Liggend in een kribbe

Preek tijdens de Kerstnachtmissen in de Mariakerk in De Meern 2019

De engel sprak tot de herders: “Dit zij jullie een teken: Jullie zullen het kind vinden, in doeken gewikkeld liggende in een kribbe”.1)
Lieve zusters en broeders, we vieren feest en we klappen in de handen voor God vanwege een gebeurtenis die de loop en de toekomst van heel de wereld veranderde. De geboorte van Jezus Christus. Sinds zijn komst is het vooruitzicht van ons mensen vervuld van hoop en we zien uit naar de zalige vervulling van onze hoop 2). Zijn koninkrijk zal gegrondvest zijn op recht en gerechtigheid van nu af tot in eeuwigheid. 3). Hij is de lang verwachte koning van allen die Gods rijk verwachten en hun leven daar voor inzetten.
Dit feest lijkt in onze tijd betekenis en kracht te verliezen. Honderd jaar geleden was Kerstmis nog zo algemeen en vanzelfsprekend dat zelfs in de verschrikkelijke 1e wereldoorlog de soldaten in de loopgraven van Duitse zijde en van de kant van de geallieerden, de strijd gedurende het Kerstfeest staakten.
In onze dagen ligt het Kerstfeest van twee kanten onder vuur. Aan de ene kant wordt het geluid steeds krachtiger dat er in een multiculturele samenleving als de onze geen plaats meer is voor een exclusief christelijke feest met winkelsluitingen en verplichte vrije dagen voor iedereen. Aan de andere kant klinkt de eis dat Kerstmis moet worden vastgelegd als nationaal cultureel erfgoed. Maar wat moet er dan worden beschermd als typisch voor Nederland als christelijk land? De kerstboom, de kerststolp, de uit Amerika overgewaaide Kerstman? Jingle bells? De glamour en de glitter? Maar is dat de unieke christelijke traditie die wij als gelovige mensen met Kerstfeest vieren? Een echt feest is geen vlucht uit de werkelijkheid waar je een kater van overhoud. Echt en vruchtbaar feest is als de werkelijkheid verandert en ons uitdaagt en hoop geeft: dat is dat God in onze werkelijkheid is afgedaald en ons bemoedigt.
We kunnen erom treuren dat het Kerstfeest in onze tijd schuurt met die brede opvattingen die in onze samenleving heersen. We kunnen het beleven als teloorgang van bepaalde tradities die we van kindsafaan kenden.
Maar het geeft ons ook de kans om ons weer af te vragen wat de eigenlijke christelijke traditie is. De levende traditie van het geloof. Als we die ontdekken, er zelf uit leven, dan mogen we er ook op vertrouwen dat vroeg of laat, op Gods tijd, de harten van vele mensen, ook de jongere generatie en onze kinderen, geraakt worden door de hoop die met Jezus Christus in de wereld gekomen is, de hoop op het rijk van God dat komende is, hoop op de overwinning van het kwade en de dood, hoop dat liefde het laatste woord heeft over deze wereld en ons eigen leven.

Onze christelijke traditie is iets anders dan allerlei folklore die op den duur verslijt en weer andere vormen aanneemt. Onze christelijke traditie is het levende Evangelie zelf. De Boodschap van vreugde die voor alle mensen, in tijden en plaatsen, voor alle talen en culturen hetzelfde blijft.
Heel dicht komen we bij de persoonlijk beleving van dat Evangelie door de Kerststal in onze huizen. Paus Franciscus benadrukt dezer dagen de betekenis van de Kerststal in een brief aan alle gelovigen getiteld “Wonderbaar teken”.
Hij zegt daarin: “Door het opzetten van de kerststal kunnen we ons het tafereel van Bethlehem beter voorstellen. De geboorte van Jezus in de stal nodigt uit “de armoede te ‘voelen’ en ‘aan te raken’ die Gods Zoon op zich nam door mens te worden. Het roept op tot navolging van Jezus op die weg van nederigheid, armoede en zelfverloochening, die van de kribbe naar het kruis leidt. Het vraagt van ons om Hem te ontmoeten en Hem te dienen door barmhartig te zijn naar onze broeders en zusters in nood.
De paus zegt verder ”Al eeuwenlang raakt de kerststal de harten van de mensen. Allereerst omdat de kerststal ons de tedere liefde van God laat zien. In Jezus heeft de Vader ons een broer gegeven, die naar ons op zoek gaat als we verward zijn of verloren lopen, en een loyale vriend aan onze zijde. God de Vader gaf ons zijn Zoon die ons vergeeft en bevrijdt van onze zonden.”.

