Niet van tefal

Preek op de 17e zondag door het jaar op zondag 28 juli 2019 Mariakerk en Willibrordkerk

”Hoeveel te meer zal uw Vader in de hemel de heilige Geest geven aan wie Hem erom vragen” 1)
Als we één keer in ons leven onze diepste wens in vervulling zouden kunnen zien gaan, wat zouden we dan vragen? Wat zou die diepste wens zijn? Zouden we dan alleen aan onszelf denken, of ook aan anderen? Stel je zou wensen dat jij nooit ziek werd, en je zou inderdaad altijd immuun voor ziekten zijn en kerngezond blijven, zou je  dan niet langzamerhand bij het zien van zieke medemensen in je omgeving gaan generen? Zou je je niet jaloers worden op de menselijkheid die zij uitstralen. Zou je je niet als een vreemdeling gaan beschouwen, een onkwetsbare die er niet bij hoort? Alsof je van tefal bent? Zou je niet om er toch bij te horen je leven helemaal gaan wijden om zieke mensen te helpen om je spijt het hoofd te bieden? Had dat niet veeleer meteen je liefste wens kunnen zijn: dat je het pijnlijke lot van medemensen daadwerkelijk zou mogen verlichten? Dat je daarin echt gelukkig zou zijn, maar dan zonder spijt?
Zo zouden we ook de diepste wens kunnen koesteren of we mochten leven in een ideale wereld, zonder zonde, zonder criminaliteit, zonder mensen die verkeerde dingen doen. Natuurlijk mogen we verlangen naar en bidden voor een wereld waarin mensen alleen maar goed doen en in harmonie leven. Maar als dat zou betekenen dat buiten je zelf en een groepje deugdzame mensen rondom je, alle mensen van de aarde verwijderd werden? Zou je dan nog zo verlangen naar jouw ideale wereld? Of zou je uit het diepst van je hart vragen of God absoluut de wereld zou laten bestaan en jou de kans zou geven mensen te behouden voor de ondergang? En zou je ook niet meer begrip krijgen voor mensen die met kwaad worstelen in hun leven? Dat is wat Jezus heeft gedaan: “Hij heeft de oorkonde verscheurd die met haar bezwarende bepalingen tegen ons getuigde. Hij heeft haar vernietigd en aan het kruis genageld”. 2) Daar had Hij zijn eigen leven, smetteloos en zonder zonde voor over. En kijk eens hoeveel ontelbare mensen Hij daardoor hoop gegeven heeft. Hoeveel mensen hij uitzicht gegeven heeft op een nieuw leven en op Gods koninkrijk! In elke generatie opnieuw en over de hele wereld.
Het was alsof Abraham Jezus al kende toen hij bij God pleitte om Sodom en Gomorra niet te vernietigen, maar om de stad te behouden. Het gesprek tussen God en Abraham is adembenemend. Wat mogen we blij zijn dat zo’n verhaal in de bijbel staat en dat we het ook vandaag weer horen. Hier staat geen mens die van zichzelf vindt dat hij deugd en hij alleen, en dat de wereld beter af zou zijn zonder mensen die niet zijn zoals hij. Abraham pleit ervoor om de stad te behouden. Niet om het kwade voor te laten bestaan, maar om mensen te behouden: “Wilt Ge werkelijk met de boosdoeners ook de rechtvaardigen verdelgen? Dat kunt Ge toch niet doen?” 3) Abraham is en blijft vol hoop. Hij is bereid zichzelf mee in te zetten door een leven als een rechtvaardige door het uit te houden in een wereld die niet ideaal is, waar kwaad schade aanricht, maar waarin ook mensen zich kunnen bekeren.
Het verhaal van Abraham die kiest, niet voor een zondeloze wereld, maar voor een wereld waarin ruimte is tot bekering en verbetering, omwille van de rechtvaardigen, die zelf ongetwijfeld onder het kwade lijden, is het klassieke voorbeeld voor de gemeenschap die samen komt om te bidden voor de wereld. Elke zondag mogen we om die reden samenkomen als pleit voor deze wereld. Ja, elke dag wordt de Eucharistie gevierd en opgedragen vanuit het geloof dat God haar niet zal laten ondergaan omwille van het gebed van de rechtvaardigen. Ook het Onze Vader 1) dat we dagelijks bidden is een gebed om behoud van de wereld. We mogen door ons gebed om zo te zeggen met God meeregeren over deze wereld.
We staan op dit moment mogelijk op een keerpunt in de geschiedenis. Zeer veel mensen, met name ook jongeren, maken zich zorgen over de wereld vanwege de klimaatveranderingen, de opwarming van de aarde, het verlies aan biodiversiteit. Deskundigen verkondigen dat wij als mensen daarvan zelf de oorzaak zijn. Er is hier en daar zelfs sprake van paniek. Laten we als christenen en als kerk deze zorgen serieus nemen, maar zonder ons te laten meeslepen in paniek. Er is juist ruimte voor een plek van bezinning en van rust. Dat is de rol van de kerk. De goede krachten ondersteunen. Onze verantwoordelijkheid voor de aarde en het leven op de aarde benadrukken. Maar tegelijk de wereld verkondigen dat de wereld niet alleen van ons is, van ons die er soms een puinhoop van maken, maar ook de wereld van God, de voorhof van zijn komend rijk, de wereld die Hij niet ten onder zal laten gaan vanwege de rechtvaardigen, vanwege hen die lijden onder onrechtvaardigheid, vanwege allen die hun oog op God gericht houden, vanwege allen die liefde voor de mensheid hebben.
“Hoeveel te meer zal u Vader in de hemel de heilige Geest geven aan wie hem erom vragen?” Inderdaad: “vraagt en u al gegeven worden”.1) Amen 

