Hoort hoe God met mensen omgaat

Preek op de 1e zondag van de Advent 27 november 2022 in de parochie kerken van Werkhoven en Houten

Op deze zondag begint een nieuw liturgisch jaar. Of liever gezegd: vandaag begint het liturgische jaar opníeuw. De feesten en bijzondere dagen zijn namelijk hetzelfde als het afgelopen jaar, al vanaf onze kinderjaren ja, vanaf het begin van de kerk. Advent, Kerstmis, Veertigdagentijd, Pasen, Pinksteren. Die staan vast, wat er ook gebeurt in de wereld en in ons eigen leven.
De feesten en bijzondere dagen zijn voor ons als gelovigen orientatiepunten en richtingwijzers. Ze voorkomen dat we verdwalen in de tijd. Ze voorkomen dat we het gevoel hebben in een kringetje rond te lopen.
Vandaag begint dus het liturgisch jaar met zijn feesten en bijzondere dagen opnieuw. Het liturgisch jaar bepaalt ons bij de grote heilsfeiten. We staan stil bij Gods grote daden. Zoals een bekend lied uit ons tijd zegt: 1)

Hoort hoe God met mensen omgaat,
hoe Hij zijn belofte houdt,
die de mens van den beginne
adem geeft en gaande houdt.

Hoort hoe God met mensen omgaat
hoe wij Hem ter harte gaan
die ook hier tot ons zal spreken
als wij vragen naar zijn Naam

Het liturgisch jaar verhaalt ons telkens opnieuw van de Schepping, van de Verlossing, en de Verwachting van Gods koninkrijk en het eeuwige leven. Elk seizoen, elke maand, elke week, elke zondag bepaalt het liturgisch jaar ons bij de grote vragen: waar we vandaan komen, waar we naar toe gaan. Hoe we omgaan met het lijden. Hoe we dankbaar kunnen zijn voor het goede. Waar we hoop uit mogen putten. Waar we voor moeten waken, en waar we op kunnen bouwen.
Op een heel bijzondere manier verbindt het liturgisch jaar ons met Jezus Christus want hij is het middelpunt van het liturgisch jaar. Zoals het al geciteerde lied verkondigt:

Hoort hoe God met mensen omgaat
hoe Hij ons een Dienaar zond
die met liefde als zijn wapen
ons voorgoed aan zich verbond.

Vanaf Abraham hebben mensen uitgezien naar zijn komst, zijn geboorte in onze wereld. Profeten hebben hem en de Messiaanse tijd verkondigd. Zoals bijvoorbeeld Jesaja (1e lezing 2)) : “Op het einde der dagen zal de berg waarop de tempel van de Heer staat, oprijzen en uitsteken boven alle heuvels. Alle volken zullen er heen stromen”.
De dood en verrijzenis van Christus geven ons deel aan het nieuwe leven waarover de dood en zonde geen macht meer hebben wat er ook gebeurt. We leven als het ware in blessuretijd of in genadetijd. De apostel Paulus roept het uit als een klokkenluider in de vroege morgen (2e lezing): “Ge weet dat het uur om uit de slaap te ontwaken reeds is aangebroken. De nacht loopt ten einde, de dag breekt aan. Laten we ons dus ontdoen van de werken van de duisternis en ons wapenen met het licht” 3)
Zolang wij leven werpen deze feesten en bijzondere tijden licht op de wereld om ons heen en op ons eigen persoonlijke leven. Daarom kan het liturgisch jaar nooit vervelen want elke jaar geeft nieuwe inspiratie en hoop.
Aan het begin van dit nieuwe liturgische jaar horen we Jezus zeggen: “Weest waakzaam, want ge weet niet op welke dag en welk uur uw Heer komt” 4). Hij roept ons op om niet onverschillig of zonder hoop te zijn, maar om op de uitkijk te staan.
Het liturgisch jaar met zijn herhalingen van het verhaal van God met de mensen, van Schepping en Verlossing, dat jaarlijks gedenken en vieren van de heilsgeschiedenis, helpt ons om waakzaam te zijn en om bereid te zijn. Het is een oefenen in verwachting. Het hele liturgisch jaar is een oefening in verwachting van het heil dat komen gaat en van Christus die komende is.
De Adventstijd die we nu beleven, is een deel van het liturgische jaar. Het is het begin ervan. Maar tegelijk is het héle liturgische jaar adventstijd, voorbereiding van de komst van de Heer die zoals Hij geboren is, weerloos en klein, eens zal verschijnen in heerlijkheid. Het hele liturgische jaar is dus een oefening in verwachting, een voorbereid zijn, een bereid zijn.
De eenvoudigste manier om Christus te verwachten is niet speculeren over de wijze waarop Hij komt, of de tijd waarop hij komt en waaraan we Hem precies mogen herkennen. De beste manier is zijn woorden en werken en wonderen te gedenken door heel het jaar. Zijn aankondiging door de profeten in de oude woorden en verhalen die telkens weer als nieuw zijn. Zijn komst als mens in deze wereld. En  open te staan voor zijn komt aan het einde. En tussentijds komt Hij op ons toe door zijn woord, door de sacramenten. Het meest tástbaar van al komt Hij tot ons in de armen. De armen van wie Hij zegt: wat je aan de minste van mijn broeders hebt gedaan heb je aan mij gedaan. Gerechtigheid beoefenen, de arme in nood helpen. Dat is de meest concrete vorm van Christus verwachten, en van uit zien naar het rijk van God. Amen

