De gift van eeuwig leven (zevende zondag in de Paastijd)

Preek op de 7e zondag van Pasen op zondag 28 mei 2023 in de kerk van H. Dominicus Tiel

Dierbare zusters en broeders, de Evangelies vertellen op verschillende plaatsen dat Jezus zich terug trok om te bidden. Zo onderhield hij de gemeenschap met God, zijn Vader. De eenzaamheid van de plek waar hij zich terugtrok, en van het moment in de stilte van de avond schonk hem de rijkdom van de intimiteit met God. Door dit spontane en hartelijke contact met God, de Vader, heeft Jezus zijn taak als zijn Zoon in de wereld kunnen volbrengen en daardoor is hij tot bron van heil voor alle mensen geworden. Het is ook een uitnodiging en aansporing aan ons om stilte momenten te zoeken en te bidden.
Des te opvallender is het dat van de inhoud van deze dagelijkse gebeden van Jezus in de eenzaamheid en van zijn gesprekken met God zo goed als niets terug te vinden is in de Evangeliën. Alleen van de laatste keer dat Jezus zich terugtrok om tot de Vader te bidden op de vooravond van zijn lijden en sterven, alleen van die laatste keer kennen we de woorden omdat ze zijn opgeschreven in het Evangelie van Johannes dat vandaag op deze laatste zondag voor Pinksteren klinkt 1). Het is een verantwoording van de unieke taak die Jezus op zich genomen heeft en voorbede voor zijn leerlingen die hij in de wereld moet achterlaten.
De tekst van dit gebed is meteen zo vol en onuitputtelijk van betekenis dat het, als ik zo mag zeggen, misschien wel het gemis van alle die andere gebeden van Jezus waarvan de evangelisten melding maken, in één klap goed maakt. We raken nooit uitgedacht en uitgesproken over dit gesprek dat Jezus aan het eind van zijn leven op aarde voerde met God, de Vader. We moeten als het ware die intimiteit van Jezus met God zelf eerbiedig luisterend binnentreden.
De woorden die Jezus hier in zijn gebed tot God spreekt,  zijn uniek en voor geen mens als persoonlijk gebed na te spreken. Ze zijn voor ons een maatje te groot.  Maar we hoeven ze ook niet ná te zeggen. Daarvoor in de plaats heeft Jezus ons uitdrukkelijk het “Onze Vader” leren bidden. We mogen ons wel laten raken door wat Jezus hier zegt. En we mogen er onophoudelijk inspiratie uit putten.
Laten we één woord uit dit ultieme gebed van Jezus nog even overdenken: “Dit is het eeuwige leven, dat zij U kennen, de enige ware God en Hem die Gij gezonden hebt: Jezus Christus”. “Eeuwig leven” zegt Jezus in zijn gesprek met God, de Vader, is “U kennen”.
Als wij in onze tijd mensen horen spreken over eeuwig leven dan bedoelt men vaak iets dat volkomen individueel is, alsof alles alleen om jezelf draait. Maar voor Jezus die zelf het eeuwig leven in zich heeft –  en die het als enige uit zichzelf in zich heeft als Zoon van de Vader –  voor Jezus is de enige vorm van eeuwig leven gemeenschap en eenheid met de Vader. Dát wil hij ook zijn volgelingen schenken. Daarom zegt hij uit eigen ervaring en uit eigen beleving: dit is het eeuwige leven dat zij U kennen. Eeuwig leven is dus relatie met God.
Nu horen we onszelf misschien zeggen en terecht “maar God kun je niet zien, hoe weet je dan of je een relatie tot deze God hebt?” Is dat niet het grote probleem dat je God niet kunt aanwijzen en niet kunt bewijzen, zodat het steeds lijkt alsof je met lege handen staat? Maar in één adem zegt Jezus: “Dit is het eeuwige leven dat zij u kennen, de enige en ware God én hem die gij gezonden hebt, Jezus Christus”.  Een paar zondagen gelden hoorden we Jezus tot zijn leerlingen zeggen: “Wie mij ziet ziet de Vader”. Jezus kennen, omgaan met Jezus door hem de ereplaats in ons hart te geven, is God kennen. Jezus betrekken bij hoe je leeft, en welke beslissingen je neemt, kortom de relatie met Jezus onderhouden, is “eeuwig leven”.
Nogmaals “eeuwig leven” is dus niet in de eerste plaats een soort volkomen individueel, steriel, op jezelf teruggeworpen bestaan, waar nooit een einde aan komt. Het eeuwig leven waar Jezus over spreekt, is het leven dat hij ons schenkt, leven met hem, relatie met hem. Nu al. En dat eeuwige leven, is zonder einde omdat het vruchtbaar is. Dus niet in de eerste plaats aan jezelf denken en bang zijn jezelf te verliezen. Het eeuwige leven is gemeenzaam en vruchtbaar als het leven van Jezus zelf.
Het gebed dat Jezus bad aan het einde van zijn leven hier op aarde, geeft de intentie aan waarmee Jezus zijn leven ging geven tot heil van alle mensen, om aan heel de wereld Gods liefde te tonen.
Dat leven heeft hij als geschenk gegeven aan de kerk, als gemeenschap met hem door de Heilige Geest, en aan ons allen. Het is het offer dat hij ons in handen heeft gegeven en waarvoor we God dank zeggen in elke eucharistieviering. Het is een uitnodiging aan ons om te leven vanuit zijn leven, en om vruchtbaar te leven vanuit de liefde van God. Leven waarover de dood geen zeggenschap meer heeft
Dat is de heilige overlevering waarin wij staan als christenen. Jezus heeft zichzelf voor ons prijsgegeven en hij heeft zichzelf ons in handen gegeven. Zo mogen we tastbaar deel hebben aan het eeuwige leven. Zo mag ons leven zelf vruchtbaar zijn. Leven zoals God het bedoeld heeft. Eindeloos leven omdat het deel heeft aan zijn liefde die zelf zonder einde is. Amen

