Midden in de nacht of bij het hanengekraai

Preek op de eerste Adventszondag jaar B 29 november 2020  Mariakerk en Willibrordkerk

“Kijk uit. Weest waakzaam. Want je weet niet wanneer het de tijd is” 1)
Jezus bereidt zijn leerlingen voor op de dag dat hij niet meer bij hen is. Hij vergelijkt hun situatie met een heer die naar het buitenland is. Hij heeft zijn dienaren het beheer over zijn bezit overgedragen en ieder een taak gegeven. Hij heeft hen de vrijheid gegeven om naar eigen inzicht en vermogen te handelen.
Die heer uit de gelijkenis heeft hen een eigen verantwoordelijkheid gegeven. In het begin is dat mooi en spannend. Maar houden ze het vol. We vinden het vaak een uitdaging om iets nieuws te beginnen. Maar als het nieuwtje ervan af, is laten we het versloffen, en dan beginnen we weer aan iets anders. De kunst is om iets nieuws vol te houden en te onderhouden. We moeten beseffen dat iets dat nieuw is altijd nieuw blijft als we het met dezelfde zorg en respect behandelen.
Verantwoordelijkheid is iets heel kostbaars. Maar op de lange duur kunnen we het als een last gaan ervaren. Vermoeidheid sluipt binnen. Dat vergelijkt Jezus met het uitblijven van de heer. Hij zal zeker terugkomen naar zijn bezit. Maar wanneer? “Midden in de nacht of bij het hanengekraai”? De vraag is: zullen de leerlingen onder alle omstandigheden trouw blijven aan Jezus? We weten dat ze in de hof van Gethsemane het waken en bidden met Jezus niet volhielden, maar in slaap vielen. En Markus uit wiens Evangelie we gedurende dit hele nieuwe kerkelijk jaar zullen lezen, vertelt dat Petrus Jezus verloochende toen een dienstmeid hem aanwees als leerling. Toen kraaide er een haan drie keer. Dit is een knipoog van Markus naar het “hanengekraai” in de gelijkenis die we hoorden: “Je weet niet wanneer de heer terugkomt: “’s avonds laat of midden in de nacht of bij het hanengekraai”. Het hanengekraai is de scheiding tussen donker en licht. Nog voor de zon opgaat. Het uur van de waarheid.

Het lijkt er dus op het eerste gezicht op dat de leerlingen niet waakzaam waren en dat zij hun verantwoordelijkheid veronachtzaamd hadden. Maar dat is niet wat het Evangelie ons wil zeggen. Zij waren inderdaad zwak en ze stelden teleur. Maar ondanks dat bleven zij vol verwachting. Want ze keerden Jezus na zijn kruisiging niet de rug toe alsof ze zich vergist hadden of dat hij zelf zich vergist had. Ze bleven bij elkaar. Ze wachtten op wat ging gebeuren. Waar alle mensen dachten dat het verhaal van Jezus met zijn dood was afgelopen. Ze zaten ook bij elkaar toen vrouwen hen kwamen zeggen: de Heer is opgestaan! Ze waren ook bij elkaar toen hij aan hen verscheen en hen zijn littekens liet zien. Ze handelden dus juist zoals Jezus hen had opgedragen toen hij zei: weest waakzaam!
De waakzaamheid waartoe Jezus ons oproept, de verantwoordelijkheid die hij ons geeft, betekent niet dat we nooit tekortschieten. Het betekent wél dat we hem trouw blijven, zelf als we soms zoals Petrus zeggen: ik ken die mens niet! Want op dat moment dat Petrus zijn Heer verloochende en de haan kraaide, herinnerde hij zich onmiddellijk wat Jezus over hem voorspeld had. In zijn geweten voelde hij hoeveel hij van Jezus hield. Juist toen hij die relatie met Jezus ontkende, voelde Petrus dat die relatie voor hem het liefste van de hele wereld was.

