Bartimeus, een ikonisch verhaal

Preek op de 30ste zondag door het jaar in de Mariakerk en Willibrordkerk op zondag 24 oktober 2021

Een blinde langs de weg hoort dat Jezus voorbij komt. Hij roept “Heer, ontferm u over mij”1). Heer, kom mij te hulp. De leerlingen willen niet dat hun meester oponthoud heeft en proberen de blinde het zwijgen op de leggen. Ze denken aan de agenda. Ze hebben prioriteiten. Die hebben mensen en organisaties vaker in het leven. Dan worden mensen over het hoofd gezien.
Maar Jezus laat zich niet regeren door de tijd, want hij is geen slaaf van de tijd. Hij hééft de tijd.  Hij heeft alle tijd om te laten zien dat het rijk van God nabij is. Hij heeft de tijd voor de mensen die hij op zijn weg ontmoeten. En daarom luisteren wij nog steeds naar hem en daarom volgen wij hem op zijn weg waar die ons ook brengt.
Hij roept de blinde man niet zelf, maar hij geeft zijn leerlingen die eerst zo rigoureus waren, opdracht de blinde te roepen. Hij leert hen mensen langs de kant van de weg niet te passeren, maar erbij te roepen en bij hem te brengen. Hij leert hen mensen in beweging te zetten en niet meer langs de kant van de weg te laten zitten. Hij leert ze mee te laten doen en weer de weg op te gaan.
De man, die een naam heeft, – een naam die tot op heden voortbestaat: Bartimeús. Denk aan het gelijknamige Blindeninstituut – staat onmiddellijk op en snelt op Jezus toe. Hij mag dan wel blind zijn, maar daardoor zijn zijn andere zintuigen extra ontwikkeld. Vooral zijn gehoor. Die wijst hem bij gebrek aan zicht, feilloos de richting aan. Omdat mensen een beperking hebben moeten we hen niet buitenspel zetten. Ze blinken vaak op andere gebieden uit. En hij is zo kien dat hij zijn lange mantel afwerpt om niet te struikelen.
Jezus ziet de man niet als een geval. Hij vraagt hem persoonlijk wat hij verlangt. Wij vullen vaak al in wat iemand wil, vanuit een beschermende paternalistisch houding. Maar Jezus vraagt hem: “wat wil je dat ik voor je zal doen?” “Dat ik mag zien, meester!”. ‘

Bartimeus vraagt niet dat hij kan kijken, maar dat hij kan zien. Kijken doe je als je plaatjes bekijkt, of de wolken of het landschap of mensen die voorbij lopen.  Je vindt iets mooi of lelijk. Dat is kijken. Maar deze mens vraagt om te mogen zien. Zien is dat je de dingen op een afstand ziet. Met kennis. Dat er diepte is in wat je ziet. Dat je de goede richting kunt bepalen. Dat je een weg kunt kiezen. In veel talen is er een etymologische verwantschap tussen zien en weten.
Is dat niet wat we allemaal verlangen en wat ons zo vaak overkomt: dat we niet weten hoe we verder moeten met ons leven, met de wereld waarin we leven. Omdat het ons aan inzicht ontbreekt. Er komt zoveel op ons af en zoveel tegelijk. Alsof we in den blinde tasten.
“Ga. Uw geloof heeft u gered!” Ziet u: De man kan op weg gaan omdat hij kan zien. Dat was zijn verlangen: meedoen, mee tellen, de goede weg bewandelen, serieus genomen worden. “Uw geloof heeft u behouden”. Ondanks zijn blindheid had de man zijn vertrouwen niet verloren. De ogen van zijn geloof had hij altijd wijd open gehouden. Daarom zag hij wat velen niet zagen: dat Jezus de echte leermeester is op de levensweg. Dat hij de Herder is die zijn schapen weidt.

