homilie tijdens de beide Vormselvieringen 24 en 25 oktober 2020 in de Mariakerk
“Als je mij liefhebt ….zal de Vader op mijn gebed jullie een andere Helper schenken om voor altijd bij jullie te blijven” zegt Jezus tegen zijn leerlingen tijdens het afscheidsgesprek: de Geest van de waarheid 1).
Zolang Jezus bij hen was konden ze altijd naar zijn woorden luisteren. Ze konden altijd een beroep op hem doen. Hij was hun echte herder, hun leraar. Maar straks- als hij er niets meer zou zijn – hoe moesten ze dan verder? Jezus kent hun vrees. “Geen zorg” zegt hij: “als je mij liefhebt, komt er een níeuwe helper, de Geest van de waarheid.
Ik dacht aan jullie, meisjes en jongens. Jullie hebben ook helpers. In de eerste plaats je ouders. Ze staan altijd voor je klaar. Dag en nacht. Maar er komt een moment dat je steeds meer op eigen benen wilt staan. Je krijgt meer verantwoordelijkheid. Ook op school. En op den duur ga je het huis uit. Da’s aan de ene kant iets waar je tegenop ziet. Maar ook iets waar je van droomt. Gelukkig voor jullie gaat dat heel geleidelijk. Heel anders dan bij de zwanenfamilie die elke dag in de singel voor mijn huis voorbij komt. In het voorjaar zijn 5 jongen geboren. En nu moeten ze al op eigen zwemvliezen staan en voor zichzelf zorgen.
Meisjes en jongens, jullie groeien op tot volwassen mensen. Je leert op eigen benen staan. Je helpers doen steeds meer een stapje terug. Hoe gaat het dan verder? Zul je het wel redden? Ja, want je hebt een heleboel meegekregen van thuis en school. Je hebt aan de mensen in je omgeving gezien waar zij warm voor liepen? Waar zul jij zelf warm voor lopen? Je hebt gezien hoe je omgeving met problemen omging. Dat geeft moed en vertrouwen. Je hebt gezien wat volwassenen de moeite waard vonden om voor te leven. Dat zit allemaal in je rugzak als een soort gids voor je eigen verdere leven. Een soort hulp voor onderweg, Je bent geen klein kind meer dat dingen nog laat uit angst voor straf, of dingen doet om een beloning. Je bent er achter gekomen dat je innerlijk met jezelf kunnen spreken en nadenken over wat goed is en wat verkeerd. Wat je in beweging zet en wat je raakt. Dat is dat je je van jezelf bewust bent. Je bewustzijn of met een ander woord: je geweten. je eigen geest.
Jezus zei bij zijn afscheid tot zijn leerlingen: “als je mij liefhebt, zal de Vader op mijn gebed jullie een nieuwe helper zenden, de Geest van de waarheid”. Hij zegt nu hetzelfde tegen jullie: “jullie staan steeds meer op eigen benen. Je begrijpt steeds meer wat is het is mens te zijn. En je wilt straks ook je steentje bijdragen aan de menselijke samenleving, je wilt deze wereld door jou toedoen een beetje beter en mooier maken. Vertrouw dan op mij, zegt Hij. Ik zal jullie de heilige Geest schenken. Die zal jullie daarbij helpen. Die is jullie coach.
Beste vormelingen waar het omgaat, is dat je Jezus zelf liefhebt. Jullie hebben hem leren kennen door de doop en door je opvoeding, door met je ouders naar de kerk te gaan, door in de kinderbijbel te lezen. Je hebt leren bidden. je hebt je een aardig beeld gevormd van wat hij ons heeft geleerd in de Evangeliën. Je hebt mooie voorbeelden gezien van mensen die leefden zoals Jezus bedoelde in je eigen omgeving, of in de wereld, of de heiligen bij God in de hemel. Alles bij elkaar, hopen we, genoeg om van Jezus te houden en te blijven houden ook als je je eigen weg gaat. Dan mag je overtuigd zijn van zijn belofte dat je er niet alleen voor komt te staan, maar dat de Geest van Jezus je altijd bijstaat, met raad en daad.