In deze Adventstijd oefenen we ons in verwachting. Maar we doen dat niet alsof we nog nooit van Pasen gehoord hadden. We verwachten Jezus als de gestorven Heer die is opgestaan en aan zijn leerlingen verschenen, maar opgestegen ten hemel. Ons hele leven staat dus in het teken van verwachting.
Niet anders dan de eerste christenen zoals in Korinthe. Paulus zegt in zijn brief tegen hen: jullie zien vol verwachting uit naar de Openbaring van onze Heer Jezus Christus 2). Verwachting gaat samen met verantwoordelijkheid. Jezus heeft ons zijn blijde boodschap in handen en het getuigenis van zijn verrijzenis gegeven. Hij heeft elk van ons in dat beheer een taak en plaats gegeven. We mogen daarmee omgaan in de vrijheid van Gods kinderen.
Laten we dan waakzaam zijn. Laten we niet passief afwachten en op zijn beloop laten. Want elke tijd kent zijn eigen verleidingen en uitdagingen. Voor we het weten komen we ineens voor keuzes te staan die bepalen of we wel of niet trouw blijven aan Jezus. Keuzes waaruit blijkt of we wel of niet zijn komst verwachten. We leven in een tijd van verwarring, van grote problemen op gebied van milieu en klimaat, economische ongelijkheid, politieke instabiliteit. We houden soms ons hart vast. Gaan we daarin met de grote stroom mee? Of wagen we het erop kritische vragen te stellen. Laten we ons er in elk geval bewust van zijn dat soms de haan zal kraaien. Het moment dat we ons realiseren we bijna Jezus hadden laten vallen door een verkeerde keuze, maar dat juist dan blijkt dat onze liefde tot hem sterker is dan wat dan ook, zelfs dan de dood.
“Weest waakzaam, want ge weet niet wanneer het ogenblik daar is”. Dat is geen bangmakerij, geen lat die te hoog wordt gelegd, geen stok achter de deur. Het is de Heer zelf die ons bemoedigt op hem te vertrouwen wat er ook gebeurt. Want wie wij verwachten is dezelfde die al gekomen is. Amen

(c) pastoor Martin Los
lezingen voor de eerste zondag van de Advent volgens het universele R.K. leesrooster
1) Evangelielezing: Markus 13: 33-37
2) 1e lezing: 1e Brief van Paulus aan de Korinthiers 1:3-9



Hartelijkheid zal je nooit berouwen

Preek op het feest van Christus Koning 22 november 2020 Mariakerk en Willibrordkerk

