Toegerust met kracht van boven

Preek op het Hoogfeest van de Hemelvaart van onze Heer 2019

“Terwijl Hij hen zegende verwijderde Hij zich van hen en werd ten hemel opgenomen” 1) Lieve zusters en broeders, als wij elkaar uitzwaaien, wuiven we met onze handen totdat degenen die we uitzwaaien uit zicht zijn. We staan er niet elke keer nadrukkelijk bij stil wat dat zwaaien betekent. Maar het lijkt alsof we elkaar wat wind in de rug mee willen geven. Een goede vaart. En alsof we alles wat hen zou kunnen hinderen in de toekomst wegwuiven. Meestal wuiven de anderen terug tot ze ons niet meer zien. Het betekent dat we elkaar alle goeds toewensen, ook als we elkaar niet meer zien.
Jezus neemt ook afscheid van zijn leerlingen. Hij wuift hen uit met zijn zegen. Hij is aan hen verschenen om te tonen dat Hij verrezen is en leeft. Hij heeft de Schriften met hen doorgenomen om te laten zien dat die al spreken van zijn lijden, sterven, en verrijzenis op de derde dag. Hun leerschool is voltooid. Nu mogen ze zelf op weg gaan als getuigen van de Heer. Aan kennis ontbreekt het hen niet. Wat ze nodig hebben heeft Hij hen meegedeeld. Nu hebben ze nog de kracht van boven nodig. Zoals de Heer heeft gezegd: “Blijft in de stad totdat jullie uit den hoge met kracht zult zijn toegerust”.
Waarom krijgen ze die kracht niet meteen? Jezus geeft hen toch zijn zegen? Waarom mogen ze niet onmiddellijk aan de slag gaan? Waarom dit tijdverlies? Omdat ze niet overhaast te werk moeten gaan alsof ze voor zichzelf begonnen zijn. Aan het begin heeft Jezus hen geroepen vanachter hun netten, vijgenboom en tollenaarspraktijk geroepen om Hem te volgen. Nu moeten ze opnieuw wachten tot de tijd gekomen is. Wachten in de vorm van verwachten. Dat is iet anders van op je horloge kijken. Het betekent je voorbereiden. Het verlangen moet in de leerlingen groeien. Als wij Jezus willen volgen en hem dienen omdat het ons interessant lijkt en omdat het iets toevoegt aan onze beschaving – zoals het cultuurchristendom dat een zekere opgang maakt in deze tijd – zullen we snel uitgekeken raken of iets vinden dat interessanter is. Wanneer we Jezus volgen omdat het ons persoonlijk voordeel oplevert, zullen we snel afhaken wanneer we tegenslag ondervinden. Kennis is niet voldoende. We hebben kracht van boven nodig. Om die kracht te ontvangen, moeten we verlangen.
Door dat verlangen groeit de hoop in ons. Als we onze zending als christenen beginnen zonder hoop, zal het enthousiasme snel uitdoven. Door het verlangen groeit ook onze persoonlijk band met Jezus en voelen ons niet zijn knechten maar zijn vrienden, zoals Hijzelf heeft gezegd. Door die persoonlijke band groeit ons geloof.  Want wij geloven niet alleen in bepaalde waarden en idealen alleen. We geloven in de persoon van Jezus Christus. En tenslotte groeit door het verlangen ook de liefde tot Jezus die zijn leven uit liefde voor ons gegeven heeft. Die hoop, dat geloof en die liefde zijn de gaven van de Heilige Geest die ons van boven in ons gestort worden. Ze zijn de kracht die we nodig hebben om getuigen te zijn van Christus in de wereld, in het dagelijks leven met zijn uitdagingen en zijn tegenslagen en beproevingen. Laten we dus bij alles wat we doen niet alleen de risico’s berekenen of de kansen afwegen, maar laten we eerst ons goed voorbereiden. Dat is iets anders dan alleen maar passief afwachten met de handen in de schoot. Zijn we er klaar voor? Niet alleen wat kennis betreft, maar ook wat kracht betreft, kracht van boven? is onze hoop, ons geloof en onze liefde op peil. Wanneer we een toch gaan maken met de auto, kijken we ook of onze tank voldoende gevuld is.
We horen dat de apostelen en de eerste christenen voor dat ze een belangrijke beslissing namen, iemand uitzonden of aanstelden, altijd een periode van gebed in lasten. Altijd kondigden ze een vasten af om iedereen te betrekken bij de beslissing die genomen zou worden. Een vorm van gezamenlijke concentratie. Om de betrokkenheid en het draagvlak zo groot mogelijk te maken.
De hemelvaart van de Heer betekent niet zijn vertrek, maar dat Hij aan Gods rechterhand plaats neemt. De hemelvaart van Jezus betekent niet dat zijn werk erop zit, maar dat Hij zijn werk voltooit. De hemelvaart van Jezus betekent niet dat wij als zijn leerlingen en gelovigen er nu alleen voor staan, maar dat Hij op een nieuwe manier bij ons is. Dat we ons daar voor open stellen. Dat we Jezus Christus de centrale plaats geven in ons hart in overeenstemming met de centrale plaats in de hemel bij God, de Vader.
De zegen die de Heer bij zijn hemelvaart geeft aan zijn leerlingen geeft hen juist de mogelijkheid en de tijd om vol verwachting en in alle rust zich te bezinnen op hun opdracht. Zo zegent Christus ook ons om een vruchtbaar leven te leiden vervuld van hoop, geloof en liefde, vol verlangen naar Gods rijk dat komt. Dat begint in de hemel en in ons eigen hart. Amen

