Rakelings nabij

Kerstnachtpreek 2024 Kruisverheffingkerk in Beesd

Een kind treft de wereld bij de geboorte aan, en het denkt dat die wereld met zijn gewoonten en gebruiken altijd zo geweest is. Zo is voor ons kerstmis sinds onze kindertijd niet denkbaar zonder kerststal. Daarmee bedoel ik niet de kerststal uit het Evangelieverhaal, maar  de stalletjes in onze kerken en in onze huizen en de levende kerstallen op de straten en pleinen.
Pas achthonderd jaar geleden kwam H. Franciscus van Assisi op de gedachte om in zijn woonplaats in Italië met pauselijke toestemming een levende kerststal te organiseren in de kerstnacht. Dat sloeg zo in en veroorzaakte zoveel ontroering en enthousiasme dat het in korte tijd overal navolging vond. Eerst nog alleen in de kerstnacht als levende tafereel. Daarna in de kerken en in de huizen. Twaalf honderd jaar was er geen kerststal geweest en niemand had die daarom gemist. En toen hij er eenmaal was, kon al gauw geen kind zich meer voorstellen dat hij er ooit niet geweest was. Franciscus had goed aangevoeld dat de mensen in zijn tijd hongerden naar de ervaring dat God echt als mens in hun midden geboren was. Dat je Hem als het ware bijna kon aanraken, of liever dat hij ons, mensen, aanraakte. God rakelings nabij voor iedereen.
Nog steeds worden we als we een kerststal benaderen stil van verwondering bij de herders en de schapen, de os en de ezel, Maria en Jozef en hun kind en de engelen. We moeten als het ware allemaal weer kind worden bij de kribbe om het wonder van Kerstmis te ervaren. Plotseling wordt onze wereld voor even dan weer de heilige grond waarop wij staan zoals Mozes ooit bij de brandende braamstruik. Ondanks het geweld en het bloedvergieten, het onrecht en de armoede, de polarisatie en de haat, zien we wat niemand ooit gezien heeft en horen we wat niemand ooit gehoord heeft, en tasten we naar wat niemand ooit betast heeft: dat God zich niet te goed acht om in deze wereld neer te dalen en deze grond te heiligen en te zegenen als zíjn wereld.
Het tafereel van het kind in de kribbe met zijn moeder en vader, is tegelijk een goddelijk appel om er als mensen voor elkaar te zijn, om onderling de vrede te zoeken, ruzies te beslechten en te voorkomen. Verzoening tot stand te brengen tussen mensen van alle rassen en talen, rijk en arm. De herders met hun schapen vertellen ons dat we elkaar nodig hebben omdat ieder mens ook zijn zwakke kanten heeft en van anderen afhankelijk is. De os en de ezel die Franciscus leende de os en de ezel van de profeet Jesaja die zegt:” Een os kent zijn eigenaar, een ezel de krib van zijn meester; maar Israël weet van niets, mijn volk heeft geen begrip”. Die os en ezel laten  zien dat mens en dier samen kunnen leven en niet ten koste van elkaar.
Zo opent de kerststal het venster op een nieuwe wereld omdat God mens geworden is in Jezus Christus.
Franciscus kwam achthonderd jaar op het idee die eerste kerststal te organiseren, toen hij  enige jaren daarvoor naar Palestina gereisd als pelgrim. Hij had daar onder andere een van de belangrijkste geestelijke leiders van de Moslims bezocht Sultan Malik Al-Kamil, om namens de paus een vredesboodschap te brengen en vriendschap te sluiten tussen christenen en islamieten die op dat moment elkaars vijanden waren. Hij bezocht ook de heilige plaatsen. Daar bezocht hij ook Bethlehem en de grot waar Jezus volgens de traditie ter wereld was gekomen.  Daar kreeg hij de ingeving om ook in de buurt van Assisi een grot en een levende  kerststal te organiseren en het wonder van Jezus geboorte te vieren in de Kerstnacht. Het was een schot in de roos.
Vandaag is het verhaal van de kerststal actueler dan ook, dat God ons nabij gekomen is in Jezus. We zien dat hij hemel en aarde verbindt, God en mensen. Hij verbindt ons mensen met elkaar als één grote familie, broers en zusters rondom Maria en Jozef, ongeacht afkomst, taal, uiterlijk en religie. Hij heiligt de aarde en geeft ons de aarde en de natuur als geschenk om voor te zorgen en zuinig op te zijn. De kerststal nodig ons uit om te zorgen voor de armen en behoeftigen en vluchtelingen omdat Jezus zichzelf niet schaamde om geboren te worden als één van hen met een voederbak als wieg.
Het is een oproep om zelf als kerk en gemeenschap een levende duurzame kerststal te worden, niet alleen als het sprookjesachtige tafereel in onze huizen en kerken. Nee, laten we van onze wereld te beginnen bij onszelf een levende kerststal maken.
Door vrede te stichten, door voor de natuur en het milieu te zorgen en haar niet uit te zuigen, door de armen een beter leven te schenken, door rechtvaardige wetten. En laten we aan de toekomst denken van onze kinderen en een betere wereld aan hen achterlaten. En laten we ook door verwondering, dankbaarheid en gebed God in ons leven toelaten. Dan zal de boodschap van vreugde aan alle mensen klinken, de boodschap van de engelen: U is heden de Heiland geboren, Christus de Heer. Eer aan God in de hoge en vrede op aarde onder de mensen van in wie hij welbehagen heeft”. Dan is het alle dagen Kerst, in onze huizen, kerken, op kantoor en in de fabriek, in de winkel en op het sportveld, op heel Gods aarde als de heilige grond waarop wij leven. “Het woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond” 2). Zalig Kerstfeest.. Amen