“Dan zal de koning zeggen: alles wat je gedaan hebt voor één van deze geringsten van mijn broeders, hebt je voor mij gedaan”1)
Lieve zusters en broeders, het feest van Christus Koning viert de kerk vandaag op de laatste zondag van het kerkelijk jaar. Daardoor zouden we de indruk kunnen krijgen dat het koningschap van Jezus een zaak is van een verre toekomst. We zouden daardoor kunnen denken dat de gelijkenis die Jezus vertelt over de rechter die de schapen van de bokken scheidt, iets is dat aan het eind der tijden lijkt te gebeuren. We zouden dan gemakkelijk kunnen denken dat het beeld van het laatste oordeel dat Jezus schetst, een waarschuwing is.  Een stok achter de deur voor ons die van nature misschien geneigd zijn tot egoïsme. Of een extra aansporing om goed te doen met de belofte van een beloning in het vooruitzicht
Verlichte despoten en filosofen die geloof in God iets voor het gewone volk vonden en er zich er zichzelf van distantieerden, propageerden desondanks angst voor God en het laatste oordeel. Ze vreesden dat anders de criminaliteit om zich heen zou grijpen. Want met alle politie en strafmiddelen kun je misdrijven niet voorkomen. Dus is het wel nuttig om een goddelijke vergelding achter de hand te hebben die mensen afschrikt. Het laatste oordeel werd dus vooral gebruikt als een politiek en opvoedkundig instrument.
Maar gaat het hier wel over de toekomst? Over uitgestelde beloning en uitgestelde straf? En is het koningschap en de glorie van Jezus iets in de toekomst alleen?
De koning zegt tot degenen aan zijn rechterhand: “Komt gezegenden van mijn Vader en ontvangt het rijk dat voor u gereed is vanaf de grondlegging der wereld……want ik had honger en gij hebt mij te eten gegeven”.
Zij antwoorden verwonderd: wanneer hebben wij u hongerig gezien en te eten gegeven. Dan antwoordt hij: “Alles wat je gedaan hebt voor één van deze geringsten van mijn broeders, hebt je voor mij gedaan”.
Als er één ding duidelijk is, dan is het dit. Angst voor straf, of hoop op beloning speelt hier geen enkele rol. De “gezegenden van de Vader” hebben de arme niet gevoed om er zelf beter van te worden door een vorstelijke beloning of om een eeuwige straf te ontlopen. Ze hebben de naakte gekleed omdat ze ontferming hadden. Omdat ze hun hart lieten spreken. Niet om straf te ontlopen of een beloning te ontvangen. Het gaat om troost. Dat ze tegen de stroom in zich ontfermd hebben en in het gelijk zijn gesteld. Barmhartigheid doen uit angst voor straf of uit hoop op beloning, is innerlijk tegenstrijdig.
Ergens anders zegt Jezus: ‘als je een arme helpt, bazuin dat niet uit om geprezen te worden door de mensen. Want dan heb je je loon al. Maar laat de linkerhand niet weten wat de rechter doet. Dan zal de Vader het u belonen”.  Het gaat dus niet om een verre toekomst, een uitgestelde beloning, iets dat buiten onze werkelijkheid ligt. Het gaat over hier en nu.
De gelijkenis van het laatste oordeel maakt duidelijk dat je niet pas in een verre toekomst jezelf en anderen te kort doet als je niet barmhartig bent geweest. Maar nu. Barmhartigheid beoefenen naar de medemens is deel hebben aan Gods rijk. Je deelt in zijn heerlijkheid ook al is die nog niet openbaar. Maar in het verborgene, zegt Jezus, herhaaldelijk, is het er al. Ja “voor de grondlegging der wereld, is het weggelegd” voor de barmhartigen en rechtvaardigen 2). Ook al wordt dit tegengesproken door de wereld waarin we leven. Wij eren Jezus die stierf aan het kruis, niet als alleen toekomstige koning van het heelal. We belijden dat hij dat nu al is. Door onze houding in ons leven.
Jezus verenigt zich met de armen en misdeelden, zelfs tot de dood aan het kruis. En hij verenigt zich met allen die zich over hen ontfermen. “Wat je aan de geringsten van deze van mijn broeders hebt gedaan, heb je aan mij gedaan” Wat wil dit anders zeggen dan dat de armen en hongerigen en vluchtelingen niet de verliezers zijn, maar de beschermelingen van God. Alleen waar we ons dat bewust zijn, raken we aan het rijk van God en Jezus koningschap van het heelal.
Het is niet zo dat God mensen buiten sluit door een laatste oordeel over hen vanwege hun hardheid van hart en hun onbarmhartigheid, Men sluit zichzelf buiten. Niet straks, maar nu. Want als je alleen voor jezelf leeft, sluit je niet alleen mensen buiten, maar God als schenker van het leven. Dat is geen leven. Geen leven zoals het bedoeld is. Leven dat goede vruchten voortbrengt. Eeuwig leven.
De gelijkenis van het laatste oordeel is geen stok achter de deur. Jezus wil ons geen angst voor God of begeerte naar beloning in ons opwekken. Hij wil ons de liefde van God leren. Het is nooit te laat om het met die liefde voor het kleine en kwetsbare te wagen.
Jezus klopt telkens op de deur van ons hart in de armen en behoeftigen om ons heen, om binnen gelaten te worden als koning in onze harten. Als we dat doen eren we hem als Koning van het heelal. Niet in een verborgen toekomst maar hier en nu.
Jezus koning van ons hart, koning in eeuwigheid, stelt ons de vraag of we gewetensvolle mensen willen zijn. Gewetensvol wil zeggen dat we nadenken bij wat we doen. Dat we kunnen verantwoorden wat we doen, verantwoorden naar onszelf die we immers niets wijs kunnen maken. Hoe willen we zijn? Dat is de ultieme vraag. Geen mens is volmaakt. Maar dat is geen reden om angstig te zijn. Als ons geweten ons aanklaagt, is God er gelukkig nog.  God is groter dan ons hart. Hij troost ons, want zijn barmhartigheid is eindeloos. Nu en in eeuwigheid. Amen

Martin Los, pastoor

1) 2) Evangelielezing volgens het universele r.k. leesrooster voor het Feest van Christus, koning van het heelal op de laatste zondag van het kerkelijk jaar