Preek op de 5e zondag van Pasen 24 april 2016 Mariakerk en Willibrordkerk
Schriftlezingen voor deze zondag volgens het universele r.k. leesrooster voor zon- en feestdagen. 1e lezing Handelingen der Apostelen 14:21-17; 2e lezing: Openbaring van Johannes 21:1-5a; Evangelie: Johannes 13:31-35
Lieve zusters en broeders, de Schriftlezingen voor deze zondag spreken alle drie over vergezichten. Kijk maar.
In de Handelingen der apostelen horen we hoe het Evangelie zich verspreid langs de kust van Turkije door de arbeid van Paulus en Barnabas. Ze vertellen bij hun terugkeer in de gemeente van Antiochie hoe God voor de “heidenen de poort van het geloof had geopend”.
Wanneer je een poort doorgaat, dan zie je dingen die je tevoren niet gezien hebt en ook niet vermoed. Zijn we ons voldoende bewust dat er een wereld voor mensen opengaat als je de werkelijkheid van het geloof in Jezus Christus binnentreedt. Als je als kind gedoopt bent en van begin af aan vertrouwd bent geraakt met de wereld van het geloof dan kun je je misschien nauwelijks voorstellen wat het betekent om eerst een leven te leiden zonder God en de Blijde Boodschap en dan de wereld binnen te stappen waar Jezus Christus de zon is die zijn licht laat stralen over alle dingen. Misschien is er zelfs sprake van slijtage en sleur.
Geloof is eigenlijk een prachtig vergezicht dat zich opent als je door die poort binnengaat. Aan mensen die in onze tijd tot geloof komen, aan hun vreugde en verwondering, kunnen we aflezen hoe bevoorrecht we allemaal zijn. Aan hen kunnen we zien hoeveel reden we allemaal zelf tot vreugde hebben. Herkennen mensen aan ons dat we leven in het licht van Christus? Zijn wij bereid voor mensen in deze tijd de poort van het geloof te openen? Dat is een vraag die in onze tijd steeds dringender op ons af komt.
De tweede lezing uit de Openbaring van Johannes laat ons het prachtige vergezicht zien van de nieuwe hemel en de nieuwe aarde. Van de stad van God die uit de hemel neerdaalt, mooi als een bruid die zich voor haar man getooid heeft.
Dit visioen is ook het vergezicht van het geloof. Want hoe ziet de wereld eruit als de zonde niet meer alles aantast? Hoe zie de wereld eruit als de dood niet het einde is. Een wereld waarin de dingen niet iets beter gaan dan nu, maar een wereld waarin het leven en het samenleven volmaakt is? Het geloof in Jezus Christus biedt ons dat visioen. Een wereld waarover Gods barmhartigheid het enige en laatste woord heeft. Christenen zijn als het goed is, mensen die altijd met dit visioen voor ogen leven. Het beinvloedt ons leven op een unieke manier. Het zet ons aan om het goede lief te hebben en te doen. Het ontneemt ons de lust om het kwade te doen, omdat we zien dat dat geen toekomst heeft. zien. En hoe meer we vanuit dat visioen leven, hoe beter we het gaan zien, omdat het vergezicht van de “nieuwe hemel en de nieuwe aarde en de stad van God” steeds dichter bij komt als het doel van al ons menselijk leven. Als christenen zien we, als we echt met de ogen van het geloof kijken, alles in het licht van hoop, alles als voorwerp van Gods barmhartigheid, alles als mogelijkheid voor ons om lief te hebben en zorg te besteden aan onze medemensen, aan onze omgeving, aan ons geloof zelf. Is aan ons te zien dat we mensen zijn die leven vanuit dat visioen van een nieuwe hemel en een nieuwe aarde?
Tenslotte toont de Evangelielezing ons ook een vergezicht. Het vergezicht van de verheerlijking. Het is een vergezicht dat Jezus zijn leerlingen laat zien: “Nu is de Mensenzoon verheerlijkt en God is verheerlijkt in Hem. Als God in Hem verheerlijkt is, zal God ook Hem in zichzelf spoedig verheerlijken”.
Jezus zegt deze woorden als de leerlingen onzeker zijn en sombere voorgevoelens hebben. Een van hen zal zelfs Jezus ontrouw worden en verraden. Dat is het moment waarop de weg van het offer dat Jezus zal gaan, onomkeerbaar is geworden. Vanaf dat moment zal blijken dat hier de weg begonnen is die leidt naar het kruis en de verrijzenis. Het is het moment waarop Jezus zelf in alle vrijwilligheid besloten heeft zijn leven te geven voor de wereld. Het is zijn goddelijke macht en zijn menselijke vrijheid. Verheerlijking wil zeggen dat de macht van Gods liefde machtiger blijkt dan de zonde, het kwade en de dood. Jezus heeft zich aan die macht toevertrouwd. Hij eert daarmee die macht van Gods liefde. Spoedig zal God zijn macht laten zien door de verrijzenis van Jezus.
Jezus toont zijn leerlingen dus het vergezicht van de verheerlijking. Ze moeten weten dat hij zijn lijden niet ondergaat als een pechvogel en een slachtoffer. Hij is niet de ‘loser’ waarvoor velen hem zullen houden. Dit is de weg van Gods barmhartigheid. Want allen die in geloof opzien naar de gekruisigde zullen daar de poort van de hemel zien openstaan. Ze zullen zien dat aan Jezus alle macht gegeven is in hemel en op aarde. Jezus Christus en dien gekruisigd is het vergezicht op de hemel en op God.
Die heerlijkheid is geen volmaakte toestand op zich. Het is vol dynamiek en kracht. Jezus laat zijn leerlingen en deze wereld niet verweesd achter terwijl hijzelf in Gods heerlijkheid is. Nee, zijn heerlijkheid is ook dat zijn leerlingen hem vertegenwoordigen door elkaar lief te hebben. Zo zullen zij zijn tegenwoordigheid met kracht ervaren als de goede Herder die hen binnenleidt in een leven vol hoop en liefde. Het is zijn geschenk aan ons. En hoe meer we Jezus zien als het vergezicht op Gods liefde en barmhartigheid, dat is op Gods heerlijkheid, hoe meer we zijn licht in ons leven zien binnenvallen. filmpjeikoongoedeherder Moge de ikoon van de Goede Herder die vandaag onthuld en ingezegend wordt ons daarbij helpen als vergezicht dat ons altijd vergezelt. Amen