Een ontwapenend gezicht

Preek aan het begin van de Vredesweek op de 25ste zondag door het jaar C 22 september 2019 in de Mariakerk en Willibrordkerk

‘Wie betrouwbaar is in het kleinste, is ook betrouwbaar in het grote” 1)  horen we Jezus zeggen.  Ieder woord van hem raakt ons. Ieder woord van Hem helpt ons om onszelf beter te kennen en te begrijpen en hoe we mogen leven als kinderen van God. Dus willen we graag weten wat deze woorden betekenen. Jezus prikkelt onze nieuwsgierigheid door te zeggen: “Wie betrouwbaar is in het kleinste, is ook betrouwbaar in het grote”. Het lijkt een soort raadsel dat Jezus ons voorhoudt. Wat is het kleinste? Wat is het grootste? Wat is voor onszelf het grootste, het belangrijkste? En wat is voor ons het kleinste, het minder belangrijke? Door die vraag aan onszelf te stellen, dringen we al iets dieper af in het geheim dat Jezus ons wil toevertrouwen. Waar draait ons leven om? Waar draait het in deze wereld om? Deze week is de troonrede geweest en de miljoenennota gepresenteerd. Daarin gaat het over geld, bezit en macht. En we kijken als burgers allemaal of er op vooruit of op achteruit gaan. Kunnen we de toekomst zonder zorgen tegemoet gaan? Kunnen we zonder zorgen gaan slapen. Geld, bezit en macht zijn voor ons heel belangrijk. Vooral in ons land dat behoort tot de rijksten van de wereld. In de peilingen staan de inwoners van ons land inde toptien van de gelukkigste ter wereld. Zou dat alleen met onze welvaart te maken hebben? Dan moeten we vrezen dat we onmiddellijk ongelukkiger zijn als de economie achteruit zou gaan. Is dat echt zo? Hangt ons leven helemaal af van ons bezit, van het geld dat kunnen uitgeven, en van de macht die we kunnen uitoefenen? Als we alleen maar bezig zijn met de groei van de economie en van ons eigen bezit, om er zelf beter van te worden, slaan we de plank dan niet ontzettend mis?
Want als je meer bezit of verdient dan jezelf nodig hebt, wat voor goeds zou je dan niet kunnen doen om anderen te helpen in hun nood. De mensen die uitzichtloos diep in de schulden zitten, de gezinnen die nauwelijks rond kunnen komen, de eenzame ouderen. Als we voor hen geen oog hebben, is dan de felle kritiek van de profeet Amos niet van toepassing: “hoort toe, jullie die de armen verdrukken….”? 2) Bezitten we ons bezit, ons geld en macht op een rechtvaardige manier. Gaan we ermee om op een gewetensvolle manier?
“Wie betrouwbaar is in het kleinste, is ook betrouwbaar in het grootste”. Langzamerhand begint het ons te dagen.  Het ‘kleinste’ in de ogen van Jezus is dat waar wij ons druk om maken alsof ons leven daarvan afhangt. Geld, bezit, macht. Wat ons soms bovendien verleidt om egoïstisch en onrechtvaardig te zijn. Als we met dat ‘kleinste’ waar ons leven en ons geluk helemaal niet van zou moeten afhangen, niet rechtvaardig omgaan, hoe zouden we dan met het grootste omgaan? Met datgene waar ons leven echt om zou moeten draaien: het rijk van God en het eeuwige leven. Dat we begrijpen waar het echt om gaat. Wat echt voldoening geeft. Nood lenigen. Vrede stichten. Stem geven aan mensen die niet gehoord worden. Hoop bieden aan mensen zonder uitzicht.
Uit de eigen bubbel stappen en mensen ontmoeten met een andere cultuur. Niet óver elkaar praten, maar mét elkaar. Deze week is ons land opgeschrikt door een laffe ongehoorde moord op een advocaat. Een aanslag op onze rechtsstaat. Waarschijnlijk in opdracht van criminelen met een Marokkaanse achtergrond. Laten we dan niet met een scheef oog naar een hele bevolkingsgroep kijken om een zondebok te zoeken. Zouden we hen beter kennen, dan zouden we weten dat zij even geschokt zijn als iedereen. Hoe zou God ons het grootste toevertrouwen, zijn rijk, als we het aardse, wat vergankelijk is, niet goed gebruiken?
Als we werkelijk op God vertrouwen, dan moeten we in dit leven rechtvaardig en eerlijk omgaan met ons bezit, onze middelen, en onze macht. Valt dat op de één of andere manier niet in het niet als het gaat om de mens die we ten diepste zouden willen zijn, onze ziel, om een gerust geweten, om de grote gave dat we God mogen kennen en dat we weten dat we zijn kinderen zijn dankzij Jezus Christus.
Laten we die kostbare schat koesteren. Laten we met volle overgave ons daarvoor inzetten. Want als we dat niet doen, maar schipperen, dreigen we ons geloof in God te verliezen. Dan wordt de wereld een gesloten geheel zonder uitzicht. Een gevangenis zonder ramen. Jezus is juist gekomen om onze bubbel open te breken. Hij is gekomen om de grens tussen God en mensen, te overwinnen. Het thema van deze Vredesweek is ‘Vrede verbindt over grenzen’. De vrede van God met de mensen mogen we door het geloof al van harte beleven. En we mogen die vrede voorleven aan de wereld waarin wij wonen. We mogen en moeten ook elke dag bidden voor de vrede in de wereld en ons daarvoor inzitten. Zoals Paulus zegt: ik wil dat op elke plaats waar de gemeente samenkomt om te bidden, de mannen (hij zei nu zeggen: mannen, vrouwen, iedereen) de handen opheffen in een geest van godsvrucht, die haat en ruzie uitsluiten 3). Naar God opgeheven handen. Wat een ontwapenende werkelijkheid. Amen