1) Evangelie voor deze 17e reguliere zondag door het jaar (r.k. leestrooster): Lukas 11:1-13
2) 2e lezing voor deze zondag: Kolossenzen 2:12-14
3) 1e lezing: Genesis 18:20-32
Afbeelding: https://www.danielarsham.com/collection/hands-in-prayer

Hoe handel jij?

Homilie op de 15e reguliere zondag door het jaar C op 14 juli 2019 Mariakerk en Willibrordkerk.

Ga dan en doe gij evenzo 1)
Lieve zusters en broeders, het is gemakkelijk om iets uit het hoofd te kennen en met de mond te belijden, maar het in praktijk brengen is een ander verhaal. Ieder van ons kent wel situaties waarvan we achteraf spijt hebben dat we niet gedaan hebben wat we eigenlijk moesten doen op grond van ons geweten. Niet omdat we onverschillig waren of ons alleen door eigenbelang lieten leiden, maar omdat we bepaalde principes of regels gewoon belangrijker vonden om te volgen.
Een treffend voorbeeld geeft Jezus in de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan. Een man door rovers overvallen en beroofd ligt halfdood aan de kant van de weg. Een priester en leviet komen langs het slachtoffer en zien hem liggen, maar vervolgen hun weg naar Jeruzalem. Ze lopen zelfs ‘met een boog om hem heen”  benadrukt Jezus. Dan komt een Samaritaan voorbij – in de ogen van de Joden een tweederangsburger – , hij bekommert zich wel over de gewonde man en verzorgt hem liefdevol. De Samaritaan doet wat je ieder mens zou gunnen die er zo beroerd aan toe is. Ja, je zou niets beter kunnen hopen dan dat er iemand is die zo voor jou zorgt, als je in zo’n grote nood bent.
Het is jammer dat het voorbeeld dat Jezus noemt – van die priester en die leviet die in een grote boog om de halfdode man heen lopen – niet altijd goed begrepen wordt. Alsof Jezus orthodoxe gelovigen aanwijst als mensen die door hun aandacht voor traditie, godsdienstige regels en gewoonten of positie blind zouden zijn voor de noden van medemensen. Ook in onze tijd zwelt het koor aan van degenen die godsdienst in het algemeen aanwijzen als bron van onvrijheid, gebrek aan medemenselijkheid en oorzaak van huichelarij. Inderdaad moeten we godsdienst ook kritisch bekijken en misstanden benoemen en verbeteren. Maar godsdienst op zich als bron van kwaad aanwijzen is onterecht en onverdiend. De Samaritaan zou dan in die visie omdat hij tot een gediscrimineerde groep behoorde en als ongelovige werd beschouwd, juist om die reden een goed en gaaf mens zijn die zich van nature ontfermt over een mens in nood.
Maar natuurlijk bedoelt Jezus hier helemaal niet om de wereld te verdelen in twee groepen mensen, de ene die niet deugt, vooral de religieuze mensen, en de mensen die wel deugen omdat ze niet besmet en gehinderd zijn door zoiets als godsdienst. Dit soort groepsdenken is zelfgenoegzaam. Alsof je automatische goed zit als je tot een bepaalde groep behoort. Maar dat is nou juist de houding die Jezus afkeurt. Het gaat niet om de groep waartoe je behoort en de overtuiging die die groep aanhangt. Het gaat erom hoe jij persoonlijk handelt in een bepaalde situatie ten opzichte van iemand die in nood is en afhankelijk van jou.
