Een ramshoorn die God wakker maakt

Arnon Grunberg Moedervlekken Lebowski Publishers Amsterdam 2016

Een psychiater die gespecialiseerd is in suïcidale patiënten. Het liefst heeft hij nachtdienst omdat nu eenmaal voor het aanbreken van de nieuwe dag mensen een einde aan hun leven proberen te maken. Het is zijn taak om ze daarvan te weerhouden. Elke keer dat dit lukt, is er één.
“Bewaren voor het leven” beschouwt hij zijn inspanning. Hij offert er zijn eigen leven voor op. Maar moet je dan niet zelf weten wat leven is? Als psychiater die met suïcidale mensen te maken krijgt, kijk je het lijden recht in de ogen. Dan is het zaak om ten opzicht van dat lijden zo veel mogelijk onaangedaan te blijven om de ander te kunnen helpen.
Wanneer je je kunt afsluiten voor het lijden van de ander, leef je dan zelf nog wel echt? Wanneer je zelf eigenlijk niet weet wat leven is, waar haal je dan het recht vandaan anderen te redden? Waar haal je de moed vandaan? Maar je kunt je wel afsluiten voor het leven en het lijden van anderen, dan sluit het leven zich nog niet voor jou af. Een plotselinge vlaag van verliefdheid op de verzorgster van je bejaarde moeder doet grenzen overschrijden en maakt dat het leven bij je inbreekt en alle routine verstoort. Een blauw oog is nog maar het minste, het begin van een leven als onvoorspelbaar waagstuk.
Moedervlekken0001De nieuwste roman van Arnon Grunberg Moedervlekken boeide me van begin tot eind. De zoektocht van de hoofdpersoon Kadoke en van de andere levenden in dit boek naar leven en naar zin en betekenis is met bijzonder veel liefde voor alle nuances beschreven.
De psychiater is ook de enige zoon van een moeder die de holocaust heeft overleefd. Wat is in dat geval overleven? Een soort leven na de dood? Het is een adembenemende vondst van Grunberg dat deze moeder eigenlijk zelf letterlijk een leven begonnen is na de dood, een leven van vereenzelviging met een ander. In de rouw die volgt op het verlies van een geliefde zie je vaak gebeuren dat de overlevende eigenschappen en gewoontes van de partner overneemt. Is dat ook leven? Authentiek leven?
Misschien heeft religie een antwoord op deze vragen? Dat mag je verwachten. De rabbijn van de gemeenschap die de Sjofar (Ramshoorn) bezit, laat het in dit geval afweten. Maar religie is meer dan een rabbijn of synagoge. Religie is ook de levende traditie en gedeelde zingeving. Heeft de Sjofar niet te maken met de vraag naar dood en leven? Er wordt met Rosj Hasjanna, het Joods Nieuwjaar, op geblazen. Als de bazuin klinkt worden de doden opgewekt en is het laatste oordeel aangebroken zo vertelt de traditie.
Maar als leven een vraag is, wat is dan opgewekt worden ten leven? En wie heeft recht te oordelen over leven en levenden? Hij die dit doet, moet toch zelf beter dan wie ook weten wat leven is. Wie is deze Levende? Waar raken we aan de Levende? In het lijden? In het medelijden? Hoe ver moet je dan gaan? Hoe ver kun je dan gaan? Moet je dan niet grenzen overschrijden? Waar liggen die grenzen?
Het raakte me diep dat Grunberg suggereert dat de Sjofar niet de doden wakker maakt, maar de taak heeft God te wekken.
De rabbijn blijft onbereikbaar zelfs als Kadoke en hij in de supermarkt voor de kassa staan in verschillende rijen. Maar kan een gebeurtenis niet een soort Sjofar vormen? Betekenis kan toch oplichten uit de ontmoeting met een medemens? Een patient tegenover wie je je schuldig voelt omdat je die pijn hebt gedaan door over haar te beslissen alsof je als psychiater over iemands leven kunt beslissen?
Het moet, maar mag het ook? Als die vraag je niet los laat, blijkt dat het leven je niet losgelaten heeft. Wordt God daar voor ons wakker? In het appel dat klinkt in ons eigen hart?
Moedervlekken is onderhuids een diep religieus boek. Is dit boek zelf niet als een Ramshoorn die klinkt na het lezen? Behoedzaam kiest Grunberg zijn woorden driehonderdnegenennegentig bladzijden lang. Helder en zakelijk, vol ironie. Je raakt hoe dan ook gehecht aan deze psychiater die suïcidale mensen wil bewaren voor het leven – of niet sterven – en zelf elk moment dat het kan, aangrijpt om te kunnen roken. Een kwetsbare mens getekend door moedervlekken op zijn rug. Alsof leven ongeneeselijk en besmettelijk is. Het laat je in elk geval niet los zolang je leeft.

