Preek op Zondag 18c in Werkhoven en Houten op 31 juli 2022
“Pas op en wacht u voor alle hebzucht, want geen enkele bezit kan uw leven veilig stellen” zegt Jezus tegen de menigte 1)
Lieve zusters en broeders, opvallend veel plaatsen in de Evangelies gaan over bezit. Vooral in die zin dat bezit in veel gevallen een probleem kan vormen voor mensen die veel bezitten, meer dan zij voor zichzelf nodig hebben om te kunnen leven als vrije, zelfstandige mensen.
Bezit kan het verlangen naar echt menselijk geluk in de weg staan. zolang we tenminste geluk niet verwarren met rijkdom en luxe. Verlangen naar geluk heeft te maken met een zinvol leven leiden, in vrede leven met jezelf en met anderen, iets voor anderen kunnen betekenen, een open oog hebben voor tekenen van Gods voorzienigheid waardoor je altijd vol hoop en vol vertrouwen bent.
Bezit kan dat verlangen naar geluk in de weg staan, bijvoorbeeld omdat je constant bezorgd bent om datgene wat je bezit te verliezen. Of het omgekeerd dat een mens door zijn bezit het gevoel heeft dat hij onaantastbaar en onafhankelijk is, zoals de graanboer uit de gelijkenis die zich op de borst slaat en zegt: “man, je hebt grote rijkdom voor vele jaren, rust nu uit, eet en drink en geniet ervan”. Dit is geen geluk, maar zelfvoldaanheid. Je kunt deze zelfvoldaanheid moeilijk gelijkstellen aan een zinvol en vruchtbaar leven. Bovendien kan een mensenleven ieder moment voorbij zijn door de dood. Waar blijf je dan met al je bezit. Eeuwenland was dit de schrale troost voor arme mensen, dat de dood geen onderscheid maakte tussen arm en rijk. Tegenwoordig kunnen we dat niet meer zo gemakkelijk zeggen, omdat aantoonbaar is dat mensen die leven in armoede, vaak korter leven door gebrek aan een gezonde leefomgeving, door verkeerde voeding, minder toegang tot de medische zorg. Om maar helemaal niet te spreken van mensen die leven in arme landen waar de gemiddelde leeftijd aanzienlijk lager ligt dan in rijke landen.
Jezus waarschuwt vele malen voor bezit als sta in de weg voor een gelukkig leven, voor een volheid van leven zoals door God bedoeld bij de schepping van de aarde en de mens. Jezus wijst bezit niet af, maar hij geeft wel een aantal voorwaarden aan als mensen iets hun bezit noemen. De belangrijkste is dat we beginnen met het besef dat heel de schepping en al wat daarin is, van God is. Hij heeft alles geschapen zonder noodzaak, in volle vrijheid. Uit puur genoegen. Zowel het gemeenschappelijk bezit als het persoonlijke bezit. Als we zo tegenover ons bezit staan zullen we verwonderd en dankbaar zijn. Het is dan niet de hebzucht die ons beheerst, maar de vraag hoe we op een passende manier omgaan met ons bezit. Alles wat God ons uit genade schenkt, is dan aanleiding tot de vraag hoe wij ons bezit en onze capaciteiten gebruiken tot Gods eer en ondersteuning van de naaste. Jezus staat ook in de Bijbelse traditie dat ons bezit niet alleen de bezitter ten goede mag komen, maar ook degenen die zelf tekort komen. Mooi voorbeeld is het gebod dat de boer de hoeken van zijn land niet mag maaien en het graan moet laten staan voor de behoeftigen. Daar horen we in de gelijkenis van de rijke man niets van terug. Alleen maar nog grotere voorraadschuren bouwen.
Uiteraard kunnen we deze geboden niet één op één vertalen naar onze tijd met andere arbeidsverhoudingen en technieken. Maar het gaat wel om de intentie. Wie geen oog heeft voor de sociale gevolgen van zijn bezit en ondernemingen schiet economische en sociaal en menselijk tekort. Vergeet niet: de aarde is van God en voor alle mensen. Wie het onderste uit de kan wil, krijgt het lid op zijn neus. We zien in onze tijd dat het liberalisme met zijn houding dat alles vanzelf wel goedkomt, veel steken heeft laten vallen. Instituten kraken en piepen. Overheden zitten met de handen in het haar. Er is een duidelijk visie op gerechtigheid nodig. De Katholieke kerk heeft met haar Sociale Leer goud in handen. Alleen de kennis daarvan is onder de huidige generatie zeer beperkt.
