De laatste tijd heb ik moeite om velletjes papier van elkaar te halen. Als ik onder druk sta omdat ik een gehoor tegenover mij heb, lukt het nog minder. Een seconde duurt een eeuwigheid. Dat voelt onhandig. Wat is er aan de hand? Is mijn motoriek stroever geworden? Dat niet, denk ik.
Ik heb inmiddels ontdekt waaraan het ligt. Vroeger waren mijn vingertoppen altijd wat vettig. A4-tjes van elkaar losmaken, was nooit een probleem. De blaadjes plakten aan mijn vingers en zo schoof ik ze zonder nadenken van elkaar. Wanneer ik een tijdschrift las, en zelfs mijn vochtige vingers door het vele bladeren droog werden, raakte ik ongemerkt even mijn tong aan. Sinds ik een mondkapje draag in gezelschap lukt dat niet. Hierdoor realiseerde ik mij dat mijn vingers te droog geworden zijn. Dit ongemak zette mij aan tot nadenken.
De meeste mensen maken als zij ouder worden, vroeg of laat, mee dat zij wat strammer worden. De spiermassa vermindert. De vochthuishouding neemt af. Veel grijsaards zijn vel over been. Het lijkt alsof het leven er een beetje uit is. Oh, wacht! Dor hout. Ouderen zijn voor sommigen het Dorre Hout in de discussie over de keuze tussen jongeren en ouderen wanneer de IC’s vol raken Ik heb geen vette vingers meer om mijn blaadjes van elkaar te halen. Ik ben op weg om Dor Hout te worden.
De Amerikaanse psycholoog James Hillman wijst in zijn boek The force of character (New York 1999) op de Griekse oudheid. De antieken stelden jeugd gelijk met vocht en ouderdom met droogte. Dit waren objectieve karakteristieken die geen waardeoordeel bevatten. In verscheidene talen is het woord voor ‘droog’ en ‘oud’ hetzelfde. Hij stelt de vraag: ‘wat betekent het dat het lichaam opdroogt en de droge ziel op haar best en wijst is? Of staat deze verdroging ergens voor?’ Is het een metafoor net zoals de sappigheid van de jeugd. Ouderdom en jeugd hebben beiden hun aangename, nuttige en lastige kanten. Elk van beide zijn nodig om iemands leven te vormen. Hillman voert een pleidooi om sappigheid (lat. humor) en dorheid in eigen leven te herkennen en te waarderen, ook in de maatschappij en haar verschijnselen. In deze opvatting is de term ‘dor hout’ geen uiting van geringe achting voor een groep ouderen, maar een soort kroon. Net zo min als de glans van de jeugdigheid ons ons blind zou moeten maken voor de zwakkere, troebele kanten. Zo beschouwd kan ‘dor hout’ geen argument zijn om aan ouderen geen voorrang te verlenen bij de inenting met het Corona-vaccin.
Het blijft onhandig dat ik mijn vingertoppen steeds moet bevochtigen om mijn papieren te kunnen omslaan. Ik schrik er niet meer van. Mijn toehoorders vatten mijn gepruts misschien op als teken dat ik de tijd neem en van bedachtzaamheid, Eerder glimlach ik nu bij de gedachte dat ik ook bij het ‘dorre hout” ga behoren. Is dat niet een soepelheid van geest en teken van jeugdigheid? De humor van het ‘dorre hout’ is voor kenners en fijnproevers.
© blog en foto Martin Los