Het eerst wat die Helper, de Geest van de waarheid, doet is, jou sterken in je geloof dat je een kind van God bent. In de tweede lezing hoorden we de apostel Paulus zeggen: “De Geest van God getuigt met onze eigen geest, dat we Gods kinderen zijn” 2). “Onze eigen geest” dat is dus ons bewustzijn, ons geweten. Ons innerlijk gesprek met onszelf. De Geest van God mengt zichzelf in dat gesprek. Hij leert ons tegen God net als Jezus “Vader” te zeggen.
Dat laat dit sacrament van het Vormsel zien. Door de handoplegging en de zalving raakt God ons aan. Hij sterkt ons. Zijn Geest raakt onze geest. Hij zegt je in beweging om die mens te zijn die je graag wil zijn, om je liefde voor Jezus te laten blijken.
Die Geest raakt jou persoonlijk aan. Maar die Geest maakt je ook bewust van de hele kerk om je heen. Want die handoplegging verbindt ons allemaal aan elkaar. Als ik straks mij hand als priester op jullie hoofd leg, dan kan ik dat alleen maar omdat op mijn hoofd ooit- dertig jaar geleden – de bisschop zijn hand op mijn hoofd legde bij mijn priesterwijding. En op het hoofd van die bisschop toen lag de hand van zijn voorganger. Enzovoort enzovoort. Tot aan de apostelen. Zie je het voor je. Een ononderbroken leiding van de Geest. Door de handoplegging wordt je opgenomen in de gemeenschap van de Heilige Geest. Jullie mogen in alle vrijheid je eigen bijdragen leveren aan de gemeenschap.
Die gemeenschap die leeft met het visioen van gerechtigheid en vrede voor ogen: van de wolf en het lam dat in vrede leeft 3). Het visioen van Jezus Christus, de Gezalfde van God, op wie de Geest van God ruste, diezelfde geest waarin wij mogen delen.
Daarom bidden we als parochiebestuur en pastoraal team en bij allerlei vergaderingen vooraf: “Kom, Heilige Geest, vervul de harten van uw gelovigen en ontsteek in hen het vuur van uw liefde. Zend uw Geest uit en alles zal herschapen worden. – En Gij zult het aanschijn van de aarde vernieuwen. Amen“
pastoor Martin Los
Schriftlezingen tijdens deze eucharistie waarin het Vormsel werd toegediend
1) Evangelie: Johannes 14:15-17
Als gij Mij liefhebt, zult ge mijn geboden onderhouden. Dan zal de Vader op mijn gebed u een andere Helper geven om voor altijd bij u te blijven: de Geest van de waarheid, voor wie de wereld niet ontvankelijk is, omdat zij Hem niet ziet en niet kent. Gij kent Hem, want Hij blijft bij u en zal in u zijn.
2) 2e lezing Romeinen 8:14-17
Allen die zich laten leiden door de Geest van God, zijn kinderen van God. De geest die gij ontvangen hebt, is er niet een van slaafsheid, die u opnieuw vrees zou aanjagen. Gij hebt een geest van kindschap ontvangen, die ons doet uitroepen: Abba, Vader! De Geest zelf bevestigt het getuigenis van onze geest, dat wij kinderen zijn van God. Maar als wij kinderen zijn, dan ook erfgenamen, en wel erfgenamen van God tezamen met Christus, daar wij delen in zijn lijden, om ook te delen in zijn verheerlijking.
3) 1elezing: Jesaja 11:1 – 9
Een twijg ontspruit aan de stronk van Isaï, een telg ontspruit aan zijn wortel. De geest van de Heer rust op hem, een geest van wijsheid en inzicht, een geest van beleid en sterkte, een geest van kennis en ontzag voor de Heer. hij ademt ontzag voor de Heer. Niet naar uiterlijke schijn spreekt hij recht en hij doet geen uitspraak op grond van loze geruchten; hij geeft de geringen hun recht en de armen in het land krijgen een eerlijk vonnis. (…..)
