Preek op de zeven zondag van de Paastijd in het weekend van 11 en 12 mei 2013 in de kerk van Onze Lieve Vrouw ten Hemelopneming (Mariakerk) te De Meern
1e lezing: Handelingen der apostelen 7:55-60 Evangelie: Johannes 17:20-26
Lieve zusters en broeders, bij zijn hemelvaart zei Jezus tot zijn leerlingen: “zie, ik ben met u, alle dagen, tot aan de voleinding der wereld”.
“Zie” dat wil zeggen: “Kijk. Kijk hoe ik kijk. Kijk met mij mee!”
De apostelen kijken en wat zien ze? Ze zien dat de Heer aan hun ogen onttrokken wordt door een wolk. Hij verdwijnt uit hun gezicht. Uit zichzelf zien ze niets en niemand meer.
Als iemand vertrekt en uit je gezicht verdwijnt, betekent dat gewoonlijk dat die iemand niet meer bij je is. En als die ander veel voor je betekent, dan voel je op dat moment een groot gemis. Je voelt je op jezelf terug geworpen. Je vraagt je af: “hoe moet ik verder zonder die ander?”
Het zou de apostelen niet anders vergaan zijn als de Heer zomaar voorgoed uit hun ogen verdwenen was.
Daarom geeft hij hen zelf deze aanwijzing: “Kijk, Ik ben bij jullie zolang de wereld bestaat!”.
Hij legt hen uit dat zijn vertrek niet betekent wat zij uit zichzelf zouden denken: dat hij hen alleen achterlaat, en dat ze er van nu af helemaal alleen voor staan, als weeskinderen die alleen in de wereld zijn.
Zijn opgang naar de hemel wil zeggen, dat hij overal en altijd bij hen is.
Door Jezus uit hun oog verdwíjnt, verschíjnt hij op datzelfde moment aan zijn leerlingen als degene die overal en altijd bij hen.
Uit zichzelf zien ze dat niet. Maar de Heer zegt: “Kijk”. En vanaf dat moment zien en begrijpen ze. Omdat ze als het ware nu met de ogen van Jezus zelf mogen kijken.
Is dat niet prachtig? De hemelvaart van Jezus betekent dat hij voortaan zo dichtbij ons is en dat we zo één met hem mogen zijn dat we nu met zijn ogen mogen kijken.
Met de ogen van Jezus kijken, betekent: overal om ons heen tekenen zien dat God bij ons is en voor ons zorgt als zijn kinderen.
Met de ogen van Jezus kijken, betekent: altijd vol vertrouwen zijn, wat er ook gebeurt.
Met de ogen van Jezus kijken, betekent: onszelf zien met de ogen van Gods liefde, ondanks onze tekortkomingen.
Met de ogen van Jezus kijken, betekent: andere mensen het licht in de ogen gunnen en liefhebben.
We zien het aan Stefanus die om zijn geloof door een woedende menigte werd gestenigd. Hij keek met de ogen van Jezus. Hij sprak zelfs dezelfde woorden als zijn Heer toen hij zei: “Vader, vergeef het hun want ze weten niet wat ze doen!”
Liever verdroeg hij het onrecht dat de mensen hem deden, dan dat hij bad dat op dat moment een bliksemschicht uit de hemel al zijn vijanden zou vernietigen.
En door zo te kijken, door met de ogen van Jezus te kijken, zag Stefanus toen de hemel openstaan, en zag hij de Heer zelf.
Het was precies die houding die maakte dat zijn tegenstanders zich verwonderden en tot inkeer kwamen. Het is vermoedelijk ook dat in de latere apostel Paulus op dat moment al de kiem gelegd werd voor zijn latere bekering tot Christus.
Natuurlijk worden van ons allemaal niet zulke grote offers als van Stefanus gevraagd.
Maar in het klein, in het gewone alledaagse leven, zijn er momenten genoeg om mensen anders te zien, en om gebeurtenis anders te zien, omdat we mogen kijken met de ogen van Jezus die altijd bij ons is, en die ons met zijn ogen laat kijken.