(c) Martin Los

Schriftlezingen volgens het R.K. lezingenrooster voor Zon- en feestdagen voor deze 25ste reguliere zondag
1) Evangelie: Lukas 16:10-13
2) 1e lezing: Amos 8:4-7
3) 1 Timotheus 2:1-8



Kijk om je heen, je bent niet alleen

Preek op de 23e zondag door het jaar op 8 september 2019 in de Willibrord kerk tijdens de eucharistie aan het begin van de Parochiedag

‘Als iemand zijn kruis niet draagt en mij volgt, kan hij mijn leerling niet zijn” 1)
Lieve broeders en zusters, ‘Weet waar je aan begint’ lijkt Jezus te zeggen tegen de talloze mensen die hem gevolgd zijn. In het gewone leven doét iedereen dat. Iemand die een huis laat bouwen, maakt eerst een begroting. Want stel je hebt onvoldoende middelen dan kom je misschien niet verder dan het fundament. Dan zullen voorbijgangers hun hoofd schudden omdat je niet goed hebt nagedacht en niet met beleid tewerk bent gegaan. Het doet denken aan veelbekeken t.v. programma’s als ‘Ik vertrek’. Mensen dromen van een nieuw bestaan in een zonnig land, kopen een vervallen huis en een stuk land om een bed&breakfast te starten. Zeggen hun baan op. Steken er al hun spaarcenten in. Maar je voelt al aankomen dat de meesten geen idee hebben waar ze aan beginnen. Een fiasco in het vreemde land dreigt. Wat drijft ons naar zulke programma’s te kijken? Leedvermaak?  Of als een waarschuwing voor iedereen die droomt van een nieuw begin, om je niet zomaar in een avontuur te storten.
Jezus nodigt de mensen ook uit om een nieuw bestaan te beginnen. Hij gunt dat iedereen. Maar hij wil niet dat zij die hem volgen, zich hals over kop in een avontuur storten, en dat anderen zich vrolijk over hen maken omdat ze na een enthousiaste start moeten afhaken.
Waar moet je dan aan voldoen om een echte leerling van Jezus te zijn en hem in je leven te volgen? Wat moet je vooraf beseffen? Jezus zegt niet: ‘als je niet aan die voorwaarde voldoet, deug je niet als mens. Nee, hij zegt: ‘dan kan je mijn léérling niet zijn’.
Waar moet je dan voor je begint aan denken? “Als iemand naar mij toekomt die zijn vader en moeder, zijn vrouw en kinderen…ja zelfs zijn eigen leven niet haat, kan hij mijn leerling niet zijn”. Wat is dat nou? We houden van nature van onze ouders, onze kinderen, ons leven, en we hebben onze man of vrouw innig lief. Hoe kun je die nou haten? Jezus bedoelt hier niet dat we een hekel aan ze moeten hebben, maar dat we de liefde tot God op de eerste plaats zetten. Je leven als christen kan je in bepaalde situaties in conflict brengen met je familie, zelfs met jezelf. Durf je dan te kiezen voor de weg van Jezus? Als we hem op de tweede plaats stellen, zullen we niets van hem begrijpen. We zullen ons op den duur aan hem gaan ergeren.
Daarom stelt Jezus ons steeds de vraag of we ons werkelijk realiseren wie hij is, de Christus, de Zoon van God die in de wereld is gekomen om ons terug te brengen bij God. Die ons bevrijdt als kinderen van God, en die ons het eeuwige leven schenkt.  Ouders, gezinsleden, vrienden, ons eigen leven, moeten voor onze geloof in hem geen sta in de weg zijn .
Volwassen die tot geloof komen, worstelen vaak lange tijd voordat zij aan hun ouders en omgeving dit durven vertellen uit vrees voor onbegrip en misschien afwijzing. Het voelt als het ware als ‘uit de kast’ komen. Vaak blijkt de familie helemaal  niet zo afwijzend. Ze zijn blij als hun kind gelukkig is met dit nieuwe bestaan als gelovig mens. Maar soms kom je echt alleen te staan. Dan sta je in de kou. Daar is moed voor nodig.
Het kan ook gebeuren dat je als kind gedoopt bent en als christen bent opgevoed, maar dat het je persoonlijk niet zo raakte. Als je dan later Gods liefde opnieuw ontdekt lijkt dat soms op een soort verliefdheid. Dan denk je misschien ook dat anderen dat gek vinden. Maar ze zullen juist blij zijn. Misschien wel een beetje jaloers.