Paus Franciscus doet er alles aan om de Katholieke Sociale Leer weer onder de aandacht te brengen door zijn encyclieken, apostolische aansporingen, en door zijn eigen optreden. Wat zou het mooi zijn als er een vonk oversprong. Als we gaan begrijpen dat het Evangelie van onze Heer niet alleen beperkt is tot de zondagmorgen in de kerk of gebed en meditatie. De blijde boodschap bevat een visie op alle terreinen van het leven, ook de economische, sociale en politieke terreinen. Hoe we eerlijk en rechtvaardig omgaan met de aarde en de goederen der aarde.
Vaak hoor je mensen tegenwerpen: “het gaat in de kerk toch om het ware geluk in de zin van het eeuwige leven?” Ja, zeker, daar gaat het Jezus in het Evangelie van vandaag ook om. Maar dat begint met het besef dat de schepper van hemel en aarde is en de gever van het leven. Dat leven, en dat gemeenschappelijk leven op aarde, neemt hij niet van ons af bij de dood. Hij voltooit het in zijn koninkrijk. Daarom mogen nu al proberen dat rijk van God gestalte te geven in de wijze waarop we ons bezit, met onze medemensen, met de schepping, met onze kennis omgaan. Het rijk van God is niet van deze aarde, maar we mogen wel de contouren ervan vorm geven met ons eigen leven op deze aarde. Daarom zegt Jezus tot de menigte: “Pas op. Hoed u voor de hebzucht”. Ze ontneemt ons het uitzicht op Gods liefde en ze staat onze hoop op Gods rijk in de weg. Dat moet onder ons niet zo zijn. En zo mogen we ook een bron van inspiratie en een teken van hoop voor de wereld waarin wij leven, zijn. En deel hebben aan het echte, eeuwige geluk. Een pleidooi voor de ziel, een pleidooi voor een humane samenleving. Amen
Martin Los pr
1) Evangelie in de eucharistie van de 18e gewone zondag door het jaar: Lukas 12:13-21
Afbeelding: Graansilo Maashaven – Maassilo – Nieuwbouw Architectuur Rotterdam (top010.nl)
Maandelijks archief: juli 2022
De waarde van gastvrijheid
Preek op de 16e zondag door het jaar C 17 juli 2022 Bunnik en Houten
Vandaag staan we door de Schriftlezingen stil bij de gastvrijheid 1). Abraham biedt aan drie mannen die zijn tent passeren, een maaltijd aan. Het is niet alleen teken van zijn zorg voor deze drie vreemdelingen dat zij geen honger en dorst hebben. Het is ook een hele eer in zijn ogen om vreemdelingen te ontvangen. Want een vreemdeling is iemand die uit andere streken komt. Zo iemand kent vele verhalen. Hij kan je leven verrijken. Een echte ontmoeting kan je leven totaal veranderen. Misschien is zo’n vreemdeling wel een bode van God. Dat gebeurt in het leven van Abraham zoals we hoorden. De vreemdelingen die Abraham zo gastvrij ontvangt, betrekken zijn vrouw Sara bij de ontmoeting. Zij was zoals in de Oriëntaalse cultuur gebruikelijk was in de keuken gebleven. Maar de gasten wisten natuurlijk heel goed dat Abraham de maaltijd niet zelf had klaargemaakt maar de vrouw achter de schermen in de tent. Abraham was tijdens de maaltijd uit respect onder de boom blijven staan om zijn gasten te dienen. “Volgend jaar kom ik terug en dan zal Sara, uw vrouw, een zoon hebben” sprak de gast. Toen begreep Abraham dat hij en Sara niet zomaar een gast op bezoek hadden gehad, maar een engel van God in mensengedaante. Deze ontmoeting veranderde hun hele leven, want ze waren de leeftijd gepasseerd waarop mensen vruchtbaar zijn. Misschien hadden ze zelfs geen gemeenschap meer omdat hun levensbron was opgedroogd. Nu waren ze plotseling toekomstige ouders van een zoon waar ze tevergeefs naar hadden uitgezien.
Wij mensen van deze tijd weten nauwelijks nog wat gastvrijheid is zoals in de tijd en de antieke wereld van Abraham. Toen waren mensen totaal afhankelijk van elkaar. Een vreemdeling onderweg had bescherming nodig tegen overvallers. Een veilig onderdak, drinken en eten. Maar zo’n vreemdeling opende ook je gesloten wereld. Hij kon een boodschap van God zijn.
Op een heel andere manier hebben we natuurlijk wel degelijk de vreemdelingen in ons midden in de gestalte van migranten en vluchtelingen.