Ik wil graag afsluiten met de relatie tussen de Kerststal en de Eucharistie. U weet dat de bisschop dit jaar uitgeroepen heeft tot Jaar van de Eucharistie. Hij nodigt ons allen uit om heel bewust na te denken over de betekenis en de plaats van de eucharistie voor ons leven, voor ons persoonlijk en als geloofsgemeenschap. In de eucharistie schenkt Jezus Christus ons zijn lichaam en bloed. Hij zelf zegt: “Dit is mijn lichaam dat voor u gegeven wordt”. Zijn lichaam dat Hij in de schoot van Maria ontvangen heeft, heeft zij bij zijn geboorte in doeken gewikkeld en in een voederbak gelegd. In doeken gewikkeld, in een kribbe, een voederbak. Begrijpen we wat we horen? Begrijpen we wat we zien. Daarmee wordt al verhuld verteld dat Jezus het Brood uit de hemel is. Hij is geboren in Bethlehem: letterlijk: Huis van het Brood. Er is een directe lijn van de eucharistie en de communie naar de geboorte van Christus in Bethlehem. Het is de gekruisigde en opgestane Heer die in de wereld gekomen is, en die zichzelf aan ons geeft. Hij verenigt zich met ons in het offer dat Hij voor ons heeft gebracht. Hij neemt ons op in zijn lichaam. Want normaal verteren wij brood en wordt het deel van ons lichaam. Maar het brood dat Jezus schenkt maakt ons één met Hem. Eén met zijn opstandingslichaam. Jezus wil ons daadwerkelijk en tastbaar sterken en nieuwe mensen van ons maken. Mensen die leven in zijn licht. Mensen van de hoop die dat samen beleven door deel te nemen aan de levende traditie van het christelijk geloof. Dan hoeven we niet te vrezen voor verlies van waarde en betekenis en kracht van het Kerstfeest. Dat kan niemand ons afnemen. Dan wensen we elkaar terecht “een Zalig Kerstmis” en een Zalige communie. Amen

Martin Los
Schriftlezingen uit het leesrooster voor Zon- en Feestdagen van de r.k. kerk:
1e lezing Jesaja 9:3-5,7-9 3)
2e lezing Titus 2:11-14 2)
Evangelie: Lukas 2:1-14 1)


Kerstmis als levende traditie

Preek op de 4e zondag van de Advent (jaar A) 20/21 december 2019 Mariakerk en Willibrordkerk
v
Bij de ‘Aankondiging van de Heer’ denken we meteen aan de verschijning van de engel Gabriel die aan Maria die de boodschap bracht dat zij de moeder van de Heer mocht worden. Een  boodschap die zij van harte aanvaardde: Zie, de dienstmaagd des Heren, mij geschiede naar uw woord. Ze aanvaardde die boodschap hoewel  ze niet kon overzien hoe en wat het betekende voor haar en voor iedereen.
Bijna niemand denkt eraan dat er nog een soort aankondiging van de Heer is geweest 1) De engel Gabriel verscheen ook aan Jozef, de verloofde van Maria. De aankondiging verliep anders. Jozef werd uitgenodigd om het geheim van Maria dat zij de moeder van de Heer zou worden, te aanvaarden en te bewaren en beschermen. Jozef overzag ook niet wat dit betekende. Maar Hij stemde in met zijn houding en zijn daden. Hij zond Maria hoewel zij zwanger was en er geen gemeenschap had plaatsgevonden, niet heen. Hij nam haar bij zich in huis om zo de wettelijke vader van Jezus te worden. Daarmee zou Jezus in de geslachtslijn van koning David komen. Hij zou als vader zijn kind als eerste mogen noemen met de naam Jezus wat ‘God bevrijdt’ betekent.

De band van een moeder met haar kind is uniek en onuitwisbaar. Zij draagt haar kind negen maanden in haar schoot. Het is een deel van haar eigen lichaam. En de moeder is voor haar kind het eerste gezicht dat het in zich opneemt en waarop het steeds de ogen op vestigt. Zeker als de moeder haar kind aan de borst voedt wordt de band de eerste tijd nog bevestigt. De vader is eigenlijk de eerste andere mens die in het leven van het kind komt. Hij is degene die het kind erkent als zijn kind. Je zou kunnen zeggen: de vader vertegenwoordigt al een beetje de wereld rondom. Hij herinnert het kind eraan dat de band met de moeder uniek is, maar dat het andere verbindingen mag en moet aangaan, met andere mensen om een sociaal wezen te worden.
Jozef mag zijn wonderlijke geboren kind de naam geven. De naam waarmee het bekend zal worden onder de mensen, een naam die voor altijd zal klinken. De apostel Paulus bezingt deze naam in een van zijn brieven als  een naam hoog boven alle namen voor wie iedereen zich zal buigen in de hemel, op de aarde en onder de aarde.