Martin Los, pr

1) Evangelie tijdens de Kerstnachtmis Lukas 2: 1-14
2) Evangelie Eucharistieviering Eerste Kerstdag

Aan de vooravond van het Kerstfeest

Adventszondag 4  24 december 2023 in de r.k. kerk van Houten

Koning David wil niets liever dan een duurzame verblijfplaats voor God oprichten 1). Hij voelt zich ongemakkelijk bij de gedachte dat hijzelf in een prachtig paleis in Jeruzalem woont terwijl de ark die teken is van Gods tegenwoordigheid genoegen moet nemen met een tent. Hij zegt tegen de profeet Nathan “Moet u eens zien! Zelf woon ik in een paleis van cederhout en de ark van God staat onder een tentdoek.
Het lijkt een beetje op ons ongemak als we kijken naar de comfortabele huizen waar wij in wonen terwijl vluchtelingen en asielzoekers niet eens een onderdak of een bed hebben in ons land. Of niet eens welkom zijn. De helft van de Nederlandse gemeenten weigert hen fatsoenlijke opvang te geven. Terwijl toch al deze mensen schepsel van God zijn.
David wil dit gebrek aan een huis voor God rechtzetten. Hij had nog eerst nog een excuus gehad om nog geen woning voor God te bouwen. Hij was heel druk geweest met zijn vijanden te overwinnen. Tegenstanders kunnen al je tijd opeisen. Maar de Heer had ervoor gezorgd dat al zijn vijanden tot in de wijde omtrek hem met rust lieten. Dus eindelijk kon David zich wijden aan de plek die God te midden van de mensen zou kunnen innemen. Een ideaal moment. De profeet Nathan is  blij met dit voornemen van de koning. ‘Ga uw gang’ zegt hij.
Maar dan krijgt de profeet van Godswege te horen dat hier een vergissing in het spel is: Zeg tegen mijn dienaar David: “zo spreekt de Heer: Gij wilt voor mij een huis bouwen en mij daarin laten wonen? Zo spreekt de Heer van de Hemelse machten” en dan volgt een opsomming van daden die de Heer verricht heeft om David te leiden en te beschermen en hoe hij David tot een aanzienlijk koning van naam heeft gemaakt die niet onderdoet voor de groten der aarde”. Met andere woorden: hoe denkt David een huis te kunnen bouwen voor God die hemel en aarde gemaakt heeft? Nee, David kan geen huis bouwen voor God hoe prachtig en stevig en groot en verheven ook. Het is omgekeerd. God zal voor David een huis bouwen, een huis dat nooit ondergaat en voor eeuwig zal bestaan. We horen hierin al de belofte van het messiaanse koninkrijk, een rijk van vrede en gerechtigheid dat voor eeuwig de aarde zal bedekken.
In dit verhaal uit het boek Samuel wordt een vraag aan de orde gesteld die ook in andere delen van de Bijbel aan de orde komt: Hoe kunnen God en mens samenwonen terwijl ze zo verschillen? Het is ook de vraag die we onszelf stellen: hoe kunnen God en mensen één gemeenschap vormen. God is de eeuwige. De mens is vergankelijk. God is de heilige, de mens is onvolmaakt en zondig. Hij is de Schepper, wij zijn zijn maaksel.  Voor velen is de gemeenschap van God en mensen onmogelijk. In onze moderne wereld lijkt God afwezig want in ons denken en onze wetenschap is God geen optie. De mens bestaat maar God is een illusie is volgens velen de conclusie.
Maar alleen al in het feit dat wij kúnnen denken, zouden we als een gave van God kunnen zien. En dat wij ons kunnen verwonderen en dankbaar zijn. En de kostbare gaven van geloof, hoop en liefde.
We staan aan de vooravond vandaag van het Kerstfeest. Het verhaal van de geboorte van Jezus vertelt hoe de gemeenschap van God en mens wordt hersteld en vernieuwd. God is mens geworden. Hij is mens geworden met een naam en een gezicht, één van ons. Maar hij is ook mens geworden in die zin dat hij onze menselijke natuur zelf weer met God in overeenstemming heeft gebracht. Zodat allen die geloven in hem, kinderen van God genoemd worden.
Wie had dit ooit kunnen bedenken. Een God die alle mensen verenigd door één met hen te worden. De Schepper die een schepsel wordt, de Heer die dienaar van alle mensen is geworden.
Dat Jezus echt mens werd is het verhaal van de aankondiging door de engel van de Heer aan Maria. Zij geeft zich met hart en ziel over aan de belofte dat zij moeder van de Heer mag worden. Zij begrijpt het niet : “Hoe zal dit geschieden daar ik geen man beken”. Maar zij staat open voor dit ongelofelijke initiatief van God om een nieuw begin te maken met de wereld. “Hij zal groot zijn en Zoon van de Allerhoogste genoemd worden. God de Heer zal hem de troon van zijn vader David geven  en hij zal voor eeuwig koning zijn over het huis van David”. We horen in deze aankondiging van de engel aan Maria de woorden doorklinken van de profetie van Nathan aan David.
Wat een vreugde dat we in dit plan en in dit verhaal van God met de mensen mogen delen. En dat we deze boodschap mogen verkondigen aan de wereld om ons heen. In woord en daad. Door Jezus maakt God plaats voor God in ons leven. En door hem maken wij plaats voor God in ons hart en in ons leven voor altijd. Augustinus, de grote kerkvader uit de 4de eeuw zei dat al. ‘Als Jezus niet geboren wordt in mij en in jou, dan wordt hij niet geboren’. Amen

Martin Los, pr

schriftlezingen in de eucharistie van zondag Advent 4B:
eerste lezing: II Samuel 7:1-16
Evangelielezing: Lukas 1:26-38
Afbeelding: Annunciatie Fra Angelico Florense