Homilie op de 30e zondag op 29 oktober 2023 in Houten
Dierbare zusters en broeders, met zijn komst in de hoofdstad Jeruzalem is Jezus op het publieke en politieke toneel verschenen. De verschillende religieuze en politieke partijen voelen hem aan de tand. Ze willen weten wat voor vlees ze in de kuip hebben met deze opvallende rabbi uit de provincie met zijn ongewone aanhang. Ze hebben al veel over hem gehoord, over zijn verkondiging van het koninkrijk van God, over de wonderen die hij deed.
Nu hij in Jeruzalem is aangekomen, hebben ze de kans om hem in eigen persoon te ontmoeten. Ze dagen Jezus uit om aan allerlei debatten deel te nemen. Net als in onze tijd debatten plaatsvinden in de aanloop naar de verkiezingen. Om de kandidaten, vooral de nieuwe, beter te leren kennen. Debatten op zich zijn een teken van een gezonde maatschappij. Door de discussies en botsing van meningen komt uiteindelijk aan het licht welke visie of idee het meest hout snijdt. Vaak spelen niet alleen redelijke argumenten een rol, maar ook emoties. Die kunnen hoog oplopen zoals rondom stikstof of klimaat. Of rondom het gruwelijke conflict in het Midden-Oosten. Demonstraties zijn ook een vorm van debat, maar dan met andere middelen.
De middelen die de verschillende partijen gebruiken gaan soms ver, te ver. Zoals wanneer men probeert de ander te intimideren. Dat heeft niets meer met waarheidsvinding te maken, maar met uitoefening van een vorm van geweld. Dat is ook aan de hand in het Evangelie. De partij van de Farizeen, aanzienlijke orthodoxe mannen, dringen zich aan Jezus op.
Het is één tegen allen. Eén van hen, een expert in de moraaltheologie, vuurt een vraag op hem af: “Meester, wat is het voornaamste gebod in de Wet?” Dat lijkt een redelijke vraag. De orthodoxe Joden kenden 316 geboden die ze naast de Tien geboden uit de Bijbel hadden gedistilleerd. De gewone mensen kenden die natuurlijk niet allemaal. Zij heten dan ook de “schare die de Wet niet kent” en telden niet mee. Maar onder de deskundigen was er altijd een discussie gaande welk gebod het grootste was. Grootst, in die zin dat alle anderen geboden en regels er ondergeschikt aan waren
Er waren verschillende religieuze scholen en leiders die daarover elk een eigen opvatting hadden. Ze voerden daarover felle discussies om hun gelijk te bewijzen. Aan welke kant stond Jezus? Welke kant hij ook zou kiezen, in alle gevallen, zou hij dan blijken niet boven de partijen te staan. In deze verkiezingstijd worden partijen ingedeeld in link of rechts of midden. Zodra dat gebeurd is, hoeft men eigenlijk niet meer te luisteren naar de ander. Of men kan hem cancelen, zoals dat tegenwoordig heet.
Jezus verbluft hen met de eenvoud van het antwoord dat rechtstreeks uit de Bijbel komt: “Gij zult de Heer, uw God liefhebben met geheel uw hart, geheel uw ziel een geheel uw verstand. Het tweede daaraan gelijk is: “Gij zult uw naaste beminnen als uzelf”. Aan deze twee geboden hangt heel de Wet en de Profeten”.
Op het moment dat deze groep vrome mannen Jezus insluit – en dat voelt heel intimiderend – antwoordt hij kalm: ‘heel de Bíjbel en dus heel de godsdienst draait om liefde. Liefde tot God met volle overgave, en liefde tot de naaste zoals je jezelf liefhebt’. Zo hoopt hij vurige kolen op hun hoofd. Zíj benaderen hem kil en liefdeloos, met valse bedoelingen, en Jezus reageert met: ‘Heel de Bijbel, en heel de godsdienst draait om de liefde’.
Liefde is de hoogste waarde in het leven en dus ook in de godsdienst. Daarom is Jezus bereid daarvoor zijn leven te geven. Hier staat de Zoon van God voor hen, maar zij zien het niet omdat ze verblind zijn. We weten allemaal dat dit geen uitzondering is, want hoe vaak wordt de liefde niet ondergeschikt gemaakt wordt aan eigen gelijk, aan eigen belang of aan de heersende opinie. Juist ook als godsdienst in het geding is. Mensen werden en worden in naam van God of Allah liefdeloos behandeld. Door moraalpolitie of inquisitie. Hoe kan dat als men met de mond de liefde tot God belijdt en tot de naaste? Liefde is onvoorwaardelijk de hoogste waarde en daarom het grootste gebod. Alle andere geboden of regels zijn daaraan ondergeschikt.
Helaas leven we niet in een ideale wereld. Daarom nemen we soms beslissingen waar we moeten kiezen tussen twee kwaden. We kiezen dan de minst kwade. Maar dan nog moeten we al het mogelijke doen om in het vervolg niet in dezelfde situatie terecht te komen. Maar de kritiek dat liefde en liefdevol handelen niet altijd mogelijk is in deze wereld, mag ons niet verleiden om de liefde bij voorbaat te veronachtzamen. En beide geboden – liefde tot God en liefde tot de naaste – zijn volkomen gelijkwaardig. Zelfs hierover vinden door de eeuwen discussies plaats. Alsof liefde tot God uitgespeeld kan worden tegen liefde tot de naasten omgekeerd . Alsof onze relatie tot God en geloof belangrijker zijn dan onze omgang met de naaste, voor al de naaste in nood. Jezus zet onze verhouding tot God en tot de naaste op één lijn. We hoeven niet te kiezen. Het is gewoon én-én. Rechtlijnige mensen hebben daar vaak moeite meer. Voor hen is het of-of. Maar de waarheid kent meerdere kanten. Tenslotte. Altijd als de Bijbel en in de leer van de Kerk de oproep klinkt dat we elkaar moeten liefhebben voelen we dat als een opdracht om elkaar aardig te vinden. En daarmee voelen we ons van de plicht de ander lief te hebben meteen weer ontslagen want je kúnt niet iedereen liefhebben. Gevoelens kun je niet commanderen. Maar liefhebben in de Bijbel en de mond van Jezus is niet de ander aardig vinden. Hoe kun je je vijanden aardig vinden? En toch klinkt het: “hebt uw vijanden lief”. Nee, liefhebben is niet aardig vinden, maar “de ander hoger achten dan jezelf”. Liefhebben is niet op een wolk leven, maar concreet het beste met de ander voor hebben. Het bestaat uit doen. Op grond van in de ander het beeld van God zien, ongeacht wie die ander is”. Hij of zij is onze naaste. Want zijn we zelf niet beeld van God? De concrete liefde geef ons alle kans om dat te laten zien en persoonlijk te beleven
Martin Los, pr