Preek op de 4e zondag van de Veertigdagentijd op zondag 27 maart 2022 te Houten 1)
Lieve zusters en broeders, Jezus werd diep geraakt doordat hij zag dat mensen elkaar buitensluiten. Iemand anders buitensluiten betekent eigenlijk dat de ander voor jou niet bestaat. Je doet alsof de ander lucht is. Bij wijze van spreken: dood.
Hoe is dat mogelijk? Welke gedachte gaat achter zo’n houding schuil? Zeker niet het vreugdevolle besef dat ons leven een geschenk is van God. Een geschenk aan jezelf, maar ook aan de ander. We zijn dus fundamenteel aan elkaar verwant als schepselen van God. Daarom doet het zo’n pijn om in deze dagen te zien dat mensen raketten afvuren op flatgebouwen waar in mensen wonen, om mensen onder puin bedolven te zien, om mensen op de vlucht te zien, om mensen achter prikkeldraad in kampen te zien. Ook al kunnen we er zelf niets aan doen, dat betekent niet dat het ons niets doet, en dat we er onverschillig tegenover kunnen staan. Het is onuitstaanbaar. Het is verwerpelijk. De menselijke waardigheid is in het geding. Wij, mensen, hebben het leven gekregen van God om elkaar te ondersteunen en te verrijken, om de gemeenschap tot bloei te brengen, om hoe divers we ook zijn, in vrede met elkaar te leven.
Ook waar geen oorlog is en waar geen prikkeldraad is, zijn er op vele plekken ijzeren gordijnen die mensen van elkaar scheiden. In families waar iemand voor zichzelf opkomt en tot zwarte schaap wordt, kerkgenootschappen die elk contact afsnijden als iemand zijn eigen weg gaat, om maar te zwijgen van onzichtbare scheidslijnen door rassen- en klassenverschillen. We mogen er geen genoegen mee nemen als mens en zeker niet als we in God geloven. Hij gaf ons met het leven aan elkaar om in gemeenschap te leven. En we mogen ons niet neerleggen bij die hardheid van hart, zeker niet als we Jezus volgen die ons kinderen van ‘zijn hemelse Vader noemt. We moeten er alles aan doen om de band te zoeken en te versterken.
Met de gelijkenis die Jezus vertelt, geeft hij ons zijn visie op hoe we moeten elkaar moeten omgaan 1). Hij bracht die visie zelf in praktijk door met allerlei mensen om te gaan, ook mannen en vrouwen die in zijn kringen werden afgewezen en genegeerd alsof ze niet bestonden omdat ze iets op hun kerfstok hadden. Hij liet zichzelf uit solidariteit buitensluiten en hij doorstond de opperste eenzaamheid om de wereld te redden. De gelijkenis is algemeen bekend als de “gelijkenis van de verloren zoon”. Maar zet die benaming ons niet op het verkeerde been? Je zou net zo goed kunnen spreken over de gelijkenis van de verbitterde zoon die het feest niet mee wilde vieren en deed alsof zijn broer niet bestond voor hem. Of waarom niet veeleer “de gelijkenis van de barmhartige vader en zijn zonen”.
Let op de vader die zijn zoon de vrijheid geeft om een eigen keuze te maken. Hij verplichte hem niet om zo te zeggen in de zaak van zijn vader te blijven werken. Dat was tot niet zo lang geleden heel gebruikelijk. De zoon gaat zijn eigen weg. Hij maakt daar bij verkeerde keuzes. Niet omdat hij zijn eigen talent ontwikkelde, maar omdat hij zich laat leiden door genot. Hij zakt diep weg. Hij komt tot het inzicht dat de varkens die hij hoedt beter af zijn dan hij. Hij verlangt terug naar zijn vaderhuis al was het maar als dagloner. Hij heeft berouw en keert om.
Opvallend is dat zijn vader altijd op de uitkijk blijkt te staan. Eigenlijk de hele tijd al, misschien al jaren. In zijn hart is hij zijn zoon nooit vergeten. Zijn hart is als het ware een magneet die de zoon aantrekt. Als wij, mensen, ernstig berouw hebben over een misstap, was God al aan het werk om ons naar zich toe te trekken. Hij geeft zijn zoon geen uitbrander, maar geeft onmiddellijk zijn knechten opdracht om een feestmaal aan te richten.
Maar de vader beperkt zich niet tot de zoon die is teruggekeerd. De andere zoon komt niet naar het feest omdat hij boos is dat zijn broer in genade is aangenomen. Hij heeft altijd hard gewerkt en nooit was er een feest speciaal voor hem. De vader haalt niet de schouders op, maar hij gaat naar de broer toe. Hij probeert hem tot ommekeer te bewegen: Waarom ben je niet op feest van broer? Waarom ben je niet blij. Al het mijne is toch van jou. Die broer van je was dood en is levend geworden, hij was verloren en is teruggevonden”.