© Martin Los

De vriendschap van de Heilige Geest. Homilie op het Hoogfeest van Pinksteren 2016 Mariakerk

Schriftlezingen volgens het universele r.k. lectionarium van zon- en feestdagen voor het Pinksterfeest. 1e lezing: Handelingen der apostelen 2:1-11; 2e lezing: Romeinen 8:8-17; Evangelie: Johannes 14:15,16, 23b-26

Lieve zusters en broeders, “dan zal de Vader u een andere Helper schenken die voor altijd bij u zal blijven” zegt Jezus bij zijn afscheid.
Deze woorden zouden ons als muziek in de oren moeten klinken: een Helper die voor altijd bij ons zal zijn. Maar is dat ook zo? Klinken deze woorden als muziek in onze oren?
Ik bedoel: we zijn in onze tijd helemaal behept met de gedachte dat je jezelf moet redden. Je bent geslaagd in het leven als je geen hulp nodig hebt. “Ik heb alles onder controle” hoor je mensen zeggen. Ach, het klink geruststellend dat we alles onder controle hebben, maar we weten dat er achter die façade veel onzekerheid schuilgaat. Artsen en psychologen krijgen heel veel mensen op spreekuur die gebukt gaan onder angsten. We leven allemaal in een onzekere tijd. Of we willen of niet.
De filosoof Aristoteles schreef in de oudheid een boek getiteld “over de vriendschap”. Hij valt op de eerste bladzij meteen met de deur in huis met de stelling: ieder mens heeft als eerste taak een vriend te zoeken. Want er kan een tijd komen dat je door tegenslag getroffen wordt. Nu ben je jong en gezond, maar je kunt ziek worden. Nu ben je welvarend, maar een ramp kan jou treffen net als iedereen. Nu heb je en goede reputatie, maar één ongelukkige mail of tweet, en je kunt wel inpakken.
Zorg er daarom voor dat je een echte vriend hebt, op wie je aan kunt en die je helpt als het je opeens slecht gaat.
Jezus belooft ons een vriend die altijd bij ons zal blijven: de heilige Geest. Zijn leerlingen moeten zonder Jezus verder. Hij is verrezen. Hij is opgestegen naar de Vader. Maar zij zijn in de wereld. Ze hebben de opdracht gekregen van de Heer om zijn zending voort te zetten. Maar hoe? Ze staan voor een onmogelijke taak, lijkt het. Op dit Pinksterfeest vieren we dat zij een Helper hebben gekregen, een vriend waar ze altijd op aan kunnen, de Heilige Geest.
Wees niet bang dat deze Helper is gekomen om ons alle werk en initiatief uit handen te nemen. Hij is zijn taak om ons extra energie te geven zodat we ons talenten kunnen ontwikkelen.
Alle dingen die we zouden willen doen uit liefde voor God, maar waartoe we de kracht missen, daartoe stelt de Heilige Geest als vriend ons in staat. Als persoon en als gemeenschap.
Het eerste wat de Heilige Geest doet is dat hij in onze menselijke geest een licht doet opgaan waardoor we wonder boven wonder gaan beseffen dat we kinderen van God zijn door het geloof in Jezus. “De Geest getuigt met onze eigen geest dat we kinderen van God zijn” schrijft Paulus.
Misschien is er iemand die vindt dat ik wel heel gemakkelijk over één probleem heen stap. Dat de Heilige Geest als vriend en helper onzichtbaar is.
Aan een Joodse geleerde die hiermee zat, maakte Jezus zelf dit al eens duidelijk aan de hand van het beeld van de wind. Je ziet de wind niet. Je weet niet waar hij vandaan komt en heengaat. Maar je ziet bomen buigen onder zijn grote kracht. Zo is ook de heilige Geest zelf onzichtbaar maar zijn werking is heel concreet zichtbaar. En denk ook aan de adem die ons in leven houdt.
Het zou helemaal niet zo gek zijn als we daarover met elkaar in gesprek zouden gaan: “waar zie jij de heilige Geest als onze vriend en helper aan het werk? Waar in de wereld? Waar in de kerk? Waar in onze geloofsgemeenschap? Waar in je eigen leven?” Gegarandeerd dat als je eenmaal iets van onze grote vriend, de heilige Geest, gezien hebt dat je dan steeds meer van Hem gaat zien en ervaren.
