. We weten omdat we zelf deel uit maken van die wereld, dat angst en onzekerheid om zich heen grijpen. We zien ook hoe aantrekkelijk cynisme of onverschilligheid als levenshouding worden. Of onbeschaamd egoisme.
Lukas, de evangelist, verhaalt ons de woorden van de Heer die spreekt over wereld gebeurtenissen die leiden tot angst en radeloosheid. Maar Jezus zegt: laat je niet meeslepen: richt je op en hef je hoofd omhoog want uw heil is nabij.
Waar de wereld alleen maar tekenen ziet van verval en einde, zien wij als gelovigen niet het absolute einde, maar doorbraak van Gods koninkrijk.
We mogen daar zelf aan meedoen door onze levenswandel. We mogen hier en nu al beeld zijn van het rijk dat komt door onze liefde voor God, door als zijn kinderen te leven met elkaar en onze medemensen. Door vertrouwen en vreugde.
Laten we dat doen. Van ons leven een levenswandel maken en samen op wandelen. God wandelt dan met ons mee.
Zullen we de redactie van de Taalstraat vragen binnenkort het woordje “levenswandel” in de uitzending een plekje te geven? Is er iemand die dat wil doen? Amen
(c) Martin Los, pr