Lieve zusters en broeders, wij hebben ook vaak moeilijk omdat we niet zien. Maar Jezus zegt: Zalig zij die niet zien en toch geloven. Geloven is vertrouwen in Gods nabijheid en leiding. Wanneer we leven aan zijn hand. Als we dan roepen: Heer, ontferm u –  en dat doen u en ik voortdurend – dan zullen ons steeds de ogen geopend worden voor de weg die hij ons wijst. Laten we dus ons geloof serieus nemen en koesteren als het zintuig om Gods tegenwoordigheid in ons te leven te ervaren. Een hartelijke geloof helpt ons ook ook de waarheid van het Evangelie te zien als we wandelen in het spoor van Jezus. Geloof is alsof je blind bent en dat je juist daardoor des te beter Gods weg met ons ziet.
“Terstond kon de man zien en volgde Jezus op de weg”. Zijn weg was nu de weg die Jezus ging. Jezus die zelf de weg voor ons is.
Vorige week werd in Apeldoorn officieel voor ons bisdom de voorbereiding begonnen op de bisschoppelijke synode die begin 2023 in Rome gehouden wordt met de titel: voor een synodale kerk. Synode is een Grieks woord dat ‘samen op weg” betekent. In de kerk betekent ‘samen op weg’ altijd samen op weg met Jezus die gezegd heeft: Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven. Het is de bedoeling dat parochies over de hele wereld meedenken, bidden en ideeën inzamelen om de Eenheid, de Active deelname en Missie van alle gelovigen te bevorderen. De bisdommen verzamelen de bijdragen en sturen ze per land naar continentale bisschoppen conferenties die ze op hun beurt naar Rome sturen. U zult er de komende tijd meer over horen.
Misschien voelen we ons als gelovigen ook als blinden aan de kant van de weg.
Maar Jezus Christus roept ons door zijn kerk om bij hem te komen en samen met Hem op weg te gaan. Zoals Bartimeus van wie we horen dat “hij terstond kon zien en Jezus volgde op de weg”

Martin Los, pastoor
1) Evangelie van deze 30ste gewone zondag door het jaar: Marcus 10:46-52

Het menselijk hart en de statistiek

Preek op de 30e zondag door het jaar 27/28 oktober 2018 Mariakerk en Willibrordkerk

