Herfst en harvest

Preek op de 27e zondag in het weekend van 7 en 8 oktober 2017 in Maria- en Willibrordkerk. God kiest zich een volk uit dat Hij als zijn wijngaard beschouwt

Wijngaard van God

Lieve zusters en broeders, toen ik deze week de schriftlezingen van deze dag doornam dacht ik: het is eigenlijk om moedeloos van te worden. God kiest zich een volk uit dat Hij als zijn wijngaard beschouwt, maar telkens loopt het op een mislukking uit.
Het beeld van de wijngaard is op zich duidelijk. Het is hard werken. De grond bewerken, wijnstokken planten, ranken snoeien, een muur om de hele wijngaard zetten vanwege de wilde dieren. Een uitkijktoren bouwen tegen dieven. Een grote perskuip uit houwen. Bovendien de hitte van de zon tijdens de arbeid verdragen. Het werven van voldoende arbeiders. Wat een inspanning! Maar de opbrengst is het waard. Kostelijke druiven en heerlijke wijn die je ook nog eens heel lang bewaren kunt.
De wijnoogst is de laatste oogst voor de winter. Vlak voor alles verwelkt en de bladeren vallen, is er de ultieme vreugde van de druivenoogst.
We zien dit nog terug in ons woordje ‘herfst’ dat wij associëren met vallende bladeren en braakliggende aarde. Beeld van alles dat vergaat. Maar het Engelse woordje ‘harvest’ – eigenlijk hetzelfde woord – betekent: oogst. Eindoogst
Gods plan met de wereld is dat in haar midden zijn volk als een wijngaard is. Waarvan iedereen geniet. Iedereen ziet uit naar de oogst. Dat mensen het glas heffen op het leven dat ze delen, waar ze blij mee zijn, en God dank en loven om zijn goedheid, rechtvaardigheid, trouw en wijsheid.
Maar wat zien we: in de praktijk valt het zwaar tegen. Jesaja houdt het volk van God in Jeruzalem voor dat ze de wijngaard wilde, bittere, oneetbare druiven heeft voortgebracht. Dat is beeld van onrecht dat de mensen elkaar aandoen. De tempel staat er prachtig bij. Er wordt geofferd en gebeden. Maar is het niet een vlag op een modderschuit? Want intussen bedriegen de mensen elkaar. Hebben geen oog voor elkaars noden. En toch voelen ze zich superieur boven anderen.
“Als jullie zo doen” zegt God bij monde van de profeet, dan zal ik laten zien wat jullie ervan gemaakt hebben: een puinhoop**).
Jezus verwijst in het Evangelie naar de geschiedenis van Gods volk als wijngaard. De profeten die de mensen er aan kwamen herinneren dat het Gods wijngaard was en zich daarna moesten gedragen, werden weggejaagd, mishandeld. En tenslotte werd de zoon van de wijngaardenier gedood. Jezus voorspelt daarin wat met hem zelf zal gebeuren.
Zoals ik aan het begin zei: “het is om moedeloos van te worden. Het lijkt onbegonnen werk”. Maar deze verhalen zijn ons niet overgeleverd om ons alle hoop te ontnemen. Juist omgekeerd. Want God zegt niet: “Ik houd er mee op. Ik geloof niet langer in de goede oogst”. Hij zet zijn plannen door. Als het niet op de ene manier gaat, dan op de andere manier, want de oogst moet slagen.
Dat is precies wat Jezus bedoelt. De pachters die de zoon doden, kunnen niet verhinderen dat God zijn plan doorzet en slaagt. Want “de steen die door de tempelbouwers niet goed genoeg werd geacht, is tot hun verbazing tot hoeksteen geworden”. Jezus haalt daarmee een Psalm aan. Wanneer ze hem zullen doden, zal hij door God verheven worden. Door het offer van zijn leven uit liefde voor de wereld, zal hij een oogst verwerven die door niets tegengehouden of verknoeid kan worden. Overal in de wereld, in elke tijd en generatie opnieuw zullen de harten van mensen geraakt worden door Gods barmhartigheid en liefde. Ze zullen zich inzetten voor een betere wereld, een wereld waarin gerechtigheid en liefde heersen. Een wereld die nog niet zichtbaar is, want een wijngaard, de ultieme oogst, vergt veel inspanning. Als je het resultaat meteen zou zien, dan was het geen inspanning meer.
Het zou niet passend zijn als wij al de vreugde vierden alsof de laatste oogst al binnen was, en alle inspanning voorbij, terwijl in de wereld mensen vervolgd worden om hun geloof, medemensen uitgebuit worden, mensen in armoede leven door ongelijkheid.
Nee, de ultieme vreugde ligt in de toekomst, voorbij de horizon van ons leven. Het werk in de wijngaard waar wij aan mogen deelnemen door het geloof in Jezus Christus, en zijn overwinning, vraagt inspanning en volharding.
Maar we mogen wel al door het geloof, de hoop en de liefde die in ons is, iets van de vreugde van dat vooruitzicht proeven, van de ultieme oogst van God en zijn wereld, zijn bedoeling met de mensen.
Daarom is elke eucharistie die we oprecht vieren, een vooruitgrijpen op de ultieme oogst. We mogen in de toekomst van God kijken en zijn koninkrijk representeren door de onderlinge liefde, vrede. Door de dank aan God***). Door de lof die we hem toe zingen. Weg somberheid. Er is alleen plaats voor inspanning, volharding, hoop en liefde. Amen

pastoor Martin Los(c)
*) Evangelie van deze zondag: Mattheus 21:33-43
**) 1e lezing: Jesaja 5:1-7
***) 2e lezing: Filippenzen 4:6-9

 

