Koning van de harten

Preek op het Hoogfeest van Christus, Koning van het heelal op zondag 24 november 2019 in Mariakerk en Willibrordkerk

Lieve zusters en broeders, als je aan mensen in je omgeving zou vragen: “waar ligt de werkelijke macht in deze wereld?” dan zullen sommigen antwoorden “bij het geld”. Anderen zullen zeggen: “bij de staten die de grootste strijdmacht hebben”. Anderen, meer filosofisch “bij het kwade dat onuitroeibaar is” of “bij de dood, waar niemand tegen opgewassen is”.
Al deze machten roepen ook fascinatie en verering op. Op allerlei wijzen wordt het geld vereerd, met de beurzen en banken als een soort tempel. Degenen die zweren bij wapens, organiseren parades van tanks en raketten als heuse processies. Het kwade wordt vereerd in de vorm van een onderwereld die zich onaantastbaar waant. En het lijkt wel alsof in onze dagen een cultuur van de dood heerst, nu de dood hoe langer hoe meer wordt gepresenteerd als een alternatief voor het leven. Vroeger waren mensen bang voor de dood. Nu lijken steeds meer mensen bang voor het leven.
Als je vindt dat alles in deze wereld bepaald wordt door het geld, dan ga je je daar waarschijnlijk zelf ook naar gedragen. De waarde van zaken wordt dan alleen nog maar bepaald door geld. Of als een cultuur ontstaat waarin de dood een alternatief voor het leven is, zie je dat het leven geen absolute waarde meer is. Je ziet dat ouderen en chronische zieken zich overbodig gaan voelen, een last voor anderen. Of waar schoonheid aanbeden wordt, schamen velen zich voor hun lichaam dat minder volmaakt is, en voelen zich diep ongelukkig.
Al het aardse dat we als het ware goddelijke macht toekennen, werpt ons mensen terug in een soort slavernij alsof we onze ziel aan de duivel verkocht hebben. Het gebeurt niet bewust. Het gaat vaak heel geleidelijk. Paulus noemt dit “het domein van de duisternis” 1).
Maar wij mensen zijn niet geschapen om slaaf te zijn. We zijn geschapen om God te dienen en vrije mensen te zijn die luisteren naar hun geweten. Alleen de gemeenschap met God kan ons gelukkig maken, God die onzichtbaar is, omdat hij uitgaat boven alles wat geschapen is.
“Dankt God, de Vader, blijmoedig” zegt Paulus “omdat Hij u in staat stelde te delen in de erfenis van de heiligen en te leven in het licht. Hij heeft ons ontrukt aan het domein van de duisternis en overgebracht naar het koninkrijk van zijn geliefde zoon. Het is het beeld van de onzichtbare God”.
Deze tekst is uit één van de eerste christelijke hymnen. Christus wordt genoemd: beeld van de onzichtbare God. Als we Jezus liefhebben en kennen, kennen we dus God en leven we in gemeenschap met God.
Wie God is, wat leven is, wat liefde is, wat vrijheid is, wat geluk is, wat van blijvende waarde is, ontdekken we door naar Jezus te kijken als degene om wie alles draait, degene door wie alles zin krijgt, degene door wiens lijden, dood en verrijzenis, het kwade en de dood niet het laatste woord hebben over ons en deze wereld.
Heel aangrijpend wordt dat verbeeld bij de kruisiging als de ene misdadiger spijt krijgt en gelooft dat Jezus zijn redding is, om op het moment dat hij zal sterven toch een nieuwe mens te mogen zijn: “Jezus denk aan mij wanneer Gij in uw koninkrijk gekomen bent” 2). Dan zegt Jezus: “ik verzeker je, heden zul je met mij in het paradijs zijn”. De overheidspersonen honen Jezus en roepen: als je de koning bent, redt dan uzelf. Zo ook de soldaten. En tenslotte één van de twee misdagers die samen met Jezus gekruisigd zijn.
Kortom: Jezus is de koning van het heelal, door het offer van zijn leven dat hij gebracht heeft voor de wereld. Hij is niet gekomen om zichzelf te redden, maar heel de mensheid. Bij ‘heelal’ denken we tegenwoordig aan het alsmaar uitdijende heelal met zijn planeten en melkwegstelsels. Maar koning van het heelal wil zeggen: koning van al wat bestaat, de zichtbare en de onzichtbare dingen, hemel en aarde. Koning van onze harten. Door Jezus mogen we al deel uit maken van zijn koninkrijk. We maken deel uit van zijn koninkrijk door het geloof. We mogen werkelijk vrij zijn van de machten van deze wereld. We mogen al werkelijke vrije mensen zijn door Jezus oprecht na te volgen in liefde voor elkaar en voor onze medemensen en voor deze aarde en heel de schepping. Wij mogen gelukkig zijn omdat we Jezus ontdekt hebben als het begin en het einde van alles.
“In Hem heeft God willen wonen in heel zijn volheid “ zegt Paulus. “in heel zijn volheid”, niet maar een beetje, maar met heel zijn wezen. “Om door Hem heel het heelal met zich te verzoeken en vrede te sticht door het bloed aan het kruis vergoten om alles in de hemel en op de aarde te verzoenen, door Hem alleen”
Dat offer mogen we elke keer als we samen komen vieren in de eucharistie. In de viering van dat offer zijn we verenigd rondom het Lam Gods dat wegdraagt de zonden der wereld. We vieren daarin al de almacht van Gods liefde en de overwinning op zonde en dood. Het koningschap van Christus.
Volgende week zondag begint voor ons bisdom en onze parochies het Jaar van de eucharistie. Bidden we dat daar zegen op mag rusten. Dat we mogen beleven dat het offer van het Lam Gods onze harten en de harten van velen – ook de jongere generatie – weer sneller doet kloppen voor Jezus als onze koning. Hij geeft ons de ware vrijheid die ons waarachtig mens maakt. “Ontrukt aan het domein van de duisternis en overgebracht naar het koninkrijk van zijn geliefde Zoon’. Amen

pastoor Martin Los

Schriftlezingen voor deze zondag uit het lectionarium voor zon- en feestdagen van de r.k. kerk

