Preek op het Pinksterfeest 31 mei 2020 Mariakerk Online via kerkdienstgemist.nl
“Vrede zij u. Zoals de Vader Mij gezonden heeft, zo zend ik u” Hij blies op hen en sprak: “ontvang de Heilige Geest”. 1)
Lieve zusters en broeders, we horen dat de leerlingen van Jezus in Jeruzalem bij elkaar zitten met “de deuren gesloten uit vrees voor de buitenwereld’.
Op dit Pinksterfeest zijn ook de deuren gesloten. Ditmaal niet uit vrees voor vervolging, maar uit vrees voor besmetting met het Corona-virus. Met pijn in ons hart moeten de kerken al maandenlang de gelovigen weren uit de kerk. De kerk als gemeenschap van gelovigen is daardoor grotendeels onzichtbaar voor haar leden zelf en voor anderen.
Als gelovigen leven we bij de ontmoeting met God en met elkaar. We raken elkaar aan bij de vredeswens, Jezus raakt ons aan en wij Hem in de communie, we raken onszelf aan als we onszelf tekenen met het kruisteken. We verwarmen elkaar door de zang, door de aandacht voor het Woord van God, door de saamhorigheid. We ondersteunen de geloofsgemeenschap met de collecte. En we brengen gaven mee voor de voedselbank.
Dat is nu al drie maanden niet mogelijk. We kunnen ons nu beter verplaatsen in de zieken en ouderen die zelden of nooit naar de kerk kunnen komen. Of in de mensen die twijfelen of zij wel in de kerk thuis horen en daarom de stap over de drempel niet durven zetten. Wat moeten zij altijd al missen. Petje af dat zij ondanks dat gemis toch hun geloof bewaren en hun verlangen om bij Jezus en de kerk te horen.
Het lijkt erop dat de teugels nu wat gevierd mogen worden. Maar het virus is nog niet verdwenen en er is ook nog geen vaccin. Met name ouderen en mensen met een zwakke gezondheid of met gezinsleden die bijzonder risico lopen, zijn huiverig om weer naar de kerk te komen. Zij moeten zich zeker niet schuldig voelen. Het zal echt nog wel een tijd duren voor alles weer normaal is.
De uitstorting van de Heilige Geest op het eerste Pinksterfeest maakte dat de deuren ópen waaiden door de stormwind. 2) En de leerlingen stonden in vuur en vlam. Ze spraken in alle talen. De liefde van God vervulde hen allen. Ze waren niet meer angstig en in de steek gelaten. Ze voelden de aanwezigheid van Jezus, de verrezen Heer, op een nieuwe manier in hun midden. Ze ontvingen kracht van boven. “Zoals de Vader mij gezonden heeft, zo zend ik ook. Ontvang de heilige Geest!”
Het is deze Geest die sindsdien de kerk bezielt om te doen waartoe ze in de wereld gezonden is: de blijde boodschap verkondigen, mensen hoop geven, zoekende mensen aanraken met de liefde van God.
Hoe kunnen we nu in onze dagen die Geest op het spoor komen. Hoe kunnen we in onze situatie de Heilige Geest ontvangen die ons aanraakt met de liefde van God?
De wereldwijde coronacrisis heeft ons mensen voor een volstrekt nieuwe situatie geplaatst. Aarzelend, zoekend en tastend gaan we onze weg, in de contacten met elkaar, het werk, de maatschappij en de kerk. Het is een oerervaring, Alsof door alles heen een stem klinkt. De stem van God die roept: ‘breek uw tent op, ga op reis, naar het land dat ik u wijs!’
Een eerste voorbeeld. De coronacrisis heeft ons allen in één klap geconfronteerd met onze kwetsbaarheid. We zijn en blijven mensen van vlees en bloed. Sterfelijke mensen. Laten we niet wegvluchten daarvoor ten gevolge van een virus. Laten we ontdekken dat we juist door de zorg voor elkaar ervaren hoe kostbaar het leven is. Een Gods geschenk. Deze liefde voor het kwetsbare menselijke leven kan ons opnieuw in liefde doen ontvlammen voor God en voor elkaar. De verrijzenis van Jezus met een verheerlijk lichaam belooft ons dat ook ons kwetsbare sterfelijke lichaam eens mag delen in die heerlijkheid. Juist het geloof in de verrijzenis van het lichaam maakt dat we ons lichaam en lichamelijk bestaan liefdevol beschouwen en liefdevol behandelen ondanks dat het mikpunt is van ziekten en van een virus zoals nu. Zo verdrijft de Geest onze angst. En laten we ook voor elkaar zorgen, met name voor de zieken en kwetsbare ouderen. Het lichaam van de kerk waar Paulus over spreekt 3) is ook kwetsbaar zoals we in deze maanden ervaren. Waar loopt deze periode van gesloten keren op uit? Raken velen de kerkgang ontwend? Of neemt in de harten van de gelovigen juist het verlagen naar een hernieuwde bezielde kerk toe?