Martin Los, pr
1) Evangelielezing tijdens de eucharistie van deze zevende zondag in de Paastijd: Johannes 17:1-11a

Terug naar de toekomst

Preek op de 6e zondag door het jaar zondag 12 februari 2023 r.k. kerk Bunnik en Houten

Ook vandaag, de derde zondag op rij, horen we Jezus’ toespraak op de berg tot zijn leerlingen en de menigte. Ook wel de Bergrede genoemd. Hier spreekt de nieuwe Mozes vertelt de evangelist Matteus ons. Om ons geheugen nog even op te frissen: Jezus begon met de aankondiging van het koninkrijk van God – want dat is het – in de vorm van een felicitatie: ‘zalig de armen van geest, de barmhartigen, de zachtmoedigen, de vredestichters, kortom allen die om mijnentwil” zo zegt hij “bespot en vervolgd worden”. Daarmee legt Jezus een heel persoonlijk relatie tussen hemzelf en zijn volgelingen. Jezus spiegelt hen een omgekeerde wereld voor die geheel anders is dan hoe we normaal tegen de wereld aankijken: “leve de succesvollen, de machtigen, de rijken”.
Op de tweede zondag hoorden we hem zeggen tegen zijn leerlingen, volgelingen van toen en nu: “jullie zijn het zout der aarde en het licht der wereld”. Kortom wees niet bang om het onderspit te delven, want een beetje zout is genoeg om een hele maaltijd van smaak te voorzien, en een kandelaar is voldoen een enorme donkere ruimte te verlichten”. Allemaal heel bemoedigend om te horen.
Nu op deze derde zondag lijkt Jezus een heel andere, strenge toon aan te slaan: “Als uw gerechtigheid die van de schriftgeleerden en Farizeeën niet ver overtreft, zult gij zeker niet binnengaan in het Rijk der hemelen” *). Hij noemt een aantal voorbeelden: “jullie hebben gehoord dat tot onze voorouders is gezegd: Gij zult niet doden. Wie doodt zal strafbaar zijn voor het gerecht. Maar ik zeg : alwie vertoornd is op zijn broeder zal strafbaar zijn voor het gerecht”. Hier herinnert Jezus ons aan de Tien Geboden die Mozes eertijds proclameerde aan het volk van God . Hij spreekt Jezus als de nieuwe Mozes.
Misschien toch goed om nog even stil te staan bij die eeuwenoude Tien Woorden die klonken bij de sluiting van het Verbond van God met zijn volk aan bij de berg Sinai in de woestijn. De ouderen onder ons leerden die nog uit het hoofd door de catechismus. Die Tien Geboden waren bedoeld als richtingwijzer om aan de hand daarvan een goed en vredig en rechtvaardig te leven. We hebben twee handen en tien vingers om te handelen. Deze Tien Geboden klinken in onze oren als geboden: “Gij zult niet stelen” “Gij zult niet begeren. Maar even goed zou je kunnen spreken van Tien Beloften: “als je leeft binnen het kader van mijn verbond dan zúl je niet doden. Dan zul je niet valse getuigenissen af leggen”. Ze zijn om zo te zeggen het visioen van het rijk van God. Het volk van God mag nu dat rijk binnengaan, dat rijk van vrede en gerechtigheid.