Het lijkt wat vreemd, zusters en broeders, om op een parochiedag zo stil te staan bij het geloof als een heel persoonlijk iets, een persoonlijke beslissing om Jezus te volgen en God boven alles lief te hebben.
Maar zo gek is dat niet. Want dat geloof, en dat je Jezus liefhebt en volgt, vraagt om erkenning. Je wilt dat ook delen met anderen die de zelfde beslissing hebben genomen. Als je ontdekt dat je geloof in Jezus je gelukkig maakt, als het je energie geeft en je leven zinvol maakt, dan wil je dat graag met anderen delen. Je wilt het ook vieren. Samen met alle anderen die zich ook verwonderen over het feit dat Jezus hen gegrepen heeft en hen nooit meer los laat. Daarom vormen we  samen een gemeenschap. Daarom komen we samen om ons geloof te vieren op de zondag. Dat hebben we ook nodig om ons geloof te onderhouden. Want ons geloof is wel zeer persoonlijk, maar in je eentje geloven is moeilijk. En ook niet nodig. Want je bént niet alleen. Als je samenkomt, zie je en voel je dat je niet alleen bent. Dan ga je weer vol goede moed het gewone leven in om daar je geloof handen en voeten te geven.
Geloof heeft onderhoud nodig, en ook de geloofsgemeenschap. Soms is er herstel en vernieuwing nodig. Zoals ook ons kerkgebouw, dat vandaag in de steigers staat.
In zo’n gemeenschap hebben velen ook een bijzondere taak om de gemeenschap te dienen. De ambtsdragers, de bestuurders, de medewerkers, de vrijwilligers van kosters tot bezorgers van het parochieblad, van zangers tot schoonmakers van de kerk.
Laten we blij en gelukkig zijn dat we ieder persoonlijk door God geroepen zijn om te geloven én dat we ook allen samen geroepen zijn om een huis voor God te zijn waar alle mensen welkom zijn. Welkom om nieuwe mensen te worden door de liefde van God. Laten we trots zijn op ons geloof, onze gemeenschap, onze kerk. Laten we elkaar koesteren. En laten we dagelijks bidden voor elkaar en voor het welzijn en de bloei van onze parochie.
“Als iemand zijn kruis niet draagt en mij volgt, kan hij mijn leerling niet zijn’. Wat een troost dat we ons kruis niet alleen hoeven dragen. We mogen het gelukkig samen doen. Kijk eens om je heen. Je bent niet alleen. Amen.
(c) Martin Los

1) De schriftlezingen zijn van de 23e zondag door het jaar volgens het r.k. leesrooster. Evangelielezing: Lukas 14:25-33