Martin Los

1) Henk Jongerius. Volledige tekst Gezangen voor Liturgie 619
2) 1e lezing volgens het r.k. lectionarium voor de 1e Adventszondag:
Jesaja 2:1-5
3) 2e lezing: Romeinen 13: 11-14 idem
4) Evangelielezing: Matteus 24:37-44 idem
5) aan het begin van de eucharistieviering werd de eerste kaars van de Adventskrans aangestoken

Geloof in Jezus een zaak van ‘losers’?

Feest van Christus Koning zondag 20 november 2022 Tiel

Onlangs verkondigde de jonge leider van een politieke partij in ons land tijdens een interview op tv dat hij het christendom een religie van ‘losers’ vond. Dus een geloof van verliezers in plaats van winnaars. Een godsdienst van en voor zwakke mensen, en niet van  sterken.
Deze uitspraak was des te opmerkelijker omdat hij zich in de afgelopen jaren voor zijn politieke idealen en standpunten beroepen had op de christelijke cultuur die Europa  bezield en gevormd had. Door die christelijke afkomst te verloochenen, zo beweerde hij, was Europa en was Nederland in de moderne tijd afgedwaald. Het gevolg was verlies van onze Westerse identiteit en verzwakking van normen en waarden op alle terreinen. Burgers van ons land moesten terug naar hun christelijke en klassieke roots.
Door die visie had hij in korte tijd grote aanhang verworven onder jonge mensen met een vaak christelijke achtergrond die zich verweesd voelden in onze geseculariseerde wereld. Deze jonge mensen, maar ook ouderen die zich aangesproken voelen, zullen zich nu toch achter de oren krabben bij de uitspraak van deze politicus dat het christendom een religie van ‘losers’ (sukkels) is. Maar het is zeker niet in onze dagen voor het eerst dat deze kritiek klinkt. Ze is bijna zo oud als de kerk zelf. De apostel Paulus schreef al: “het kruis is voor de wijzen van deze wereld een dwaasheid”
Waar komt dat idee dat het christendom een geloof van verliezers is, vandaan?“ Religie van verliezers’ wil zeggen dat christenen het lijden zouden verheerlijken. Dat we onszelf als gelovigen daardoor bij wijze van spreken in de voet schieten. Dat we over ons heen zouden laten lopen naar het voorbeeld van hun Heer Jezus Christus die zich zonder zich terug te knokken weerloos aan het kruis liet slaan.
‘Verliezers’ slaat op hen die bij voorbaat kansloos lijken omdat zij voor hun vijanden bidden in plaats van hen te lijf te gaan.  Het zijn mensen die liever onrecht lijden, dan zelf onrecht bedrijven. Het slaat op mensen die medelijden hebben met slachtoffers en zich hun lot aantrekken in plaats van onverschillig te blijven. Daartegenover zijn in de visie van hen die het christendom daarom verachten, kracht, en als het moet,  geweld,  de kenmerken van de superieure mens. Recht en regels moeten wijken voor de wil van de partij, de groep, of de leider wiens wíl wet is. Maar zoals de geschiedenis leert, leidt dit tot ontevredenheid, onderdrukking, tirannie, wreedheid en ondergang.
Als christenen herkennen we ons absoluut niet in de kritiek en hoon dat het christendom een verzameling verliezers is. We hebben Jezus Christus leren kennen die niet gekomen is om te heersen, maar om te dienen. Die niet verdeelt, maar verbindt. Die niet onderdrukt, maar bevrijdt. Die niet doodt, maar levend maakt. Hij heeft ons in aanraking gebracht met Gods liefde. “Hij heeft ons ontrukt aan het domein van de duisternis en overgebracht naar het koninkrijk van zijn geliefde zoon” schrijft de apostel Paulus in zijn brief aan de christenen van Kolosse 1)
