Preek op het hoogfeest van Christus koning 26 november 2023 Houten
“wat ge aan de minste van mijn broeders hebt gedaan, hebt ge ook mij gedaan” zegt de koninklijke rechter in de laatste publieke toespraak die Jezus hield op het tempelplein twee dagen voor zijn arrestatie, zijn veroordeling en zijn executie 1) . Het was duidelijk een gerechtelijke dwaling, een schijnproces, en een moord op een onschuldig mens. Het tegendeel van rechtspraak. En ook het volk, het populisme van die tijd, keerde zich tegen hem.
Door zijn toespraak over het Laatste oordeel steekt Jezus zijn volgelingen een hart onder de riem. Zij allen zullen tot hun ontzetting getuige zijn van de veroordeling en kruisiging van deze onschuldige mens op wie zij hun hoop hadden gevestigd. Hij had hen op een nieuwe manier geopenbaard en getoond dat God liefde is, en dat God zondaars genadig wil zijn.
Het beeld van de ultieme rechtsspraak en het oordeel van God dat Jezus hen laat zien, maakt duidelijk dat in het koninkrijk van God de zaken heel anders toegaan. Daar spreekt de Mensenzoon die zijn leven gegeven heeft voor de wereld, definitief recht. Zijn rechtspraak berust niet op uiterlijke schijn, maar op barmhartigheid en kennis van de harten van de mensen. Het laat zien dat het laatste oordeel niet berust bij de machtigen en aanzienlijken en rijken en de massa, maar bij de armen die drommels goed weten wat het betekent als de wereld geen oog voor je heeft en je onbarmhartig behandelt. Zij weten ook haarfijn wie hen brood gaven toen ze honger hadden, die hen een glas water overreikten toen zij vergingen van dorst, wie aandacht voor hen hadden toen ze in volstrekt isolement verkeerden, die hen kleding gaven toen ze niets anders hadden dan het vege lijf.
Het lot, het buitengesloten zijn dat Jezus onschuldig onderging, plaatste hem op één lijn met allen die aan het kortste eind trekken. Maar juist daardoor zouden zij in zijn koninkrijk mogen delen en het oordeel van de Mensenzoon beamen. Het gaat in het koninkrijk van God niet over de vraag of je keurig alle wetten en regels had gevolgd, of zelfs gelovig bent of niet. Het gaat erom of je je hart hebt laten spreken toen het nodig was. Of dat we intens berouw hebben over de keren dat we ons hart afsloten toen iemand vanuit de nood een beroep ons deed. Wat kunnen we ons arm en verlaten voelen over deze gemiste kans om barmhartig te zijn.
Maar zie, het hart van de Goede Herder die rechtspreekt en de schapen van de bokken scheidt, staat wijd open. Dat hart zegt: Welkom bij de club van mensen die onder tranen ontdekt hebben dat niemand zonder Gods genade kan. Zeg vaarwel tegen de zelfgenoegzaamheid die maakt dat we de nood van anderen niet zien, en ook niet van onszelf. Want wie anderen buitensluit, sluit zichzelf buiten.
De beschrijving van het laatste oordeel is geen video van hoe het eens zal toegaan. Het is een troost voor de één en een waarschuwing voor de ander omdat het gaat over het hier en nu. Hoe gaan we nu om met elkaar, hoe doen we nu ons best om de menselijkheid te bewaren door barmhartig te zijn. Het laatste oordeel is geen diploma-uitreiking aan het eind van de wereld en aan het eind van ons leven. Het is een soort scan van hoe de samenleving, onze samenleving, ons leven, eruit ziet vanuit het perspectief van de barmhartigheid, gezien vanuit het klare oordeel van de gekruisigde en verrezen Heer.
In Christus herkennen we – vriend en vijand – de ware koning. In het rijk van God is de ware koning niet degene die heerst en aan wie iedereen ondergeschikt is zoals pyramiden absolute macht uitbeelden, macht van boven naar beneden. De ware koning is een herder zoals de profeet Ezechiel verkondigt, één die zorgt voor de eenheid en voor allen, in het bijzonder de zwakkeren en eenvoudigen 2) . Het volk van God is een koninklijke gemeenschap van mensen die elkaar als broeders en zusters herkennen en behandelen. De ware koning staat niet boven iedereen, maar staat te midden van iedereen om gerechtigheid en vrede te faciliteren, om recht te spreken en recht te doen.
Paus Pius XI heeft dit feest van Christus Koning honderd jaar geleden in 1924 vastgesteld op de laatste zondag van het kerkelijk jaar. Het was naast een akte van geloof ook een politiek statement. Op dat moment was de verschrikkelijke Eerste Wereldoorlog voorbij, vele koningshuizen waren ingestort, de massa’s voelden en gedroegen zich als schapen zonder herder. Men zag uit naar sterke leiders die hen zouden verlossen van zorg en angst. In dat gat sprongen in Europa machtbeluste dictators als Stalin in Rusland, Mussolini in Italie en Hitler in Duitsland. Zij storten de wereld in diepe ellende. De bloedbaden en misdaden zijn onbeschrijfelijk.
Door het feest van Christus koning op de laatste zondag voor de Advent te plaatsen riep de paus op in een tijd dat de kerken nog vol zaten, om niet hun hoop te vestigen op valse leiders en op macht beluste personen die met leugens de massa aantrokken. Niet de propaganda, maar het Evangelie was de enige waarheid. De waarheid en de vrede van Christus, Koning. Niet van een voorbijgaande wereld, maar het eeuwige rijk van God. Dat gold honderdjaar geleden, dat geldt ook nu. Laten wij die koning eren en volgen. Eens zal als de tijd vervuld is, dat rijk als enige voorgoed overblijven. Intussen krijgen we volop de kans om deze koning nu al te ontmoeten in het Evangelie, in de geloofsgemeenschap als oefenplaats voor de ontmoeting met Christus totdat hij komt, en in de arme, de ontrechte, de ontheemde en al die anderen van wie de Koning van de armen zegt: wat je aan de minste van mijn broeders en zusters gedaan hebt, heb je aan mij gedaan: Welkom gezegende van mijn Vader en ontvangt het rijk dat voor u gereed is vanaf de grondvesting van de wereld”
Martin Los, pr
Schriftlezingen voor de eucharistie op het hoogfeest van Christus, koning, de laatste zondag van het liturgische jaar
1) Evangelielezing: Matteus 25:31-46
2) Eerste lezing: Ezechiël 34:11,12, 15-17