Jezus sprak tot hem: ga, uw geloof heeft u genezen’ 1)
Lieve zusters en broeders, iemand die blind en arm was, was totaal afhankelijk van wat anderen hem toewierpen. Hij hield de hele dag zijn hand op voor de voorbijgangers en riep: ‘heb medelijden met mij’. Vaak was dat tegen dovemansoren. Af en toe voelde hij een geldstuk in zijn hand gelegd worden. Dan sprong zijn hart even op. Een miserabel en uitzichtloos bestaan.
Maar opeens komt daar Jezus voorbij met een grote stoet mensen. Jezus had Jericho met zijn leerlingen bezocht, nu vertrok hij weer. Op de één of andere manier voelt de blinde man: ‘dit is nu of nooit’. Hij houdt zijn hand niet haastig op in de hoop op een buitenkansje vanwege de menigte voorbijgangers. Maar hij roept die ene over wie hij heeft horen spreken in de stad: “Jezus, Zoon van David heb medelijden met mij”. En als de mensen het hem verbieden, schreeuwt hij des te harder: ‘Zoon van David heb medelijden met mij!’.
De blinde man vraagt niet meer om een aalmoes om die dag in zijn onderhoud te voorzien. Hij hoopt op meer, een hoop dat hij zijn hele leven lang gekoesterd heeft tegen alle verwachtingen in. Hij verlangt niet langer aan de kant te zitten. Hij verlangt mee te mogen doen. Dat zijn leven betekenis heeft. Nu ziet hij die betekenis niet.
‘Heer, heb medelijden met mij. Heer, ontferm u over mij’. In het Grieks: Kyrie eleison. Het is de hartenkreet van de kerk. Elke eucharistieviering beginnen we ermee. Zo vereenzelvigen we ons telkens met Bartimeus die blind en berooid aan de kant zit. We roepen vanuit de nood van de wereld. We roepen vanuit onze eigen beperkingen en teleurstellingen. We twijfelen aan de zin van het bestaan. We kunnen het kwaad en de ongelijkheid in de wereld niet rijmen met het bestaan van God.We roepen uit de grond van ons hart: Heer, heb meelijden met ons”. Als wij geloven, betekent dit niet dat we Gods barmhartigheid niet langer nodig hebben. Geloven betekent dat we begrepen hebben dat we niet zonder die barmhartigheid kunnen, de mensheid niet, de kerk niet, wij persoonlijk niet.
U hebt vast wel het nieuws van deze week gehoord. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) bracht naar buiten dat voor het eerst het aantal niet-gelovigen mensen, groter is in ons land dan het aantal mensen dat zich nog verbonden voelt met een kerk of godsdienst.
Het onderzoek toont aan wat wij allemaal al zelf ondervinden, dat de kerk krimpt. Maar zijn daarmee al die andere mensen niet meer gelovig of religieus? Verlangen zij niet naar God? De man of vrouw die na een drukke werkdag in bed ligt, met de ogen naar het plafond staart, in de knoop met zichzelf ligt en innerlijke schreeuwt om een antwoord, is die ongelovig? De jongere die zichzelf niet in de hand heeft, ruzie met zijn ouders, zijn leidinggevende, er niet uitkomt en boos is op zichzelf, en innerlijk roept: “help mij?” is die ongelovig? Zij roepen vanuit hun verlatenheid een macht aan die groter is dan zij.
Veel mensen zullen zich niet gelovig willen of durven noemen, omdat de kerk voor hen te ver van hun leven afstaat, en omdat ze het woord God of de naam Jezus niet kunnen of durven verbinden met hun verlangen naar verlossing. Maar zijn ze daarmee ‘ongelovig?” Gaat de statistiek over het hart van mensen? Mensen herkennen hun verlangen naar zin en betekenis in hun leven misschien niet als geloof. Maar God die de harten kent, herkent het verlangen naar Hem. Zoals Jezus die Bartimeus bij hem roept.
Hij stopte de blinde bedelaar niet iets toe uit de geldzak die Judas bij zich droeg ten behoeve van het onderhoud van Jezus en zijn leerlingen. Want Jezus zelf leefde net als een bedelaar ook van de gaven die men hem toestopte. Hij roept Bartimeus bij zich. Hij richt hem op. Hij doet ertoe.
Onmiddellijk weet Bartimeus dat Jezus zijn diepste verlangen heeft verstaan. Hij rent op de Heer toe. “Wat wil je dat ik voor je doe?’ is het antwoord van Jezus op de hartenkreet van de blinde man ‘Heer, heb medelijden”. “Dat ik kan zien”. Dat ik uw gezicht mag zien. Dat ik mee mag doen. Dat mijn leven weer zin heeft.
Lieve zusters en broeders, geloven betekent niet dat wij het antwoord op alle vragen weten in tegenstelling tot hen die niet geloven of niet tot de kerk behoren. Wij zijn niet een club van volmaakten. Wij tasten ook vaak in het duister bij plotselinge tegenslagen of onbegrijpelijke wendingen in ons leven. Wij kunnen ook in de knoop zitten met onszelf. Geloven betekent wel, dat we de juiste vraag hebben leren kennen. Dat is de hartenkreet van de blinde man: “Heer, heb medelijden met mij!’ Heer, wij komen er niet uit. We voelen ons klein tegenover de ellende in de wereld. We weten geen raad met de polarisatie en de haat die mensen tegen elkaar uitspeelt. De ongelijkheid.
Geef dat we U mogen zien, dat u ons nabij bent en ons kent zoals geen ander. Heer, open onze ogen voor U en voor alles wat we in uw licht mogen doen om als Gods kinderen te leven. Dat wij ook zelf barmhartig mogen zijn voor elkaar.
“Ga, je geloof heeft je genezen!’ antwoord Jezus Bartimeus ‘en terstond kon hij zien en sloot zich bij Hem aan”.
Vaak voelen wij ons ook net als die Bartimeus. Zonder uitzicht en hoe het verder moet. Maar het geloof is onze redding: dat we schreeuwen kunnen: “Heer, heb medelijden met mij!” Misschien doen we dat wel te weinig om te ervaren wat geloven is. Amen

Pastoor Martin Los
1) Evangelie van deze zondag: Marcus 10:46-52
Afbeelding: Jesus møter Bartimeus by ErikRo