Honderd jaar geleden werd het feest van Christus Koning van het heelal dat wij vandaag vieren, ingesteld. Niet omdat dit koningschap toen pas begon of toen pas werd erkend. Al op Goede Vrijdag, bleek Christus’ koningschap met het opschrift op het kruis “dit is de koning der Joden”. En  toen Hij de belofte deed aan de misdadiger naast hem die gesmeekt had: “Jezus, denk aan mij, als ge in uw koninkrijk zijt” 2) Toen zei hij met koninklijke macht en majesteit: “ik zeg u: vandaag nog zult ge met mij zijn in het paradijs”.
Het koningschap van Christus werd dus al erkend vanaf het begin en het werd door de kerk van af het begin gevierd. Heel het kerkelijk jaar is ervan doortrokken. Het bepaalt ook onze toekomstverwachting. Het is de bron van onze hoop.
Het feest dat wij vandaag vieren, werd bijna een eeuw geleden ingesteld door paus Pius VI. In heel Europa klonk op dat moment de roep om democratische republieken steeds luider. Als gevolg van revoluties werd het koningschap in veel landen afgeschaft. Het dreigde zijn betekenis te verliezen. Bijgezet in het Museum van oudheden. Daardoor dreigde in de ogen van de Kerk het gevaar dat mensen ook het koningschap van Jezus Christus verkeerd zouden begrijpen.  Als iets dat achterhaald was, niet meer van deze tijd, niet te rijmen met de zelfbeschikking van vrije mensen.
Maar Jezus had gezegd: “mijn koningschap is niet van deze wereld”. Het koningschap van Christus omvat heel de wereld. Het is een eeuwig koningschap. “In Christus heeft God willen wonen in heel zijn volheid om door Hem het heelal met zich te verzoenen en vrede te stichten door het bloed aan het kruis vergoten om alles in de hemel en op aarde te verzoenen, door Hem alleen” schrijft Paulus in zijn brief aan de Kolossenzen die een ware lofzang is op het koningschap van Jezus.
Het koningschap van Jezus is uniek. Het is de macht van Gods liefde die alles heel maakt en alles vernieuwt. Het blijft voor ieder mens en volk op aarde een bron van inspiratie en verzoening en van vernieuwing. Het koningschap van Jezus laat duidelijk zien dat geloof in Hem ons niet tot verliezers maakt, maar tot overwinnaars wanneer we Hem navolgen. God heeft Jezus tot zijn rechterhand gemaakt en gemaakt tot middelpunt van het heelal. Laten we hem ook maken tot middelpunt van ons eigen hart.
Wij kiezen Jezus niet tot koning alsof we voor een etalage staan als een soort jury die meest geschikte kandidaat uitkiest. Hij heeft óns in zijn liefde uitverkoren. Dat is geen verlies, maar winst. Dat is niet zielig, maar zalig! Of zoals onze koning zelf zegt bij zijn troonrede, de zaligsprekingen: “Zalig de armen van geest want aan het behoort het koninkrijk der hemelen”. Als we als christenen terug moeten naar onze ‘roots’ dan is het dit. Amen

Martin Los pr.

Schriftlezingen in de eucharistie op het Feest van Christus Koning
1) eerste lezing Kolossenzen 1:12-20
2) Evangelielezing: Lukas 23:35-43