Mensen die nu vluchtelingen uit Oekraine of Syrie onderdak bieden, zien ook hun leven veranderen. Een parochie die zijn deuren openzet voor vluchtelingen, zoals ook hier, verandert. Personen en gemeenschappen gaan zichzelf en hun wereld met andere ogen zien. Waar we misschien het gevoel hadden op een doodlopende weg te zijn, krijgen we weer moed en vertrouwen voor de toekomst. Wij hier in Nederland hebben bijna alles was ons hartje begeert en toch is er grote ontevredenheid en ondankbaarheid. Door de vreemdeling in ons midden te ontvangen leren we misschien dat we met veel minder toe kunnen om gelukkige mensen te zijn. Mensen die niet opkijken tegen de dag van morgen. En wie een vreemdeling opnemen in hun midden, krijgen ook vrienden voor eeuwig.
Het Evangelie gaat over Maria en Martha. Zij verlenen gastvrijheid aan Jezus. Ze zijn de zussen van Lazarus horen we bij de evangelist Johannes. Deze zussen hebben Jezus ontvangen. Die ontmoeting heeft geleid tot een bijzondere vriendschap. We kijken er misschien wat vreemd van op dat Jezus echte vrienden had. Voor Jezus zijn alle mensen toch gelijk? Ja, zeker. Ieder mens is in zijn ogen een kind van God dat diep respect verdiend. Hij trok niemand voor. Maar Jezus was ook een mens met zijn eigen behoeften en emoties. Hij was geen stoïcijn die zich aan niets en niemand hechtte om immuun te zijn voor verlies. Elk mens heeft behoefte aan vriendschap, aan iemand met wie je bepaalde intieme ervaringen deelt, die weten wat je nodigt hebt, die aan een half woord genoeg hebben, die geheimen niet verklappen.
Maria is aan zijn voeten gaan zitten in plaats van in de keuken te staan om voor Jezus te zorgen. Dat is teken van grote vertrouwdheid en vrijmoedigheid voor een vrouw in die tijd. Martha is druk in de weer met bedienen van Jezus en de gast. Een vredig tafereel. Toonbeeld van gastvrijheid. Teken van thuis zijn van Jezus bij mensen. Ware het niet dat Martha via Jezus plotseling haar zus ter verantwoording roept. “Meester, kunt u niet tegen mijn zus zeggen dat ze mij moet helpen. Ineens staat de gastvrijheid en de vriendschap op het spel. Want als gast wil je niet betrokken zijn bij onenigheid in de familie. En je wilt ook niet in een positie komen waar je partij tussen je vrienden moet kiezen.
Jezus redt de situatie door als een echte vriend en gast te handelen en vrede te stichten. Hij erkent dat Martha heel druk bezig is. Hij ziet het en respecteert het. “Martha, wat ben je druk in de weer met een heleboel dingen”. En tegelijk komt hij op voor Maria en haar keuze om aan zijn voeten te zitten en naar hem te luisteren: “weinig dingen zijn echt nodig, één maar. Maria heeft het goede gekozen dat haar niet zal worden ontnomen”. Tussen haakjes: in de Griekse grondtekst staat “het goede”. In de vertaling “het beste”. Alsof er sprake van concurrentie is. Dat is denk ik niet wat Jezus bedoelt. Hij waardeert Martha. Ze is met heel veel bezig. Maar tegelijk is ze niet tevreden. Ze ergert zich. Daar zit het probleem. Beseft ze dat? Als je iets doet, doe het met toewijding. Je kunt maar één ding tegelijk. Martha wilde én dienen én luisteren. ‘Multitasken’ noemen we dat tegenwoordig. Haar hart was verdeeld. Maria’s hart was helemaal bij Jezus. Ze genoot van alle woorden van Jezus. Ze nestelden zich in haar voorgoed. Ze stelde zich open voor God’s aanwezigheid in hun huis. Jezus zou er later terugkeren, toen hun broer Lazarus gestorven was. Het was een vriendschap in lief en leed, vriendschap voor het leven, het eeuwige leven
We hebben stil gestaan bij gastvrijheid voor vreemdelingen. Het begin van vriendschap. Bij onze levens en relaties die hierdoor verrijkt worden. Door een nieuw perspectief dat mensen erdoor krijgen. Zo wil Jezus ook bij ons te gast zijn. Zo openbaart zich ook God aan ons in de vreemdeling in ons midden. Sterker nog: in deze eucharistie is Jezus niet bij ons te gast. Hij is onze gastheer. Wij zitten aan zijn voeten en luisteren naar zijn woord. Wij bedienen hem, maar Hij deelt zichzelf in brood en wijn aan ons uit. Amen
Martin Los, pr
1) de eerste lezing en het Evangelie van de eucharistie op de 16e reguliere zondag door het jaar, gaan beide over ‘gastvrijheid’:
1e lezing: Genesis 18:1-10a
Evangelie: Lukas 10:38-42