Martin Los

1) Evangelie volgens het universele lezingenrooster van de R.K. Kerk voor zon- en feestdagen: Lukas 24:46-53
2) afbeelding: Altarbild in der Klosterkirche Nikolausberg:

Over eeuwig leven gesproken

Preek op de 4 Paaszondag in Mariakerk en Willibrordkerk op 12 mei 2019

“Ik geef hen eeuwig leven. Zij zullen in eeuwigheid niet verloren gaan. En niemand zal ze van Mij wegroven”. 1)
Lieve zusters en broeders, de grootste gave die God ons gegeven heeft, is het leven zelf. Het is het kostbaarste wat we bezitten. We kunnen onszelf niet voorstellen zonder dat leven. Maar onze menselijke natuur vertelt ons dat we sterfelijke, voorbijgaande mensen zijn. Daarom is er ook het verlangen om leven door te geven, zodat volgende generaties kunnen genieten van hun leven. Dat geboren worden, is een groot wonder. Het is mooi als we jonge mensen hun kind liefdevol in de armen zien houden. We gedenken op deze moederdag met ontroering dat we allemaal uit een moeder geboren zijn. We danken hen om alles wat ze ons aan zorg en liefde hebben gegeven. Tegelijk zijn we ons bewust van de kinderwens van ouders die niet vervuld is. Maar het stemt hoe dan ook tragisch dat elk mensenleven eindig is. We geven met het leven ook de eindigheid ervan door. Een machteloze strijd tegen de klok.
Wat is het dan een voorrecht dat we Jezus Christus mogen kennen. Hij heeft door zijn kruis en verrijzenis de dood overwonnen. Dat is een heel ander  verhaal dan onze menselijke natuur ons ingeeft. Het staat eigenlijk haaks op onze eigen beleving van de werkelijkheid. Te mooi om waar te zijn. Maar Jezus zelf komt op ons toe als de Goede Herder die zegt: “Ik geef hen eeuwig leven. Zij zullen in eeuwigheid niet verloren gaan. En niemand zal ze van Mij wegroven”.
Waarom zou je eigenlijk dat eeuwig leven willen? Is dit leven niet genoeg? Hebben veel ouderen niet het gevoel dat ze eigenlijk alles al gezien hebben. Een groeiend aantal verzucht dat hun leven eigenlijk wel voltooid is en dat het wat hen wel voorbij mag zijn. Als je het gewone leven op een gegeven moment wel hebt gezien, waarom zou je dan nog eeuwig leven wensen? Sommigen vrezen dat zo’n leven wel eindeloos saai moet zijn. Eerder een hel van saaiheid dan een hemel van verwondering en vreugde..
Toch zien we dan één heel belangrijk ding over het hoofd. Dat wij een persoon zijn. Een mens met een naam en een gezicht. Als ons leven ten onder zou gaan, gaat ook onze persoon ten onder, dus degene aan wie God het leven heeft gegeven.  God wil niet dat onze persoon ten onder gaat. Hij heeft ons in het leven geroepen om Hem te kennen. Als Jezus zegt: “Ik geef hen het eeuwige leven” dan doelt hij erop dat wij in Hem God mogen kennen, as Degene die ons kent, beter dan wijzelf. Dat door Hem de gemeenschap tussen God en mens hersteld wordt. Op een andere plaats zegt Jezus: “Dit is het eeuwige leven, Vader, dat zij U kennen, en Mij die u gezonden hebt”. 2)
Eeuwig leven is dus dit leven, ons leven, niet meer omringd door de dood, maar door God die in Jezus christus een menselijk gelaat heeft gekregen dat ons aanziet.
