Preek tijdens de eucharistie van Witte Donderdag 17 april 2014 Mariakerk De Meern
Lieve zusters en broeders, bij het Joodse Paasfeest viert men in de huiselijke kring dat het volk Israël bevrijd werd uit de slavernij van Egypte. Het is het verhaal wordt dat wij zo-even ook hoorden.
Het verhaal uit het boek Exodus van het bloed van een pasgeboren lam dat aan de deurposten werd gesmeerd opdat de engel van het verderf aan de huizen van de Israëlieten voorbij zou gaan. Het lam werd gedeeld met de huisgenoten en eenzame buren. Het bloed werd aan de deurpost gesmeerd.
Natuurlijk heeft deze vertelling en dit ritueel een diepe symbolische betekenis. Er is niets onschuldigers dan een pasgeboren lammetje. Door dit lam te eten verenigde men zich met dit lam. Hier geldt de uitspraak: je bent wat je eet. Een uitspraak die normaal aanvechtbaar is, maar hier klopt. Wie het lam eet is één met hem lam, één met het lam dat het nieuwe leven symboliseert.
En dat het niet ging om een normale maaltijd of zelfs een schranspartij blijkt uit de toevoeging: als het lam te veel is voor een gezin, nodig dan de buren erbij uit.
En eet met een stok in de hand gereed om te vertrekken.
En door het bloed op de deurposten schuilde men ook achter de onschuld van het lam als een schild. Nieuw leven begon. Een wereld van slavernij en onvrijheid werd achtergelaten. Een uittocht uit de dood naar het leven.
Dat is Pesach. Het Joodse woord voor Pasen. Het betekent “passage”. Je gaat een poort door. Van de slavernij van de dood naar het leven. Een onmogelijke opgave.
Een onmogelijke opgave voor ons mensen uit onszelf. Maar God kan ons nieuw leven schenken en de onschuld die bij nieuw leven hoort.
Nodig is dat we geloven in de onschuld. Niet die van onszelf. Want wie is onschuldig? Wie is zonder zonde? Maar de onschuld wordt ons geschonken door God als we geloven in het lam dat onschuldig is. Daar vindt de doorgang plaats van de dood naar het leven. Daar gaat de engel van het verderf voorbij.
Tegen deze achtergrond van het Joodse Pasen verstaan we veel beter het offer dat Jezus brengt aan het kruis als een onschuldig lam. Zijn onschuld is ook publiekelijk bevestigd door Pilatus, de hoogste aardse rechter ter plaatse, toen hij zijn handen waste en zei: “ik vind geen schuld in hem.
Door zijn dood aan het kruis biedt Jezus zichzelf aan als het onschuldig lam dat allen redt, het lam dat allen die naar hem opzien en in hem geloven, redt van een leven dat zucht onder de slavernij van zonde en dood. Hij schenkt ons de passage uit de dood naar het leven. Een leven dat niet eindigt in de dood, maar in het eeuwig leven bij God. Dat is het nieuwe christelijke Pasen.
Maar er is ook sprake van een maaltijd. De maaltijd die Jezus met zijn leerlingen houdt voor de nacht van het verraad en de dag van zijn dood en begrafenis.
Daar geeft Jezus zichzelf te eten aan zijn leerlingen. Want hij zegt bij het brood: “dit is mijn lichaam dat voor u gegeven wordt”
En bij de beker: “dit is de beker van het nieuwe altijddurende verbond dat voor u en voor velen vergoten wordt”.
Laten we niet vergeten dat deze woorden volstrekt nieuw waren. Ze waren letterlijk ongehoord. De woorden moeten gestuiterd hebben in de oren van de leerlingen. Oren veel te klein om te woorden te bevatten.
En het is goed als ook wij deze woorden telkens horen alsof het voor de eerste keer is. Want hier geeft Jezus zichzelf te eten als het lam Gods dat wegneemt de zonden der wereld. We eten hem in geloof en hebben deel aan zijn onschuld, aan zijn leven waar zonde, dood en bederf geen vat ophebben.
De Heer schenkt ons telkens zijn onschuld opdat we de kracht van zijn goddelijk leven ervaren. En die kracht komt vooral aan het licht als we elkaar liefhebben.
Daarom geeft hij zijn leerlingen een voorbeeld door de voetwassing. En hij geeft hen de opdracht elkaar lief te hebben.
Want de kracht van de onschuld die Christus ons schenkt door het geloof in zijn offer en in Gods liefde, die kracht stelt ons in staat om ook elkaar lief te hebben.
Belangrijkste oorzaken om elkaar níet lief te hebben is dat we denken dat we dan zelf tekort komen. Maar waarom denken we dat we tekort komen? Omdat ons leven omgeven wordt door de dood. Daarom willen we uit het leven halen wat erin zit zonder aan anderen te denken. Alsof we alleen op de wereld zijn. Maar als de dood niet het einde is, hoeven nooit bang te zijn iets tekort te komen. Dan kunnen we liefhebben zonder einde zoals Christus.
En waarom kunnen we soms onvoldoende liefhebben uit onszelf? Omdat we boos zijn op de ander, of ons schamen, of jaloers zijn. Hoe komen angst, schaamte, jaloezie, boosheid in de wereld? Doordat we onze onschuld verloren hebben.
Maar Christus geeft ons de onschuld en de vrijheid terug. Alle energie kan nu besteed worden aan de liefde en het liefhebben van de ander.
Pasen is doorgang van dood naar leven. Pasen is doorgang van een beperkt en onderdrukt leven naar leven in overvloed. Pasen is ook herstel van leven met elkaar. Van verdeeldheid naar eenheid. Van onbegrip en haat naar gemeenschap en communicatie.
“Dit is mijn lichaam” zegt Jezus die het lam Gods is dat de zonde der wereld wegneemt. We worden wat we eten: lichaam van Christus.
Dat is een onschatbaar geschenk dat we met de grootste eerbied en respect omgeven. Maar het is ook een opdracht om ook werkelijk Christus te proberen na te volgen in heel ons leven.
Moge Pasen voor ieder van ons weer de poort zijn waardoor we vieren dat we van de dood naar het leven zijn geleid door het Lam. Het Lam dat ons blijft leiden als de goede Herder. Door het geloof. In het bijzonder door zijn aanwezigheid in de heilige Eucharistie en in heel zijn kerk.
Amen
(c) Martin Los, pastoor