Gerechtigheid draagt hij als een gordel om zijn lenden, en trouw als een gordel om zijn heupen. De wolf en het lam wonen samen, de panter vlijt zich neer naast het bokje, het kalf en de leeuw weiden samen: een kleine jongen kan ze hoeden. De koe en de berin sluiten vriendschap, hun jongen liggen bijeen. De leeuw eet stro als het rund, de zuigeling speelt bij het hol van de adder, het kind strekt zijn hand uit naar het nest van de slang. Niemand doet nog kwaad of handelt nog verderfelijk op heel mijn heilige berg; want de kennis van Jahwe vervult het hele land, zoals het water heel de bodem van de zee bedekt.
Maandelijks archief: oktober 2020
Het leven moeten we vieren
Homilie op de 28e zondag door het jaar 11 oktober 2020 Willibrord en Mariakerk
“Gaat uitg naar de kruispunten van de wegen en nodigt iedereen, goeden en slechten uit voor de bruiloft” 1)
Lieve broeders en zusters, Jezus vertelt over een bruiloftsfeest dat niet door dreigt te gaan. Een bruiloft die niet doorgaat is iets wat normaal gelukkig niet vaak voorkomt. Maar in deze tijd van Corona moest het ene bruiloftsfeest na het andere en allerlei andere feesten worden afgezegd vanwege het geringe aantal toegestane gasten om besmetting met het virus te voorkomen. Heel triest voor alle betrokkenen.
We beseffen hoe diep deze crisis ingrijpt in het sociale leven. Juist nu ervaren we het gemis van gewoon menselijk contact. Wat we allemaal heel normaal vonden – een handdruk, een omhelzing, samen aan tafel zitten, verjaardag vieren met elkaar in huis – is al maanden taboe. Die handdruk, omhelzing, maaltijd met elkaar, verjaardagen enzovoort, zijn rituelen die we voltrekken omdat we het leven willen vieren. We willen de band met elkaar bevestigen. Ook in de viering bij uitstek van de maaltijd van de Heer. De band met Jezus en met God.
Het rijk van God aan het eind der tijden beschrijft de profeet Jesaja zelfs als een feestelijke maaltijd : “De Heer van de hemelse machten richt op deze berg voor alle volkeren een feestmaal aan”. We horen de echo van die profetie in de gelijkenis die Jezus vertelt over de bruiloft die niet door dreigde te gaan: Gaat naar de kruispunten van de wegen en nodigt alle mensen, goede en kwaden uit voor de bruiloft”.
Het leven dat God schenkt moet gevierd worden. Het is van unieke waarde in zichzelf. Het is geen míddel tot een bepaald doel. Als we het leven alleen bezien vanuit het oogpunt van nut dan doen we het leven te kort. En onszelf. En de Gever van het leven. Vandaar dat we altijd behoefte voelen het leven te vieren, ook als tegenwicht voor de inspanningen en moeite en verdriet die ons leven met zich meebrengt. Het boek van de wijsheid van Prediker (3:12,13) zegt: Ik heb vastgesteld dat voor de mens niets goeds is weggelegd, behalve vrolijk te zijn en van het leven te genieten. Want wanneer hij zich aan eten en drinken te goed doet en geniet van al het goede dat hij hij moeizaam heeft verworven, is dat een geschenk van God. Bij inspanningen moeten we niet alleen denken aan lichamelijke en mentale inspanning, maar ook aan moed en inzet voor rechtvaardigheid. Dit is dus geen frivole gedachte van mensen die graag boemelen. De profeten spreken zelf over het leven samen vieren, met alle volkeren, zonder wanklank.