Een tweede voorbeeld. De crisis door het coronavirus is wereldwijd en raakt alle mensen. Dat is uniek in de geschiedenis. Het gaat door alle rassen en talen en geslachten heen. Door vriend en vijand. Zou dat niet het gevoel versterken dat wij mensen, niet zonder elkaar kunnen, in plaats van elkaar te bestrijden met argwaan en oorlogen. Kan de kerk onder leiding van de Heilige Geest die eenheid niet versterken en richting geven door de verkondiging van Gods liefde, zoals Jezus haar heeft opgedragen. En kunnen wij als gelovigen door deze ontwikkeling niet weer meer oog ervoor krijgen dat we deel uitmaken van de wereldwijde beweging die de kerk van Jezus Christus is, uit alle volkeren en talen?
Tenslotte. Door de kerksluiting van de afgelopen maanden zijn wij en vele andere kerken ertoe overgaan de vieringen uit te zenden via internet. Voor iedereen te volgen. We schamen ons er niet voor om als gemeenschap ons geloof op deze manier uit te dagen. Dat is beslist uniek voor plaatselijke geloofsgemeenschap. Je geeft jezelf bloot.
Natuurlijk hopen we dat we gaandeweg weer onze vieringen in de kerk kunnen houden. Maar deze openheid op internet voor het oog van de hele wereld, is onomkeerbaar. Is dat ook niet de Heilige Geest aan het werk? Zoals de Vader mij gezonden heeft, zo zend ik ook u!
Laten we daarom altijd vol hoop zijn. Laat niets anders ons leiden dan de liefde van God waartoe we in de wereld geroepen en uitgezonden zijn.
De Heilige Geest is de liefde van God waardoor Hijzelf in ons woont door de liefde van Jezus Christus, de Zoon, voor de Vader, en de liefde van de Vader voor de Zoon. Het begon met het eerste Pinksterfeest. Het is vandaag niet minder Pinksteren dan toen. De liefde van God, het geloof en de hoop, openen onze ogen en harten daarvoor. “Zoals de Vader mij gezonden heeft, zo zend ik nu u. Ontvangt de Heilige Geest”. Een storm en een stroom van liefde Amen
(c) Martin Los Schriftlezingen voor het Pinksterfeest volgens het rooms-katholieke leesrooster voor zon- en feestdagen:
Evangelie: Johannes 20:19-23 1)
1e lezing: Handelingen der apostelen 2:1-11 2)
2e lezing: I Korinthiers 12:3-7,12-13 3)
Tag archieven: Pinksterfeest
Dooft de Geest niet. Vlak de vrouw niet uit.
Maria, moeder van de Kerk. Preek op 2e Pinksterdag Mariakerk 10 juni 2019.
‘Zij allen bleven eensgezind volharden in gebed samen met de vrouwen, met Maria, de moeder van Jezus, en met zijn broeders’ 1)
Lieve zusters en broeders, het beeld van de apostelen als een gesloten club mannenbroeders klopt van geen kant. Wanneer de leerlingen na de hemelvaart van Jezus terugkeren naar Jeruzalem en daar in de bovenzaal wachten op de vervulling van de belofte van de Heer, bevindt zich onder hen ook Maria, de moeder van de Heer, en de andere vrouwen die Jezus gevolgd zijn. Deze vrouwen waren natuurlijk niet alleen toeschouwers of gedienstige figuren. Ze hadden de Heer zelf meegemaakt. Ze hadden een levend beeld van Hem hun hart en ze waren ook de eerste getuigen van het lege graf en dus van de verrijzenis van Jezus. De omgang van Jezus met de vrouwen had een duidelijke indruk op de leerlingen nagelaten. Voor Jezus waren mannen en vrouwen gelijk. Er ging dus absoluut invloed van deze vrouwen uit op de hele gemeenschap. Het feit dat Lukas ze uitdrukkelijk noemt neem alle twijfel weg over het aandeel van de vrouwen in de gemeenschap. Dat zij geen apostelen waren wil niet zeggen dat ze niet deelden in de apostolische gezindheid. Ze waren vervuld van het zelfde elan, en dezelfde opdracht om de liefde van Christus uit te dragen in de wereld. Ze waren dus ook aanwezig bij de uitstorting van de Heilige Geest op het Pinksterfeest. We moeten dat steeds voor ogen houden. De gave van de Geest is niet voorbehouden aan mannen, maar is het voorrecht zo wel van mannen als vrouwen. Het is eigenschap van veel mannen om altijd haantje de voorste te willen zijn. Maar in de christelijke gemeenschap past dat niet. Ook het gegeven dat de ambten in de rooms-katholieke traditie aan mannen voorbehouden zijn, betekent niet dat de inbreng van vrouwen op alle gebieden van minder gewicht en minder nodig zou zijn. Wanneer de gemeenschap bijzonder respect betoont aan de ambtsdragers, dan is dat uit liefde voor Christus zelf, het eigenlijke hoofd van de Kerk, en niet om ‘mannen’ meer eer te geven dan vrouwen en de stem van vrouwen van minder belang te achten. Waar het uiteindelijk om gaat is dat iedereen, man of vrouw, persoonlijk meetelt. Zij allen bleven eensgezind volharden in gebed samen met de vrouwen, met Maria, de moeder van Jezus, en met zijn broeders’.