We mogen de vriendschap van de Heilige Geest ook op een heel bijzonder concrete manier zien. In de handoplegging. Want aan ieder van ons zijn als gelovigen bij de doop en bij het vormsel de handen opgelegd.
Die handoplegging is heel concreet teken dat we in geloof de Heilige Geest zelf hebben ontvangen. Hij rust op ons eigen hoofd. Hij woont in ons die Helper die altijd bij ons is. Concreter teken kan er niet zijn. Misschien zijn we ons er niet zo van bewust. Misschien begrijpen we de betekenis daarvan nog niet zo goed. Misschien denken we: “dat is iets voor later”. Misschien moeten we wel erkennen dat we een beetje langs Gods vriendschap heen geleefd hebben omdat we het toch niet helemaal vertrouwden of dat we dachten dat zoiets voor ons toch niet is weggelegd.
Maar, lieve mensen, al zijn wij voor ons gevoel kilometers van God verwijderd, Hij is altijd maar één stap van ons vandaan. (hier keert de predikant zich om en blijft een paar seconden zo staan). Het enige wat we hoeven te doen is ons om te keren, omkeren naar Hem toe.
Juist de handoplegging herinnert ons eraan dat de heilige Geest nooit ver weg was. Hij bevestigt dat God ons nooit heeft losgelaten. Door de handoplegging zijn we aangesloten op het grote vriendschapsnetwerk van de Heilige Geest. Groter dan Facebook want de Heilige Geest verbindt ons ook met de gelovigen van alle voorgaande eeuwen, met de heiligen in de hemel. En Facebook wordt vast wel weer eens ingehaald zoals Hyves al weer jaren verdwenen is. Maar het netwerk van de Heilige Geest is blijvend. Het is de kerk van Jezus Christus.
pentecostesDoor de handoplegging zijn we op dat netwerk aangesloten dat hemel en aarde omvat. Die handoplegging gaat helemaal terug naar Jezus zelf. Bij zijn hemelvaart legde Hij zijn apostelen de handen op. Zij legden vervolgens hun opvolgers de handen op. Zo is het gegaan tot op deze dag. Een ononderbroken netwerk van leidingen waardoor de Heilige Geest stroomt. Je kunt de handoplegging vergelijken met de aansluiting van een huis op het electriciteitsnet, op de waterleiding, op het gas. Je bent aangesloten, maar je moet wel de schakelaar omdraaien voor de verlichting.
Zo moeten we ook zelf daadwerkelijk geloven om de werking van de heilige Geest te ondergaan als vriend en helper die Jezus ons beloofd heeft.
Het Pinksterfeest nodigt ons allemaal uit om weer de vurige vlam op onze hoofden te voelen. Het is de liefde van God die ons aanvuurt als zijn kinderen. Het is Jezus Christus zelf die ons in de arm neemt om zijn zending in deze wereld vol blijdschap en verwachting voor te zetten.
De Paaskaars die hier zeven weken aast het altaar gestaan heeft, blazen we straks aan het eind van de viering de Paaskaars uit. Als we hem naar zijn vaste plaats bij het doopvont terugbrengen, dan doven we het vuur niet, maar het wordt over ons allen geblazen en verspreid als een vuur dat zich verdeelt over alle hoofden als we naar buiten gaan en het gewone leven ingezonden worden als vrienden van Jezus. “Kom, Heilige Geest, Vervul de harten van Uw gelovigen, en ontsteek in hen het vuur van Uw liefde. Zend Uw Geest uit, en alles zal herschapen worden; En Gij zult het aanschijn van de aarde vernieuwen”.
Laat ons bidden: “God, Gij hebt de harten van de gelovigen door de verlichting van de Heilige Geest onderwezen. Geef dat wij door diezelfde Geest de ware wijsheid mogen bezitten, en ons altijd over Zijn vertroosting mogen verblijden. Door Christus onze Heer. Amen”.

Pastoor Martin Los