Maria en Jozef zijn beiden beeld van het gelovige volk van God dat door de eeuwen vertrouwd had op Gods beloften –  uitgesproken door de profeten –  dat eens de Messias zou komen. Maria mag nu echt de moeder van de lang verwachte Messias worden. Het geheim dat Gods volk door de eeuwen in zich gekoesterd heeft en doorgegeven, draagt Maria  nu werkelijk in zich als de moeder van de Heer. De goddelijke afkomst van haar kind vraagt om vanaf de moederschoot erkend en gerespecteerd te worden. Dat mysterie van het geloof vraagt om erkenning en bescherming. Dat is de taak van Jozef. Hij is voor het kind van Maria als het ware de eerste vreemde, de verbinding met de wereld rondom. Het is de taak van Jozef dit kind te erkennen binnen te leiden in de wereld, maar tegelijk het mysterie dat dit kind vertegenwoordigt te erkennen en te beschermen. Maria en Jozef zijn beiden beeld van de Kerk die wij als gelovigen allemaal samen vormen. Maria als moeder van de Heer is beeld van de kerk die het geheim van Gods Zoon die mens geworden is in zich draagt: Emmanuel, God met ons. Jozef is beeld van de kerk die het geheim erkent en die het beschermt naar buiten toe, naar de wereld toe.

Zo wordt het geheim van het geloof doorgegeven door de kerk en alle gelovigen. Doorgeven, overleveren, is Nederlands voor ‘traditie’. Wij staan als gelovigen allemaal in de traditie waarin het geheim van het geloof dat Jezus als Emmanuel wordt doorgegeven.
We mogen dat beleven en vieren als een geheim binnen de kerk zoals Maria haar kind in haar schoot droeg. Maar we moeten het geheim ook erkennen in de wereld door ons leven. Zoals Jozef deed.
We moeten als het gaat om traditie onderscheid maken tussen de levende traditie van het geloof, en wat velen als regel traditie noemen, een soort folklore die we min of meer al vanzelfsprekend dóórgeven. In onze tijd maken velen zich zorgen over het verdwijnen van de typische traditie van het Kerstfeest als Nationaal feest. Men wil dan gaan vastleggen in een canon, een soort wettelijke ijkpunt van wat Kerstmis is. Eigenlijk een soort nostalgische terugblik in de tijd dat ons land nog geen immigranten kende. De meeste mensen zullen dan meteen aan de Kerstboom denken en de Kerstman. Maar Santa Claus is overgewaaid uit Amerika als een verdwaalde Sinterklaas. En de zeer ouderen onder ons zullen zich herinneren dat er 75 jaar geleden geen kerstboom in de kerk stond en ook in de meeste huizen niet. De meeste mensen denken dat de situatie zoals ze die aantroffen als kind altijd geweest is.

De eigenlijke levende traditie die typisch katholiek is, is de Kerststal die de heilige Franciscus van Assisi in zijn tijd introduceerde. Zijn naamgenoot, Paus Franciscus, heeft onlangs in een Brief aan alle gelovigen nog stil gestaan bij het belang van de kersstal, niet alleen voor kinderen, maar ook volwassenen. De kerststal maakt dat we stil worden rond het mysterie van Gods Zoon die mens is geworden, Emmanuel, in deze wereld. Niet alleen voor blanke westerlingen, maar voor alle mensen van alle volkeren, talen en culturen. De Kerststal noemt paus Franciscus ‘het levende Kerstevangelie. God is mens geworden in de eenvoud en armoede van een stal en voederbak. Hij raakt ons aan met zijn armoede, opdat wij rijk zouden worden door zijn kinderen te zijn. De heilige familie, Jezus, Maria, Jozef nodigt ons uit om het geheim te koesteren van God in ons eigen dagelijkse leven met al zijn beslommeringen, onzekerheden en menselijke tekorten, en onrecht, om vrede en vriendschap te zoeken, om zorgzaam met elkaar om te gaan, om te leven van de hoop. Het Licht der wereld is in ons leven verschenen. Want God is mens geworden. Sindsdien is alles anders geworden, leven we verbonden met God. Koesteren we dat geheim in de kerk met z’n allen. En verkondigen we dit geheim aan de wereld door ons eigen leven. Amen

Martin Los, pastoor

1) Evangelie van de 4e adventszondag jaar A: Mattheus 1:18-24