Als luisteren offers vraagt

Preek op de 2e zondag in de veertigdagentijd 25 februari 2024 in de r.k. kerk van Werkhoven

Abraham over wie we vandaag horen in de eerste lezing wordt “de vader van alle gelovigen genoemd”. De stem van de levende God had hem ooit geroepen om zijn geboortegrond en de stad van zijn voorouders en al zijn rijkdom en comfort te verlaten en op weg te gaan naar het land dat de Heer hem zou wijzen 1). Heel zijn bestaan bestond vanaf toen uit luisteren, luisteren naar die stem die een diep verlangen in hem gewekt had.
Abraham ontving in de loop van zijn zwervende leven door diezelfde stem de belofte dat hij vader zou worden van een nageslacht zo talrijk als de sterren aan de hemel. Intussen waren hij en zijn vrouw op een leeftijd gekomen waarop  ze helemaal niet meer aan kinderen krijgen hoefden te denken. En juist toen, toen  de belofte van God van een nageslacht niet leek uit te komen, werd hij vader van een zoon, Izaäk.
Dan krijgt Abraham – als het ventje al op eigen benen kan staan – de opdracht om zijn zoon te offeren als een onschuldig lam. Alle hoop lijkt de bodem ingeslagen. Die vreemde stem lijkt uiteindelijk een grote vergissing. Maar Abraham blijft als het ware tegen beter weten in vertrouwen. Hij kan zich niet voorstellen dat die stem waarnaar hij geluisterd heeft en waarop hij al zijn hoop gevestigd heeft, een leugen is. Nooit is zijn vertrouwen door God beschaamd geworden. Nu dan wel? Met knikkende knieën en een bonzend hart gaat hij met zijn zoon op weg,  maar zijn vertrouwen blijft. Totdat hij die stem van de engel hoort die zegt: Abraham, doe uw kind geen kwaad. Ik weet nu dat je God vreest want je hebt mij je enige zoon niet willen onthouden. Omdat je dit gedaan hebt, zal ik je overvloedig zegenen. Door uw nakomelingen komt zegen over alle volken van de aarde”. 
Dit is een van de bekendste en adembenemende, voor velen schokkende, verhalen uit de Bijbel en de wereldliteratuur. Het stelt aan ons de vraag wat de heilige Geest door dit verhaal ons wil zeggen. Durven we echt onze zekerheden loslaten en op God vertrouwen, ook wanneer ons geloof op de proef wordt gesteld door tegenspoed? Ik denk op dit moment aan de Russische oppositieleider Alexej Navalny die het deze dagen zijn leven kostte dat hij stond voor gerechtigheid.
Ook Jezus ging zijn beproeving tegemoet 3). Hij verschijnt op de berg in zijn heerlijkheid aan zijn drie leerlingen als getuigen. Een heerlijkheid die zo schitterend is dat Petrus vraagt of hij drie tenten mag oprichten voor Jezus, Mozes en Elia. Die tentdoeken moeten die heerlijkheid bedekken omdat de leerlingen er niet tegen bestand zijn. Maar dan komt er die wolk die hen overdekt en die stem die zegt: “dit is Jezus, mijn Zoon, mijn welbeminde,  luistert naar hem”. Ze zien alleen nog Jezus in al zijn menselijkheid. Op dat moment spreekt Jezus tegen hen in bedekte termen al over zijn aanstaande dood, én zijn verrijzenis. Over het offer van zijn leven dat hij zal brengen om Gods liefde aan de wereld te tonen en te verkondigen voor altijd. “Luister naar hem” zei de stem uit de volk, de wijsvinger Gods, de heilige Geest.