Het moderne levensgevoel van veel mensen is dat wij voortdurend op ons zelf teruggeworpen zijn. Dat we het middelpunt zijn van ons eigen leven en dat we alleen zeker zijn van onze eigen gevoelens en waarnemingen en ervaring. We vormen allemaal een eigen eiland in de zee van mensen. Door die nadruk op onszelf voelen we ons in de eerste plaats verschillend van anderen. Hoe verschillender, hoe unieker we zelf zijn. Door dat verschil voelen we ons eigenlijk gescheiden van elkaar. Eenzaamheid tref je niet alleen aan onder ouderen die alleen zijn en weinig contacten hebben. Eenzaamheid is ook een modern levensgevoel in alle generaties, ook onder jongeren.
Het is waar dat we als mensen allemaal van elkaar verschillen. Daar is mooi. Maar waarom zou dat verschil tot scheiding tussen ons moeten leiden, in alle sectoren van het leven? Waarom zouden we elkaar als concurrenten zien? In de heftige discussies over de identiteit ligt ook alle nadruk op verschil als scheiding. Het werkt als een splijtzwam. Door verschil kunnen we elkaar juist verrijken en aanvullen. Leven zoals het door God, de gever van alle leven bedoeld is, is leven in gemeenschap met elkaar.
Jezus geeft ons deel aan de volmaakte gemeenschap van God, de Vader, en de Zoon en de Heilige Geest. De gemeenschap van volmaakte liefde. Door het geloof in Jezus hoeven we ons nooit meer eenzaam te voelen of eenzaam te zijn, ook al zijn we soms alleen.
De apostelen en de eerste christenen – we hoorden er over in de Handelingen 3) – maakten furore met de verkondiging van het eeuwige leven door het kruis en de verrijzenis van Jezus. Zij verkondigden dat wij, mensen, deel mogen hebben aan de volmaakte gemeenschap van God. En ze beleefden dat ook met elkaar. Ze waren er vol van. Zo praktiseerden ze zelf ook wat ze preekten. Een leven waarover dood en eindigheid niet het laatste woord hebben, omdat onze persoon in de gemeenschap met God altijd blijft bestaan. Een leven vol liefde.
Johannes de apostel ziet het in een visioen voor zich: de hele gemeenschap van mensen die niemand tellen kan. “Allen die gewassen zijn in het bloed van het Lam” die gereinigd zijn van zonde en dood door het geloof in Jezus. 4)
Lieve broeders, wij mogen beeld zijn als geloofsgemeenschap van die gemeenschap van God en mensen. We mogen dit vieren in de liturgie van de kerk. Laten we Gods lof zingen, laten we Jezus navolgen, laten we elkaar verrijken en aanvullen. Laten we zo zorgen voor een geest waarin jonge mensen zich geroepen weten God en zijn kerk te dienen in de ambten en bedieningen. Laten we aandringen op de Heilige Geest dat we weer visionaire gelovigen worden die het leven voor zich zien in het perspectief van het rijk van God en het eeuwige leven. Vergeet niet Jezus’ woorden: Ik geef hen eeuwig leven. Zij zullen in eeuwigheid niet verloren gaan. En niemand zal ze van Mij wegroven”. En gedenken we naast onze lieve aardse moeder ook Maria, de moeder van alle gelovigen, die ons door haar voorspraak bewaart bij het geheim van het eeuwige leven. Eren we haar met een hartelijke Wees Gegroet, Maria…..Amen

(c) Martin Los
1) Evangelielezing van deze zondag van de Goede Herder: Johannes 10:27-30
2) Johannes 17:3
3) 2e lezing: Openbaring van Johannes 7:9,14b-17
4) 1e lezing: Handelingen der Apostelen 13:14,43-52
5) afbeelding Mozaïek in de kerk van H. Petrus in Galli cantu te Ravenna