We moeten op de vader letten waarmee Jezus natuurlijk verwijst naar God, de Vader. Hij is een barmhartige Vader die gaarne zijn kinderen een nieuw begin laat maken. Zowel de zoon die hem verliet, als de zoon die altijd thuis bleef.
Laten wij Pasen aangrijpen om een nieuw begin te maken. Doordat we omkeren van verkeerde wegen; omdat we verlangen het goed te maken met God. We mogen in ons berouw God zelf als liefhebbende Vader aan het werk voelen. Een nieuw begin maken kunnen we ook door niet langer verbitterd zijn omdat God zondaars genadig is en een nieuw leven schenkt. Laten we juist blij zijn en niets liever doen dan zelf vergeven en elkaar omhelzen.
Mogen we zo openbloeien als een nieuwe lente in de wereld die zo snakt naar een nieuw begin van vrijheid en vrede.
Martin Los, pr
1) Evangelie van deze 4e zondag in de Veertigdagentijd (Halfvasten) jaar c volgens het wereldwijde katholieke lectionarium: Lukas 15:1-3,11-32
afbeelding: the prodigal son (Marc Chagall)
Maandelijks archief: maart 2022
Two brothers, one father
Sermon on the 4th Sunday of Lent on Sunday, March 27, 2022 in Houten 1)
Dear sisters and brothers, Jesus was deeply moved to see people exclude each other. Excluding someone else actually means that the other person does not exist for you. You act as if the other is air.
How is that possible? What thought is hidden behind that way of life? Certainly not the awareness that our lives are a gift from God. A gift to ourselves, but also to others. So we are fundamentally related as creatures of God. That’s why it hurts so much these days to see people firing rockets at apartment buildings where people live, to see people buried in rubble, to see people on the run, to see people behind barbed wire in camps. Even though we can’t do anything about it ourselves, that doesn’t mean it doesn’t affect us, and that we can be indifferent to it. It’s intolerable. It is disgusting. Human dignity is at stake. We humans have been given life by God to support and enrich each other, to make the community flourish, to be diverse as we are, to live in peace with each other.
Even where there is no war and where there is no barbed wire, there are iron curtains in many places that separate people from each other. In families where someone stands up for themselves and becomes a black sheep, denominations that cut off all contact if someone goes their own way, not to mention invisible dividing lines through racial and class differences. We should not be satisfied with this as human beings and certainly not if we believe in God. He gave us with life to one another to live in communion. We must not resign ourselves to that hardness of heart if we follow Jesus who calls us children of “his heavenly Father”. We must do everything we can to find and strengthen the bond.
In the parable that Jesus tells, he gives us his vision of how we should treat each other 1). He put that vision into practice himself by interacting with all kinds of people, including men and women who were rejected in his circles and ignored as if they didn’t exist because they did not live up to the expectations of decent people. He let himself being excluded to save humanity and the world. The parable is commonly known as the “parable of the prodigal son.” But doesn’t that name mislead us? You might as well speak of the parable of the embittered son. Or why not rather “the parable of the merciful father and his sons”.
Notice the father who gives his son the freedom to make his own choice. He did not oblige him to continue working in his father’s business, so to speak. That was very common until not so long ago. The son goes his own way. He makes wrong choices. Not because he developed his own talent, but because he is guided by pleasure. He makes wrong choices. Not because he developed his own talent as if this is a sin. But because he is only guided by pleasure. He sinks deep. He comes to realize that the pigs he ultimately tends are better off than him. He longs to return to his father’s house, if only as a day labourer. He repents and turns back.
It is striking that his father is always on the lookout. Actually all the time, maybe for years. In his heart he has never forgotten his son. His heart is like a magnet that attracts the son. If we humans deeply repent of a transgression, God was already at work drawing us to Himself. He does not scold his son, but immediately orders his servants to prepare a feast.
But the father does not limit himself to the son who has returned. The other son does not come to the party because he is angry that his brother has been accepted into grace. He has always worked hard but there was never a special party for him. The father does not shrug, but goes to the brother. He tries to persuade him to turn around: Why aren’t you at the party? Why aren’t you happy. All mine is yours anyway. That brother of yours was dead and has come to life, he was lost and has been found.”
We must pay attention to the father with which Jesus, of course, refers to God the Father. He is a merciful Father who likes to let his children make new beginnings. Both the son who left him, and the son who always stayed at home but without joy, without spontanety.
Let us enjoy Easter to make a new beginning for ourselves and for each other. Because we turn from wrong ways, because we desire to return to God. In our repentance we may feel God Himself as a loving Father at work. We can also make a new beginning by no longer being bitter because God is merciful to sinners and gives new life. Let’s just be happy and do nothing more than forgive ourselves and hug each other. May we blossom as a new spring in the world so longing for a new beginning of freedom and peace.
Martin Los, pr
1) Sermon on the Gospel of the 4th Sunday in Lent 27 maart 2022
picture: Stained glass cathedral South Carolina Prodigal son Wikipedia