Zonder vertrouwen vaart niemand wel

Preek op de 26e zondag door het jaar in Willibrordkerk en Mariakerk 1 oktober 2017

Lieve zusters en broeders, we zien allemaal het belang in van vertrouwen. Een menselijke samenleving die deze naam verdient, is alleen maar mogelijk op basis van vertrouwen.
Je vertrouwt erop als je uit eten gaat, dat de kok niet met het eten heeft geknoeid. Er is wel een keuringsdienst van waren is, en er is toezicht op de Horeca dat de voorschriften van hygiene en veiligheid worden nageleefd. Maar natuurlijk kan de inspectie niet ieder ogenblik alle restaurants controleren. We gaan er terecht van uit de baas van het eethuis liefde voor zijn zaak heeft en dat hij zijn klanten naar eer en geweten een maaltijd voorzet. Daar vertrouw je op.
Dit geldt voor alle sectoren van ons leven. Het onderwijs, de verpleging, de banken, de bouw. En natuurlijk ook en vooral de normale omgang met elkaar in het dagelijks leven thuis, in de buurt en de vereniging.
Er zijn denkers die het tegendeel beweren, namelijk dat ieder mens voor de ander een wolf is. Dat je daarom de ander niet moet vertrouwen. Dat je alles in contracten en protocollenmoet vastleggen. En het lijkt in onze dagen erop dat wantrouwen structureel is geworden doordat overal een formulier voor moet worden ingevuld, en alles van te voren in protocollen wordt vastgelegd. Inmiddels klagen we steen en been dat op deze manier persoonlijk initiatief en liefde en betrokkenheid de kop in worden gedrukt, met alle gevolgen van dien. Er is niets tegen contracten en protocollen, maar zonder vertrouwen zou de samenleving helemaal vastloppen
Iedereen die nadenkt, niet vanuit argwaan en angst, zal inzien dat vertrouwen onmisbaar is in de maatschappij. Vertrouwen is voor elke mens en voor heel de samenleving als zuivere lucht die nodig is om te ademen.
Daarom is het gebod dat we geen onwaarheden moeten spreken zo belangrijk. Spreek de waarheid wil ook zeggen: bevestig en versterk het vertrouwen in elkaar.
Met de gelijkenis*) die Jezus vertelt aan zijn critici –  de religieuze gezaghebbers – die hem vol argwaan bekijken nu hij in Jeruzalem is aangekomen, knoopt hij bij dit gebod aan. De eerste zoon zegt “ja, vader” maar hij doet niet wat hij belooft. De andere zoon zegt “nee, vader” maar hij krijgt spijt en voert alsnog uit wat zijn vader hem gevraagd heeft. “Wie heeft de wil van de vader gedaan’?
De tegenstanders van Jezus kunnen natuurlijk niet anders dan erkennen dat de tweede zoon de wil van zijn vader echt heeft uitgevoerd, hoewel hij eerst ‘nee’ zei.
De hogepriesters en oudsten trekken de goede bedoelingen van Jezus in twijfel trekken omdat hij omgaat met zondige mensen. Hij gunt hen een nieuw begin ondanks alles wat ze verkeerd hebben gedaan. Daarmee toont hij dat God barmhartig is en geen mensen afschrijft.
De godsdienstige leiders zijn degenen die vinden dat ze door hun godsdienstige voorschriften en fatsoensnormen “ja” zeggen tegen de wil van God. Maar gaan achter hun publieke vrome gedrag niet ook allerlei dingen schuil waarin zij tekort schieten, waarvoor ze zich schamen? Zijn ze eigenlijk niet “schijnheilig”?
Werken in Gods wijngaard, bedoelt Jezus, betekent niet jezelf op de borst kloppen, maar geduld hebben met elkaar, elkaars zwakheden verdragen, en vooral barmhartig zijn zoals God zelf barmhartig is. Daarin ligt de ware vreugde van het geloof en de kennis van God. Een vreugde die uitgedrukt wordt door het werken in de wijngaard. Want wie deelt in de arbeid in de wijngaard in de hitte van de dag, deelt ook in de oogst van de druiven en de heerlijke wijn.
Het lijkt dus alsof de tegenstanders van Jezus ‘ja’ zeggen tegen God en zijn wil doen, maar in werkelijkheid doen ze het niet want ze maken van hun godsdienst een middel tot zelfrechtvaardiging in plaats van een hulde aan Gods goedheid en genade.
Waar het uiteindelijk omgaat is de vraag: hebben we vertrouwen in God? Vertrouwen wij in Gods rechtvaardigheid en goedheid én in zijn barmhartigheid.
Jezus laat zien dat God geen dictator is voor wie je moet beven van angst, maar Hij is een vader die zijn kinderen vertrouwen schenkt, en hen vrij laat om te kiezen.
God leert ons vertrouwen doordat Hij ons Zijn vertrouwen schenkt. Beantwoorden we zijn vertrouwen met wantrouwen zoals Jezus ‘critici die het zekere voor het onzeker nemen en vluchten in zelfrechtvaardiging en superioriteitsgevoel en neer zien op anderen. Of vertrouwen we echt door te vertrouwen op Gods vergeving, voor onszelf, maar ook voor andere mensen met wie we moeite hebben vanwege hun gedrag of verleden.
Wat is Jezus christus die zijn leven voor ons gegeven heeft, anders dan Gods ultieme “ja” tegen ons. Moge ons geloof en ons leven een “ja” zijn tegen God onze hemelse vader, en tegen zijn barmhartigheid voor alle mensen. Amen

*) Evangelie van de zondag: Mattheus 21:28-32
**) afbeelding ontleend aan http://motivacaodedeus.blogspot.nl