Te midden van de vrouwen wordt één vrouw speciaal genoemd: Maria. En ze wordt nadrukkelijk vermeld als de ‘moeder van Jezus’. Het spreekt van zelf dat Maria een speciale plaats innam te midden van de eerste christelijke gemeente. Doordat ze op wonderbare wijze de moeder van Jezus is geworden. Doordat ze zelf in Jezus en zijn zending geloofde als Zoon van God. Doordat ze in heel haar houding een kind van God was. En doordat alles in haar verbonden was met Jezus, Haar geloof was een bron van inspiratie voor iedereen. Ze verbond door haar persoon de eerste christenen met elkaar. Maar ze had ook een speciale opdracht gekregen van Jezus aan het kruis. Hij had Johannes, zijn beminde leerling, zijn moeder toevertrouwd om voor haar te zorgen: ‘Vrouw, zie uw zoon” 2). En tot Johannes had Hij gezegd: ‘zie, uw Moeder‘. Dit was niet een soort onderonsje – we mogen ervan uitgaan dat ook de omstanders het gehoord hebben – of een praktische regeling van mantelzorg. Het betekent vooral dat beiden hun bijzonder plaats in de eerste christelijke gemeente en in de kerk zouden weten en veilig stellen. Het gaat om de Kerk die haar oorsprong vindt in het water en bloed dat even later als de Heer gestorven is, uit zijn zijde stroomt. Johannes moest het moederschap van Maria eren. Hij moest door zijn liefde en zorg voor Maria, alle gelovigen uitnodigen om Maria als moeder van alle gelovigen, ja van heel de kerk, te beschouwen. En Maria kreeg de opdracht om met Johannes ook de gemeenschap van de apostelen en de eerste christenen, als een moeder te behandelen door haar liefde tot Jezus haar zoon, en haar liefde voor allen die Jezus erkennen als de verlosser. Met het verscheiden van Maria uit deze wereld, is deze taak niet afgelopen. Deze taak – Moeder van de Kerk – heeft sindsdien alleen maar meer en meer betekenis gekregen. We noemen allemaal Maria onze Moeder, omdat ze door het geloof de moeder van de Heer is geworden. En omdat we datzelfde geloof delen met haar als haar kinderen. Ze is niet alleen de moeder van ieder van ons persoonlijk, maar van heel de Kerk. Want we hebben één geloof, één Heer, één Vader in de Hemel. Zij is door haar Zoon aangewezen als onze voorspreekster: ‘Zoon, zie uw Moeder”.
Als we Maria de ereplaats geven die haar toekomt door de aanwijzing van Jezus aan het kruis, zullen we daarin de liefde en de wijsheid van onze Heer ervaren. We zullen daarin zijn liefde voor ons en zijn liefde voor Maria ontdekken en herkennen en beantwoorden. Met de hulp van de Heilige Geest die op het Pinksterfeest op de aanwezige gelovigen werd uitgestort met Maria in hun midden. Amen
Martin Los
1) 1e lezing volgens het r.k. lectionarium voor zon- en feestdagen: Handelingen der apostelen 1:12-14
2) Evangelielezing voor de tweede Pinksterdag volgens het universele r.k. lectionarium: Johannes 19:25-34