1e lezing: 2 Samuel 5:1-3
2e lezing: Kolossenzen 1:12-20 1)
Evangelie: Lucas 23:35-43





In liefde gedenken en verbonden blijven

Preek tijdens de eucharistie b.g.v. de gedachtenis van de overledenen in onze parochie in het afgelopen jaar

“Wees niet bedroefd zoals de mensen die geen hoop hebben” horen we Paulus zeggen tot de gelovigen in Thessaloniki 1).
Onze eerste reactie is misschien: hoe kan hij nou zoiets zeggen? Wij voelen allemaal de tranen opwellen bij de gedachte aan onze dierbare overledenen die nog maar zo kort geleden gestorven zijn. Droefheid hoort tot bij verlies en gemis? Ja, dat is zo. Vandaag delen we zelfs in elkaars verdriet om te laten zien dat we niet de enigen zijn die tranen in de ogen hebben en pijn in ons hart voelen. Dat verlicht. Want door ons verdriet voelen we ons soms afgezonderd van de wereld om ons heen en lopen verloren rond. Maar we herkennen hier lotgenoten. We zijn níet alleen.
Paulus bedoelt niet dat we geen droefheid zouden mogen voelen, maar dat we niet de hoop moeten verliezen. Hoop dat onze gestorvenen niet voorgoed verdwenen zijn in een zwart gat. Hoop dat zij nu bij God zijn en dat Jezus Christus door zijn dood en verrijzenis hen heeft meegevoerd naar de hemel. Zijn Pasen is ook hun Pasen geworden.
Heeft Jezus niet gezegd: “Ik ga heen om een plaats voor jullie te bereiden en als ik dat gedaan heb, kom ik terug om jullie op te nemen bij mij, opdat ook jullie mogen zijn waar ik ben”? 2)  Die belofte geldt niet alleen voor ons die nu leven. Ze geldt ook en allereerst voor onze gestorvenen. Wij bewaren hen in ons hart. We blijven innig verbonden met ze. De hemel is het hart van God waarin Hij hen voor ons bewaart. Zijn schatkamer waar geen onheil hen kan deren; waar zij in vrede zijn in afwachting van de dag waarop Gods rijk aanbreekt.
Die hoop moet ons verdriet verzachten zoals we ons in de kou warmen aan een houtvuur. Laten we door het geloof die hoop levend houden. Die hoop is ook een grote steun om onze band met onze overledenen te onderhouden. Want we blijven met elkaar verbonden. Een mens die sterft is geen ding dat het niet meer doet. Iedere mens is een persoon met een naam en een gezicht zonder wie we ons leven niet kunnen denken. Die door de herinneringen, de woorden en de daden en gebeurtenissen, ons blijven vergezellen en tot ons blijven spreken.
Daarom is het goed om die band te onderhouden. Door een foto in de kamer, door een bloemetje, een kaarsje, door met elkaar over hen te blijven spreken en verhalen te vertellen, door ons te laten bemoedigen door hun voorbeeld, en door dagelijks hen aan God in gebed op te dragen. Zij leven voor God, laten we ook op een nieuwe manier blijven leven voor onszelf.
Het geloof van de kerk en de liturgie wil ons daarbij helpen. Door haar gebed. In het bijzonder in de eucharistie. Zij is “bron en hoogtepunt van christelijk leven”, ook in onze omgang met onze overledenen. In de eucharistie komt Jezus Christus telkens op ons toe als de levende Heer die door zijn liefde voor ons de dood heeft overwonnen. Zoals Hij eens zal komen en de doden zullen verrijzen, om allen levenden en doden met zich mee te voeren, zo komt Hij nu al op ons toe in de eucharistie. We zien als het ware de hemel openstaan met alle engelen en gelovigen die ons zijn voorgegaan rondom het Lam van God dat wegneemt de zonden der wereld. Zo mogen we in gedachten en geloof ook onze overleden broeders en zusters in de hemel rondom de Heer verenigd zien. En als Hij ons in de communie zijn lichaam schenkt, schenkt Hij ons daardoor ook de gemeenschap met onze gestorvenen. Juist de eucharistie is een buitengewoon troostvol middel om de band met hen die gestorven zijn en die we blijven beminnen, te onderhouden.
“Weest niet bedroefd zoals degenen die geen hoop hebben”. Laten we de hoop in ons koesteren en aanwakkeren. Ze helpt ons niet alleen de moed niet te verliezen, maar ze versterkt ook de band met onze gestorven en met allen die leven vanuit de hoop. Amen

Martin Los
Schriftlezingen in deze Mis voor de gestorvenen van het afgelopen jaar
1) 1e lezing: I Thessalonicenzen 4:13-18
2) Evangelie: Johannes 14:1-7
afbeelding: na afloop van de eucharistie volgde het bezoek aan het kerkhof en de graven. Op elk graf werd een witte chysant gelegd