Jezus zelf was onder de genodigden op de bruiloft te Kana. Hij ging op de uitnodiging in van aanzienlijke Joden, maar ook bij tollenaars om aan te zitten aan de maaltijd. En het laatste wat Jezus deed voor hij het offer van zijn leven ging brengen was de maaltijd houden met zijn leerlingen. Maaltijd houden is niet het zelfde als je honger stillen om te overleven en kracht op doen voor de dagelijks arbeid. Maaltijd houden is onderstrepen en vieren dat je een gezin vormt met elkaar, een vriendenkring, een gemeenschap van mensen die samen ervaringen en verhalen delen. Vieren dat je iets met elkaar hebt. Dat je ondanks alle verschillen in karakter, in visie, ondanks conflicten, één bent en in vrede leeft met elkaar.
Wanneer we hopelijk over niet al te lange tijd weer met familie en vrienden aan tafel kunnen zitten, als er weer bruiloften en andere feesten gevierd kunnen worden, als we onze oude moeder in het verzorgingshuis weer onbezorgd kunnen omhelzen, vergeven en vergeten, ,verzoening, zal het zijn als een Bevrijdingsdag wanneer de vijandelijke onderdrukking – in dit geval van het virus – overwonnen is.
Hopelijk leidt het tot een nieuwe beleving van wat samen menszijn betekent.
De gelijkenis van de bruiloft die niet door dreigde te gaan vertelt van het onbegrijpelijke gedrag van de genodigden die de uitnodiging afsloegen. Ze gaven als reden dat ze nuttiger dingen te doen hadden: een akker die te koop was bekijken, zaken die voorrang hadden. Hoe vaak gebeurt het niet dat we aan leven niet toe komen omdat we geen tijd hebben. Geen tijd voor elkaar in het gezin, het huwelijk, de gemeenschap. Het leven zoals het bedoeld is door God, leven vanuit Gods genade, leven vanuit de vrijheid van Gods kinderen, komt vaak op de tweede of zelfs de laatste plaats.
Maar Jezus vertelt de gelijkenis niet om zijn hoorders te vertellen dat mensen het rijk van God in de weg staan en het uiteindelijk niets wordt. De clou is juist dat God zich daardoor niet laat ringeloren. Als de genodigden – dat wil zeggen: de mensen die beter zouden moeten weten – het af laten weten, stuurt hij zijn knechten naar de mensen op de hoeken van de straten. Zonder onderscheid. Iedereen is welkom.
Dat is het Evangelie van Jezus Christus: dat de uitnodiging om het leven te vieren niet beperkt is tot de rijken en aanzienlijk. Dat is voor iedereen weggelegd. Het enige wat we moeten doen is je open stellen voor de genade van God, voor zijn onbeperkte en onvoorwaardelijke liefde. Dan zullen we volop kansen zien om het goede te genieten met onze mede mensen. Dan zullen we ook in moeilijke tijden de moed niet opgeven. Laten we ons niet overgeven aan de somberheid. Dan zal ons eigen leven door het geloof in Jezus een voorbode zijn van de Maaltijd die God heeft klaarstaan aan het einde der tijden, de Maaltijd van het eeuwige leven. Daarom viert de kerk in opdracht van Jezus de eucharistie: Dankzegging om dit leven, in het licht van het eeuwige leven. Of zoals Paulus schrijft aan de gelovigen in Filippi: “Dan zal God met goddelijke rijkdom in al uw noden voorzien door u de heerlijkheid te schenken in Christus Jezus”. 3) Amen
(c) Martin Los
lezingen tijdens de eucharistie op deze 28e gewone zondag door het jaar volgens het r.k. lezingenrooster
1) Evangelielezing: Mattheus 22:1-14
2) 1e lezing: Jesaja 25:6-10
3) 2e lezing: Filippenzen 4:12-14,19-20
Afbeelding: maaltijd voor daklozen na annulering huwelijk. foto NOS