Die geleden heeft onder Pontius Pilatus

Korte overdenking tijdens de Goede Vrijdagavond viering op 30 maart 2018 Mariakerk

“Ik vind helemaal geen schuld in Hem’. Lieve zusters en broeders, deze woorden zijn niet de uitspraak van een goedwillende burger die sympathiek staat tegenover Jezus. Hier is de stadhouder Pontius Pilatus aan het woord. Zijn woorden hebben dus een groot gewicht. De stadhouder is de hoogste rechter volgens het Romeinse recht.
In feite spreekt hij Jezus vrij. Dat is heel belangrijk want hier is een rechtszaak gaande. Jezus is aangeklaagd. Met de doodstraf als mogelijk vonnis. In een rechtszaak gaat het om de waarheid. Met het oordeel van de wereldse rechter staat nu Jezus’ onschuld naar waarheid vast voor iedereen.
Daarom bezingen we onze Heer Jezus Christus met de woorden: “O Lam van God onschuldig, te allen tijd geduldig”. Natuurlijk wist God, de Vader, dat in de Zoon geen enkele ongerechtigheid kon worden gevonden. En ook voor ons die geloven is de onschuld en voortreffelijkheid van Jezus zonneklaar. Hij is het “Licht dat in de wereld gekomen is” zoals Christus genoemd wordt aan het begin van het zelfde Johannesevangelie waarvan we nu met het Lijdensverhaal het slot horen. Maar ook de aardse rechtbank heeft verklaard dat Jezus onschuldig was.
“Die geleden heeft onder Pontius Pilatus” – woorden uit de geloofsbelijdenis die elke zondag in de Mis klinkt -zijn dus niet alleen een verwijzing naar een historisch feit, maar het is het getuigenis dat Jezus onschuldig geleden heeft.

Nogmaals de onschuld van Jezus was niet afhankelijk van het oordeel van de rechter Pilatus, maar voor altijd is zo vastgelegd dat hij waardig bevonden is onschuldig zijn leven te geven. Niet omdat Hij zelf schuldig was, maar om voor hen die schuldig zijn, voor zondaars, zijn leven te geven en hun zonden en schuld te bedekken.
Alleen hij die zonder zonde is, kan door het offer van zijn leven, de zonde een halt toe roepen. Voor allen die in Hem geloven.
We gedenken vandaag, op de dag zelf, het offer van zijn leven dat Jezus Christus uit liefde voor de wereld, en voor ons allen heeft gebracht.
Hij geeft ons dat offer in handen opdat wij niet met lege handen zouden staan, maar om van God barmhartigheid te verkrijgen. Zoals wij nu in Jezus Christus, onze gekruisigde Heer, Gods liefdevolle aangezicht zien, zo ziet God ons in Zijn Zoon aan, met wie wij door het geloof verenigd worden.
Daarom noemen we deze dag niet ‘trieste vrijdag’ maar ‘ Goede Vrijdag’. En we bezingen innig het onschuldige Lam Gods dat wegneemt de zonden der wereld. Moge die lof altijd op onze lippen zijn: “Wij aanbidden U Christus, en loven U, omdat ge door uw heilig kruis de wereld hebt verlost

(c) pastoor Martin Los
In de Goede Vrijdagavondviering wordt altijd het lijdensverhaal volgens Johannes gelezen.
Ecce lignum crucis in quo salus mundi pependit  Zie het kruishout aan wie het heil der der wereld is gehangen
Lied dat gezongen wordt dens de kruishulde op Goede Vrijdagavond

Bewijs van ultieme liefde

Preek op Witte Donderdag 28 maart 2018 Mariakerk

‘Hij gaf hen een bewijs van zijn liefde tot het uiterste”. Lieve zusters en broeders, we treden vanavond de intimiteit binnen van de bovenzaal van Jeruzalem waar Jezus met zijn leerlingen het Paasmaal vierde. Een dag eerder dan alle andere Joodse mensen in Jeruzalem.
Het doet me denken aan restaurants waar het personeel, de koks en de kelners eerst eten voordat de gasten komen. Het zou niet goed zijn als de bedienden de hele avond rondliepen om te bedienen met een hongerige maag. De Heer wist wat hem te wachten stond. Hij zou met Pasen niet het Paaslam eten met zijn leerlingen, maar hijzelf zou het Paaslam zijn, dat in alle onschuld geslacht zou worden om allen die in Hem geloofden door zijn bloed te verlossen. Zo stond het in het eerbiedwaardige boek Exodus: ‘”Als ik het bloed van het lam aan uw huizen zie, zal ik u voorbijgaan”. Voorbijgaan is in het Hebreeuws Pesach waar ons woord Pasen vandaan komt. Pasen betekent dat dood en bederf aan de deur van ons menselijk leven voorbijgaat.
In een eerder stadium had Jezus tegen Martha gezegd: “Ik ben de verrijzenis en het leven. Wie in Mij gelooft zal leven ook al is hij gestorven. En wie leeft in geloof in mij, zal in eeuwigheid niet sterven’. Alleen Hij die de ware Zoon van God is, die het Lam Gods dat wegneemt de zonden der wereld is, kan dit zeggen. Met Pasen maakt Hij het waar. Van zijn leerlingen en volgelingen wordt geloof verwacht. Wat niet wil zeggen dat ze het niet erg moeilijk zullen hebben en hun geloof op de proef zal worden gesteld. Denk aan Petrus die op deze avond nog enthousiast is: “Heer, was dan niet alleen mijn voeten maar ook mijn hoofd”. Niet veel later zal hij zijn Heer tot driemaal verloochenen. Maar juist daarna is zijn geloof nog inniger. Want hij beseft dat de Heer niet voor hem zijn leven gegeven heeft omdat Petrus zo volmaakt was, maar om zijn zwakheid te hulp te komen.

