homilie op de 23e gewone zondag 6/7 september 2014 Mariakerk en Willibrordkerk

gemeenschaprondhetkruis2014Schriftlezingen tijdens de Mis op de 23e zondag uit het voorgechreven wereldwijde lectionarium van de rk kerk: 1e lezing Ezechiel 33:7-9; 2e lezing Romeinen 13:8-10; Evangelie Matteus 18:15-20

Lieve zusters en broeders, we horen in het Evangelie:  iemand die gezondigd heeft, moet je erop aanspreken. Als hij niet luistert, getuigen erbij halen. Als dat niet helpt de zaak aan de hele gemeenschap voorleggen. Beschouw hem als hij dan nog niet luistert, als een buitenstaander.
Hoe valt dit te rijmen met de boodschap van Jezus dat je zonden moet vergeven, en dat je niet over anderen moet oordelen?
in het Evangeliegedeelte hiervoor zegt diezelfde Jezus: ”Wat denken jullie? Als iemand honderd schapen bezit en één daarvan dwaalt af, zal hij dan niet negenennegentig achterlaten in de bergen om het afgedwaalde schaap te zoeken……en als het gevonden heeft nodigt hij iedereen uit om feest te vieren”
Dat is heel iets anders dan veroordelen en buiten sluiten. Daar horen we van zoeken en vinden en samen feestvieren. Hoe zit dat nou?

Laten we even goed luisteren naar wat de Heer ons te zeggen  heeft. Hij houdt ons voor dat we heel zorgvuldig moeten omgaan met elkaar. Juist wanneer we geconfronteerd worden met een misstap die iemand begaat, moet dat liefdevol gebeuren.
Als je er persoonlijk getuige van bent dat iemand uit de geloofsgemeenschap iets doet wat helemaal in strijd is met Gods geboden, wat doe je dan?
Meest voor de hand liggende reactie is je ogen sluiten en doen alsof je niets gezien hebt. Maar wat is het gevolg? Dat je die ander niet meer onbevangen tegemoet kunt treden want wat hij of zij misdaan heeft, kun je niet uit je gedachten bannen.
Bovendien bestaat de kans dat die ander in herhaling valt. Ben je daar dan niet min of meer medeschuldig aan omdat je die ander niet erop aangesproken hebt?

Of we spreken niet direct met de betrokkene zelf, maar met anderen.
Het gevolg is dat in korte tijd velen op de hoogte zijn en de ander met een schuin oog aankijken. Die komt in een isolement en wordt gaandeweg buitengesloten.
Zo moet het niet, zegt Jezus.  je moet met de ander spreken onder vier ogen. In een echte ontmoeting van mens tot mens. Niet om te beschuldigen, maar je zorg en verwondering en je pijn uit te spreken.
De kans is groot dat de ander daardoor geraakt wordt. Dat die broeder of zuster inziet hoe verkeerd hij of zij bezig is. Dat hij oprecht spijt heeft. Je bedankt en zijn leven betert.
“Dan heb je je broeder gewonnen” zegt Jezus. Trouwens, in een persoonlijk gesprek zou óók kunnen blijken dat jij je vergist hebt en dat de ander niets misdaan heeft.

Maar stel dat de ander toch níet luistert? Dan maar de schouders op halen? Of toch achter diens rug om met anderen erover praten?
Nee, zegt Jezus, als een gesprek onder vier ogen niets uithaalt, vraag dan discreet een andere betrouwbare persoon erbij. Het kan immers zijn dat jij niet de juiste toon hebt gevonden in het gesprek onder vier ogen. Of de ander heeft eerst nog wat tijd om tot bezinning te komen.
Grote kans dat zoveel zorg en discretie de ander diep raakt en tot ommekeer beweegt. Dan is de breuk geheeld, en de gemeenschap herstelt.

Maar stel dat ook dat niet helpt. Daar moet je niet vanuit gaan. Want liefde heeft dan misschien allang overwonnen. Maar wat dan? Opgeven? Of alsnog je ongenoegen uitspreken tegen alle anderen die nog van niets wisten?
Nee, zegt  Jezus, dan moet je het voorleggen aan de kerk, aan de gemeenschap. Dat is wat anders dan aan de grote klok hangen. De kerkelijk gemeenschap wordt vertegenwoordigd door de leiding. Ook aan de gemeenschap voorleggen kan dus heel pastoraal en discreet gebeuren
Maar ook wanneer je de zaak ten einde raad aan de leiding voorlegt, mag het motief niet teleurstelling of wrok zijn, maar liefde voor de ander en de gemeenschap.

Soms kan een ander alleen tot verandering bewogen worden door het bevoegde gezag in de gemeenschap. Maar ook dat mag alleen pastoraal en liefdevol gebeuren. Het gaat immers om iemand uit de eigen gemeenschap, om een broeder of zuster, om eigen vlees en bloed binnen het lichaam van Christus.
Loopt heel deze zorgvuldige benadering op niets uit, dan moet je je inspanningen staken: “beschouw hem dan als een heiden of een tollenaar” dus als een buitenstaander.
Dus toch de ander afschrijven en voortaan negeren? Nee, maar je hebt gedaan wat je kon. Gebruik nu je energie voor zaken die vruchtbaarder zijn.

Jezus roept niet op tot bemoeizucht. Geen sprake van elkaar beloeren en betrappen op fouten, of veroordelen. Het enige motief mag zijn het verlangen om de ander te helpen en ook om de ander te behouden voor de gemeenschap.
Het gaat om deze vraag: In hoeverre hebben we elkaar écht lief als broeders en zusters? In hoeverre zijn we als de herder die de negenennegentig schapen achterlaat om het verloren schaap te zoeken?
We zijn vaak wel bereid om anderen in hun materiele armoede te helpen?
Maar zijn we ook bereid elkaar bij te staan op het vlak van morele zwakheid en moreel faillissement? Want ook dat behoort tot de christelijke barmhartigheid.

Als we niet liefdevol naar elkaar omzien, schaadt dat de kwaliteit van de gemeenschap. Helemaal als we wel over elkaar praten, maar niet met elkaar.
Paus Franciscus heeft vorige week in een preek nog uiteengezet dat niets zo schadelijk is voor de geloofsgemeenschap als roddel.

Net zoals opvoeding niet alleen léuk is, maar ook inspanning vergt, zo vraagt het ook inspanning van iedereen om de kwaliteit van de geloofsgemeenschap in stand te houden en te versterken.
Het vraagt om moed en integriteit. Maar we worden gesterkt door de belofte van de Heer dat “waar twee of drie in mijn naam bijeen zijn daar ben ik in hun midden”.

Vragen we het Hem: “Heer, uw liefde en wijsheid en zachtmoedigheid raken ons telkens diep. Ook nu weer. Ze wekken in ons het oprechte verlangen om als gelovigen U in uw liefde na te volgen. Laat ons niet met minder genoegen nemen dan wat u van ons verlangt: herderlijk omgaan met elkaar en al onze medemensen. Tot eer van uw Naam. Amen

(c) Pastoor Martin Los

Eén gedachte over “homilie op de 23e gewone zondag 6/7 september 2014 Mariakerk en Willibrordkerk

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.