dePreek op de 22e zondag door het jaar 3 september 2017 in de Mariakerk De Meern
Vorige week feliciteerde Jezus Petrus zo hoorden we in het Evangelie van die zondag. Want Petrus was de eerste van alle mensen die Jezus de Christus noemde, de Zoon van God die in de wereld komen zou. Uit eigen beweging, maar met behulp van de Heilige Geest.
Vandaag lijkt het alsof Jezus diezelfde Petrus even later een stevige uitbrander geeft. Jezus vertelt zijn leerlingen dat hij veel zal moeten lijden van de kant van de machtigen, dat ze hem zelfs zullen doden. Maar op de derde dag zal hij uit de doden verrijzen *). Petrus schrikt ervan als hij Jezus hoort zeggen dat hem veel moeite en verdriet te wachten staat. ‘Zoiets mag u nooit overkomen’ roept Petrus uit.
Petrus bewondert zijn meester, hij houdt van hem, hij heeft al zijn hoop op Jezus gevestigd. Geen wonder dat hij zijn meester met alle middelen wil beschermen tegen het onheil dat hem kennelijk bedreigt. Het is een natuurlijk reactie. Als wij van iemand houden, en die iemand vertrouwt ons toe dat hij of zij een weg zal gaan die gevaar inhoudt, dan zullen we ook proberen die ander tot andere gedachten te bewegen. Iemand zegt zijn baan op om zich aan een ideaal te wijden. We zien al de armoede en ontberingen die hem wachten, en zeggen: ‘doet het toch niet’. We willen altijd het beste voor degenen van wie we houden. En hoe dichter we bij iemand staan hoe meer. Maar wat wij het beste vinden, is niet altijd het beste voor iemand die de stem van haar hart volgt. Iemand die zijn roeping volgt, begrijpen we in eerste instantie niet, omdat het een innerlijke stem is. Dan zijn het vaak de mensen die je het meest na staan die je in de weg kunnen staan door hun bezorgdheid of eigen verwachtingen.
Jezus begrijpt heel goed dat Petrus zich grote zorgen om hem maakt, en dat de verwachtingen van Petrus heel anders zijn. Juist daarom voelt hij de verleiding in de woorden van Petrus, de verleiding om te kiezen voor gemak en populariteit in plaats van pijn en vervolging.
Vandaar die uitroep: ‘ga weg achter mij, Satan’. Jezus was als mens niet ongevoelig voor de liefde en aanhankelijkheid van zijn leerlingen en voor hun menselijke verwachtingen van Hem. Maar hij wilde niet dat hij daardoor zijn roeping zou verloochenen, de bevrijding van de mensheid, mensen Gods liefde schenken, de vrijheid van Gods kinderen.
Petrus was natuurlijk niet zelf de Satan, de macht die ons ervan wil afhouden onze bestemming te volgen. Maar Jezus hoorde daarin de negatieve macht die probeert ons te verhinderen onze roeping te volgen. Een laffe aanval in de rug.
Vorig jaar juli werd de Franse priester Jacques Hamel vermoord toen hij aan het altaar in zijn parochiekerk in Rouen de Mis opdroeg. Twee jonge mannen uit de buurt sneden hem de keel door. Toen pastor Hamel begreep wat er stond te gebeuren, riep hij uit, net als Jezus: ‘ga weg, Satan’ **)
Bedoelde vader Jacques daarmee die twee jonge mannen van Noord-Afrikaanse afkomst? Bedoelde hij daarmee de Islam waarop de twee zich luidkeels beriepen? Nee! Met ‘Ga weg, Satan’ bedoelde hij de verleiding, de aanvechting die hij op dat moment voelde. Want als je je als priester altijd met hart en ziel hebt ingezet voor de mensen, ongeacht hun afkomst, huidskleur, religie. Je hebt je ingezet voor de begrip en vrede tussen godsdiensten. En dan wordt je meedogenloos geslachtofferd in je priesterlijke bediening aan het altaar. Klinkt daardoor heen dan niet de schaterlach van een negatieve macht — die wig tussen God en mensen – dat alles wat je gelooft hebt, alle waarden waar voor je gestaan hebt, een vergissing is?
‘Nee’ bedoelde pastor Hamel ‘nee, ik sta voor mijn liefde voor de mensen, mijn liefde voor Christus, voor God. Dat laat ik me niet afnemen. Door niets en niemand. Als het moet geef ik daarvoor zelfs mijn leven **).
In het Evangelie van deze dag wijst Jezus de verleiding af om risicoloos te leven in plaats van zijn roeping te volgen. Hij nodigt ook ons uit om niet voor de gemakkelijkste weg te kiezen als we voor de keuze staan een comfortabel leven te leiden of de innerlijke stem van onze roeping te volgen.
Een comfortabel leven leiden, noemt Jezus ‘wie zijn leven wil redden, zal het verliezen’*) want comfortabel betekent vaak ook ‘leeg’ zonder echte voldoening. Een leven waarin je je innerlijke roepstem volgt noemt Jezus: ‘maar wie zijn leven verliest om Mijnentwil, zal het vinden’.
Petrus heeft dat uiteindelijk begrepen en is zijn Heer gevolgd. Laten wij ook niet terugschrikken de stem van ons hart te volgen en uit Gods liefde te leven. Dat zal niet iedereen altijd begrijpen of op prijs stellen. We ons moeten ons daardoor niet laten afhouden de weg van onze Heer Jezus Christus te gaan. Tot behoud en geluk van onszelf en tot zegen van de mensen. Amen
Pastoor Martin Los
*) Evangelielezing van deze 22e gewone zondag door het jaar: Mattheus16:21-27
**) zie ook mijn boek ‘Rouw op mijn dak’ Adveniat Baarn 2017 p.262