Nu wij de intimiteit van de bovenzaal zijn binnengetreden, beseffen we dat dit ook voor ons geldt. Jezus vraagt niet van ons dat we als volgelingen perfecte mensen zijn, maar dat we in Hem geloven, en dat we zijn goddelijke liefde aanvaarden. “Hij gaf hen een bewijs van zijn liefde tot het uiterste toe”. Het was geen laatste opwelling, vol weemoed vanwege zijn einde dat naderbij kwam. Hij deed dit teken ‘in het volle bewustzijn dat zijn uur gekomen was dat hij uit deze wereld naar de Vader zou over gaan’.
Dat teken was dat Hij de voeten waste van zijn leerlingen. Een teken is altijd een verwijzing. Het verwees naar zijn dood aan het kruis als een slaaf. Daar zien we Hem die de dienaar van alle mensen is geworden, die onze voeten wast. Hij heeft onze plaats ingenomen om ons het leven te schenken waar dood en bederf geen macht meer over hebben. We hebben deze week ook iemand gezien die de plaats innam van een andere. De luitenant-kolonel in Frankrijk die het leven van een gegijzelde caissière redde door haar plaats in te nemen in het bewustzijn dat het slecht met hem kon aflopen. Jezus heeft de plaats van ons allen ingenomen om ons te dienen.

De vraag op Witte Donderdagavond is of wij ons de voeten willen laten wassen.
Geloven we echt dat Christus ons tot nieuwe mensen kan maken, en steeds opnieuw?
Dat we daar moeite mee hebben is niet zo vreemd, want we zagen al dat de leerlingen bij monde van Petrus zich daarvoor geneerden. Een Heer die zichzelf tot slaaf maakt. Waar blijf je dan met je respect. We respecteren meestal wat hoger is en kijken neer op wat lager is. We doen er in de maatschappij bijna dagelijks allemaal aan mee.
Vorig jaar heb ik in verschillende werkgroepen in de parochie de vraag gesteld wat ze ervan zouden vinden als wij in de Witte Donderdagviering het ritueel van de voetwassing weer zouden invoeren. Het staat in het Missaal als vast onderdeel van de liturgie. Zonder uitzondering was de reactie: “doe dat alsjeblieft niet”. Het argument was echt niet dat de viering een kwartier langer zou duren. Maar men gaf aan zich opgelaten te voelen als de priester voor hen zou knielen en hun voeten zou wassen, maar ook als ze het zouden moeten aanzien van anderen.
Toch zou het een mooi beeld zijn: de voetwassing voorafgaande aan de instelling van de Eucharistie.

Paus Franciscus knielt ook vandaag weer neer om de voeten te wassen van gevangen en andere mensen die in de marge van de maatschappij leven. Dat gebaar zegt soms meer dan vele preken en mooie woorden en gezangen bij elkaar.
Maar ook al hebben we moeite met het ritueel van de voetwassing in ons eigen midden, laten we wel de voetwassing door de Heer aanvaarden door in Hem te geloven als het Lam Gods dat de zonden der wereld wegneemt. Dat de dood niet het laatste woord heeft over ons leven, maar de liefde van God.
En laten we vooral zijn opdracht in ons dagelijks leven in praktijk brengen: “Ik, de Heer en leraar, heb u de voeten gewassen, dan behoren jullie ook elkaar de voeten te wassen” . Dat wil zeggen: elkaar in liefde dienen, elkaar vergeven, elkaars tekorten aanvullen, niet wachten tot de ander begint, maar zelf het initiatief nemen. Daar begint het leven waarover de dood geen macht meer heeft. Daar richt God ons weer op en zet ons op onze voeten het nieuwe goddelijke leven tegemoet. Amen

Pastoor Martin Los
Evangelie voor Witte Donderdag: Johannes 13:1-15
1e lezing: Exodus 12:1-14