We luisteren als gelovigen, als erfgenamen van Abraham, naar de woorden in de Bijbel, naar de Geest die daardoor tot ons spreekt, maar ook door de Geest die door de kerk van Jezus die tot ons spreekt, de geloofsgemeenschap rond het Woord van  God
Twee jaar geleden begon in de katholieke kerk het Synodale Proces, het samen als pelgrims op weg zijn zoals Abraham, dat twee jaar geleden door paus Franciscus werd afgekondigd. Luisteren naar wat er in de kerk en onder de gelovigen leeft aan zorgen, aan verlangen, aan mogelijke oplossingen van problemen, aan liefde voor Christus en zijn Kerk.
Van het grondvlak naar de leiding van de kerk, van de geloofsgemeenschappen naar de synode van bisschoppen, op alle continenten, zijn en worden bijeenkomsten belegd waarin de deelnemers de gelegenheid krijgen en gebruiken om te zeggen wat er in hen leeft. Het zijn samenkomsten die ingeleid worden door een gebed om de aanwezigheid van de Heilige Geest. Zo oefenen we ons als gelovigen in luisteren we door de heilige Geest naar Jezus. Jezus die niemand buitensluit of het zwijgen oplegt, behalve huichelarij en onoprechtheid. In deze zin kan het Synodale Proces worden beschouwd als een gehoor geven aan de stem uit de wolk uit het Evangelie: die zegt “Dit is mijn Zoon, mijn welbeminde. Luistert naar hem”.
Dit Synodale Proces eindigt in oktober van dit jaar. Dan komen de bisschoppen van de hele wereld in Rome bij elkaar. Er zullen dan concrete besluiten worden genomen, aanbevelingen gedaan op punten waar overeenstemming blijkt te bestaan. En wegen gewezen om verder te gaan. Bijvoorbeeld op het punt van het Doopsel als medeverantwoordelijkheid van allemaal voor de kerk, de zending vooral om de jongere generaties te betrekken bij de kerk en de positie van de vrouw in de kerk.
Het gaat in het Synodale Proces niet alleen om uitkomsten en oplossingen als een soort Update van de kerk. Veel belangrijker nog is dat we als gelovigen, van hoog tot laag, deze manier van omgang met elkaar blijven beoefenen. Luisteren naar elkaar, zonder elkaar in de rede te vallen, proberen de zorg en de vrees van de ander, maar ook de positieve bijdrage en het enthousiasme van de ander eerbiedigen.
Juist in deze tijd waarin van populisme en van activisme, hoogtijd vieren en verdeeldheid zaaien, is het nodig dat we weer leren luisteren naar elkaar als mensen, ook als we het niet met elkaar eens zijn.
Als christenen kunnen we een voorbeeld geven van naar elkaar leren luisteren. Omdat we mogen uitgaan dat de Heilige Geest als vinger van God uit de hemel in ons midden werkzaam is, overal waar we luisteren naar Jezus als het vlees geworden woord van God.
De apostel Paulus roept uit: ‘Als God voor ons is, wie zal dan tegen ons zijn. Hij heeft zelfs zijn eigen zoon niet gespaard. Voor ons allen heeft hij hem overgeleverd” 2) Mogen wij op weg naar Pasen verder groeien in het geloof en in het mysterie van Jezus lijden en sterven door te luisteren naar hem. Amen