Om die heilige Tien Woorden te beschermen ging met op den duur die geboden omgeven met een omheining van regels en afleiding en gebruiken. Deze strenge traditie werd in ere gehouden door de Farizeeen. Naast de Tien geboden onderhielden zij 613 andere geboden (365 regels evenzoveel als de dagen en 248 evenzoveel als het aantal onderdelen van het menselijke lichaam). Dit was eigenlijk maar voor een zeer selecte groep van mensen weggelegd die bovendien allerlei mazen in de wet kenden die alleen zij kenden. Vindt Jezus dat dit nog niet genoeg is als hij zegt: “Als uw gerechtigheid die van de Schriftgeleerden en Farizeeën niet ver overtreft, zult gij zeker niet binnengaan in het Rijk der hemelen”? Nee juist niet. Het is ironisch bedoeld. Hij wil iedereen terugvoeren naar de oorsprong. Naar de bron. Naar de God van het verbond, God heeft met zijn geboden niet de mensen willen belasten, maar willen helpen en ondersteunen. Zijn geboden vormen niet een last, maar zijn vol levenslust. Ze zijn veeleer teken van spontaniteit en vreugde dan van dorheid en slaafsheid. “Gij zult niet doden is tot de voorouders gezegd”? Doe dat dan ook niet in het verborgene. Jezus bedoelt: maak van je hart geen moordkuil en geen slangenkuil. je wilt toch burger van het koninkrijk van God zijn? Laat je hart een woning voor God zijn. Laat je hart een plek van gebed zijn. Op de Tien Woorden in de catechismus volgen de woorden van het Onze Vader, ook onderdeel van de bergrede.
Jezus is dus niet streng in de zin dat hij het keurslijf van het stelsel van geboden nog uitbreidt en verzwaart met allerlei nieuwe verordeningen. Hij wil juist afstand nemen van die manier van omgaan met geboden die maakt dat je berekenend te werk gaat, je medemensen eraan afmeet en beoordeelt, en die jezelf tot een huichelaar maakt. Dat is dor en vruchteloos. Zo moeten de volgelingen van Jezus niet handelen. Terug naar de bron, naar God die liefheeft en leven geeft. Terug naar de toekomst.
Jezus verlangt van zijn volgelingen dat ze naar hem kijken als het grote voorbeeld. Want hij is trouw gebleven. De weg van liefde en waarheid is hij gegaan tot het uiterste toe. Toen hij het kruis maakte tot boom des levens.
We hoeven ons slechts tot hem te keren om steeds opnieuw het goede leven te proeven. Overal waar zo geleefd wordt is het koninkrijk der hemelen al onder ons. Eerlijkheid, gerechtigheid, vrede, vriendelijkheid, waarheid, Gods liefde. Wat kunnen we anders wensen. Daar wordt de gerechtigheid van de Farizeen ver overtroffen. Het mag toekomstmuziek lijken maar het ie de werkelijkheid van Gods koninkrijk waar we naar op weg zijn. Amen

Martin Los, pr

*Evangelielezing tijdens de eucharistie van de 6e zondag: Matteus 5:17-30