Op een gegeven moment gaan mensen de volgelingen van Jezus christenen noemen.
Zij noemden zichzelf eerst niet zo. Ze werden in het begin zo door anderen genoemd.
Zouden die anderen daar niet mee bedoeld hebben: Jullie volgelingen van Jezus Christus kijken met zijn ogen? Jullie zijn christenen want jullie kijken met de ogen van Christus? Jullie zijn net als hij?!
Wat mooi als we ook in onze dagen weer zo bekend zouden staan als christenen: mensen die kijken met de ogen van Jezus. En dat daardoor anderen ook weer gaan kijken met die ogen, naar zichzelf, naar anderen, naar de wereld, naar God.
Voordat hij zijn leven ging geven uit liefde voor de mensen, bad Jezus tot God, de Vader, dat allen die in hem geloofden één zouden mogen zijn. Eén met hem, één met elkaar.
Jezus heeft er alles voor over gehad, heel zijn leven, om ons het grootste geschenk ter wereld te geven: dat we alles met zijn ogen zouden mogen zien, met de ogen van zijn liefde, met de ogen van God zelf.
Met zijn hemelvaart heeft Jezus in zijn grote liefde als het ware plaats gemaakt voor ons, mensen, opdat wij in zijn plaats zouden mogen staan. Dat wij zouden zien wat hij zag. Dat wij zouden doen wat hij deed. Dat wij zouden delen in zijn vreugde en geluk. Dat wij erfgenamen zouden zijn van zijn eeuwige heerlijkheid.
We bereiden ons in deze week voor op het Pinksterfeest, op de gave van de Heilige Geest aan heel de kerk. We openen ons opnieuw voor dat wonder, dat Gods Geest één met ons wil zijn.
We zijn als gelovigen niet als wezen alleen achtergelaten in de wereld. Jezus is niet uít ons oog verdwenen. Hij is nu ín ons oog. Hij is dichterbij dan ooit. We mogen nu zien met zijn ogen. Dichterbij kan niet.
De hemelvaart van Jezus is dus een bewijs van zijn grote liefde. In zijn grote liefde is hij ons altijd nabij. Zo geeft hij ons de ruimte en de vrijheid om te leven als kinderen van God.
En als we onszelf soms afvragen hoe het ook al weer is om te kijken met de ogen van Jezus dan mogen we kijken naar anderen die het ons voordoen. Ons grote voorbeeld is Maria.
Vandaag eren we onze moeders die ons het leven schonken en ons gevoed en verzorgd hebben.
Maar we eren als christenen samen ook de moeder van alle gelovigen, Maria, omdat zij zelf als eerste geloofde en met de ogen van haar Zoon ging zien. Als we naar haar kijken, dan mogen we vertrouwen dat we ook zelf steeds met de ogen van Jezus mogen kijken.
Plaatsen we onszelf daarom altijd in haar nabijheid. Dan zitten we altijd goed. En eren we haar met de woorden: Wees Gegroet, Maria…………………….Amen
Pastoor Martin Los
U heeft heel goed kunnen verwoorden en plaatsen het vertrek van Jezus. Ik weet hoe het voelt om zonder “mijn” allerliefste dierbare verder te gaan. “dan voel je op dat moment een groot gemis. Je voelt je op jezelf terug geworpen. Je vraagt je af: “hoe moet ik verder zonder die ander?”
Het zou de apostelen niet anders vergaan zijn als de Heer zomaar voorgoed uit hun ogen verdwenen was.” Ik vermoed dat u z’n ervaring ook gehad heeft. Want het voelt alsof u weet waar u over heeft.
Pastoor Los, bedankt voor deze mooie troostende woorden.
Even een wijziging op mijn reactie:
Ik wilde niet doen alsof u niet weet waar u het over heeft, “maar u straalt echt uit dat u weet waar u het over heeft”. Ok? Dat wilde ik zeggen en niet anders.