Martin Los pr

De Schriftlezingen van deze Eucharistie op de 2e zondag van de Veertig dagentijd
1) 1e lezing Genesis 12:1-4
2) Romeinen 8:31b-34
3) Marcus 9:2-10

In quarantaine gaan

Preek op de 1e zondag van de Veertigdagentijd 18 februari 2024

Het is goed aan begin van deze Veertigdagentijd voor Pasen ons te herinneren dat deze tijd zijn oorsprong vindt in de vroege kerk. Toen werden de volwassenen die zich voorbereiden op de doop, gedoopt in de Paasnacht.
De doop in de Paasnacht maakt op een unieke manier duidelijk dat onze doop te maken heeft met de dood en de verrijzenis van Jezus. Door de doop worden we ondergedompeld, niet alleen in water, maar in het lijden en sterven van Jezus om met hem op te staan tot een nieuw leven. Eigenlijk is Pasen de gemeenschappelijke feestdagen van alle gedoopten doorheen het jaar.
Deze praktijk uit de vroege kerk van de volwassenendoop in de Paasnacht was in onbruik geraakt toen vrijwel alleen nog kinderen van al gedoopte ouders gedoopt werden. Maar in de huidige tijd zijn steeds meer mensen niet als kind gedoopt. Zij kiezen als volwassen later toch bewust voor geloof en doop.
Daarmee lijkt de kerk weer meer op het vroege christendom.
Zo is de praktijk van de volwassenendoop in de Paaswake weer actueel. In ons land worden enkele tientallen volwassenen gedoopt, over de hele wereld vele duizenden.
Wij verheugen ons met hen over hun nieuw geboorte met Pasen, hun geboorte in een leven verenigd met Jezus Christus als kinderen van God.
Maar we doen meer dan ons verheugen met hen. Wij vragen ons af hoe ónze eigen relatie tot Jezus, de levende Heer is. Is er geen sleur ingeslopen? Hebben we voldoende de kansen aangegrepen om echt te leven in zijn voetspoor?
Veertig dagen lang zijn we als het ware met heel de kerk in Quarantaine. We trekken ons terug uit de wereld in de eenzaamheid van onze binnenkamer. We willen ons opnieuw bewust worden van de rijkdom van het geloof, van wat werkelijk de bron van ons leven is.
We mogen ons op deze manier óók verbonden voelen met Jezus die veertig dagen in de woestijn verbleef 1). Hij hoorde allerlei stemmen, van de lieve engelen die hem dienden en voor hem in de handen klapten van enthousiasme, maar hij hoorde ook de stem van de satan.
Satan, dat is die inwendige advocaat die ons aanklaagt. In de vorm van schuldgevoelens die je ondermijnen. Of van herinneringen aan situaties waarvoor we ons schamen.
Satan is de stem die zegt: “Verbeeldt je maar niks. Jij, kind van God? Laat me niet lachen!”
Ook Jezus werd beproefd. Niet door stemmen van schuldgevoel en schaamte, maar hij werd beproefd als Zoon van God door een stemmetje dat zei: “Vertrouw maar niet op God, want dat is een sprong in het duister. Als mens ben je kwetsbaar en weerloos. Gebruik je goddelijke kracht om geen pijn en gebrek te kennen en om nooit te hoeven lijden”.
Jezus legde die stem het zwijgen op door te kiezen voor de onvoorwaardelijke liefde. Daarom is hij van unieke betekenis voor ons geworden. Hij koos ervoor om één met ons te zijn in onze kwetsbaarheid en gebrek. Hij koos ervoor om ons op zijn beurt deel te geven aan zijn leven waarover het kwade en de dood geen macht meer hebben.
Deze Veertigdagentijd nodigt u en mij uit om ons af te vragen: Hoe kan ik mijn doop opnieuw beleven in de aanvaarding van mijzelf, in de omgang met mijn medemensen, in mijn respect voor het leven als een geschenk van God. Want onze doop is een groot geschenk, het is ook een voortdurende opdracht.
De apostel Petrus hoorden we zeggen in de 2e lezing: “De doop beoogt niet de verwijdering van lichamelijke onreinheid, maar beoogt de verbintenis met God van een goed geweten, krachtens de opstanding van Jezus Christus”. 2)
Dat goede geweten is niet dat we nooit tekort geschoten zijn of dat we ons nergens voor zouden hoeven te schamen. We weten wel beter. En anders is er wel dat ondermijnende innerlijke stemmetje.
Nee, dat goede geweten is de innerlijke zekerheid dat de liefde van God sterker is dan al die stemmetjes die ons omlaag trekken. De doop is het medicijn tegen al die tegenstemmen.
We hebben dat persoonlijk nodig. Maar ook onze wereld heeft dat nodig. Mensen die vol goede moed in het leven staan. Niet omdat ze zelf onkwetsbaar zijn, maar omdat de kracht van Christus ontdekt hebben.
Wanneer wijzelf positief in het leven staan vol geloof, hoop en liefde, zullen we ook andere positieve krachten ontdekken in onze medemensen, in de kansen om ons heen.
Want we kunnen als persoon naar beneden getrokken worden door zelf-ondermijnende stemmen. Maar dat kan ook met onze wereld gebeuren. Dat mensen door de ellendige en gruwelijk dingen die gebeuren gaan geloven in de ondergang. Dat mensen cynisch en onverschillig worden en denken “na ons de zondvloed”.
Petrus en de eerste christenen waren zo positief dat ze de kracht van de verrijzenis van Christus zelfs met terugwerkende kracht zagen. De overwinning op het kwade en de dood strekt zich in hun ogen zelfs uit tot de mensen in het verleden.
Het is die opmerkelijk tekst die we hoorden: “Zo ging Christus heen en predikte voor de geesten in de kerker, zij die in de dagen van Noach, weerspannig waren geweest” 3).
We hebben nu te kort tijd om hierbij stil te staan. Maar waar het om gaat is dit:  als je gedoopt bent en je leeft uit de kracht van de opstanding, dan zie je ook de mensheid als verlost in Christus. Dan heb je niet alleen hoop voor jezelf maar voor alle mensen. Dan zie je in alle andere mensen kinderen van God. Je schrijft niemand af en je ziet geen situatie als uitzichtloos.
Als teken daarvan verschijnt steeds de regenboog. Die strijdboog is geworden tot stralend teken van vrede. Laten we ons niet alleen verwonderen over de prachtige regenboog. Laten we ook zelf als kerk en door ons leven als gedoopten zijn als de regenboog voor onze wereld. Teken van Gods verbond met alle mensen. Amen

Martin Los pr

voorgeschreven lezingen voor deze zondag in het universele leesrooster van r.k.kerk:
3) 1e lezing Genesis 9:8-15,
2) 2e lezing I Petrus 3:18-22 en
1) Evangelie: Marcus 1:12-15