Waarom liepen de priester en de leviet  in de gelijkenis met een boog om de halfdode man heen? Let wel: in de gelijkenis, wat niet wel zeggen dat Jezus bedoelt dat alle priesters en levieten dat in werkelijkheid ook deden. De gelijkenis is een spiegel die hij iedereen voorhoudt.
Volgens de Joodse wet moest iemand die een dode aanraakte, zich eerst ritueel reinigen in een daarvoor bestemd badhuis voor hij zich weer onder de mensen mocht begeven en zijn werk oppakken. Ze waren op weg naar de tempel. Dus zouden ze daar hun dienst niet kunnen verrichtten. Nou, zou je zeggen, die ene keer, maakt dan toch niet uit? Ja, maar priester en levieten – helpers bij de tempeldienst – deden niet elke dag dienst zoals in onze kerk. Ze mochten maar een enkele keer dienst doen als zij of hun afdeling aan de beurt was. De dag van hun leven, zou je kunnen zeggen. Laat je die kans schieten? Het is verre van Jezus om godsdienst in een kwaad daglicht te zetten. Wat hij doet is benadrukken dat van ieder mens persoonlijk soms keuzes worden gevraagd die in je eigen nadeel zijn, maar waardoor je je medemens redt voor wie het van jou afhangt of hij of zij gered wordt. Hoe handel jij als je op weg bent om voor het eerst als spreker op te treden op een prestigieus congres. Je hoort iemand om hulp toepen. Denk je dan niet: ik kan niet te laat komen. Stel je voor. Er is vast wel iemand anders in de buurt die het hulpgroep gehoord heeft. Nogmaals, de vraag is niet: “hoor jij tot de groep die zichzelf vindt deugen en moreel superieur boven anderen? De vraag is: hoe handel jij als een ander jou  nodig heeft?’
“Wie van deze drie lijkt u de naaste te zijn van de man die in handen van de rovers is gevallen?” De weggeleerde antwoordde: ”Die hem barmhartigheid betoond heeft”. Jezus zendt hem heen met de woorden “Ga dan en handel gij evenzo”.
Het is altijd weer de uitdaging of we God met hart en ziel liefhebben, en of we onze naaste liefhebben als onszelf in de concrete situatie van ons leven waarin het erop aankomt. We zullen daarin niet altijd slagen. Er zal altijd hier en daar wel een herinnering knagen. Maar dat behoedt ons tenslotte voor zelfgenoegzaamheid en voor gemakkelijk oordelen over anderen als wij hen tekort zien schieten.
We zullen dan ook meer openstaan voor Gods liefde en barmhartigheid voor ons mensen die meer dan eens tekortschieten. Dat geeft ons moed om het toch maar steeds weer te proberen: God van harte liefhebben en de naaste als onszelf. Er zit niet anders op: “Ga dan en doe gij evenzo!” zo zendt Jezus ons het leven in. Of zoals Mozes sprak: “Het Woord is dichtbij u, in uw mond en in uw hart. Gij kunt het volbrengen”. Amen

Martin Los
Schriftlezingen volgens het wereldwijde r.k. lezingenrooster voor zon- en feestdagen
1) Lukas 10:25-37
2) 1e lezing: Deuteronomium 30:10-14

afbeelding: Good Samaritan by Olga Bakhtina 2016 in bezit van Archdiocese of Brisbane