Kerstmis: tegen de leugen die ons op de proef stelt

Preek Kerstmis 2022 In Houten (kerstnacht) en Cothen (1e Kerstdag)

Dierbare zusters en broeders, als een kind geboren wordt, verandert de wereld. Zij is vanaf dat moment niet meer hetzelfde als daarvoor. Het is een nieuw begin. Hoe klein ook. In die zin is de geboorte van elk mensenkind een wonder. Want een wonder is een gebeurtenis die we niet kunnen bevatten. Een nieuw begin. Een nieuwe wereld.
Iedere mens voegt een eigen betekenis toe aan onze wereld. Zijn of haar eigen verhaal, verweven met dat van vele anderen, hoe onbetekenend ons leven moge lijken in het licht van het grote geheel voor onszelf en anderen
Hoe klein onze impact op de wereld ook moge zijn in vergelijking tot een keizer Augustus uit het Kerstevangelie twee duizend jaar geleden wiens naam en daden we nog steeds kennen of een ster als een voetbalidool als Lionel Messi nu, íeder mensenkind is een wonder en voegt iets unieks en onmisbaars toe.
Het doet dan ook ontzettend pijn om te zien hoe in de oorlog tegen Oekraïne bommen gegooid worden op ziekenhuizen en appartementen waarbij vele onschuldige burgers gedood worden alsof een mensenleven niets waard is. Dat is ook de boodschap van terreur. Het is puur nihilisme.  Tegenover deze leugen die ons op de proef stelt, deze leugen die ons cynisch of onverschillig zou kunnen maken, staat de waarheid dat elk mensenleven een wonder is.
Vandaag vieren we de geboorte van een kind dat net als iedere pasgeborene een nieuw begin is voor de wereld. Maar dit kind betekent een nieuw begin voor de hele wereld en voor alle mensen voor alle tijden, een nieuw tijdperk. Zijn verhaal is het grote verhaal dat onze menselijke verhalen omarmt. Want in dit kind is God mens geworden. Dat wil zeggen dat God ons leven heeft willen delen. Uit eigen vrije verkiezing. In dit kind kijkt God ons aan en zoekt verbinding.
“De engel verkondigt het de herders “Vreest niet. Ik verkondig u een boodschap van vreugde die bestemd is voor heel het volk. Heden is u een Redder geboren. Christus de Heer”.
Het is een wonder, zoals de geboorte van ieder kind. Maar tegelijk ook een wonder boven wonder, want dit kind heet Emmanuel: “God met ons”. Om onder ons te bestaan heeft God niet een kind uitgekozen dat in een paleis geboren is, en alleen daardoor al een opvallende plaats heeft, maar een kind dat geboren is in een stal, gewikkeld in niet meer dan een paar doeken. Het zou een kind in een vluchtelingenkamp kunnen zijn. Zo dichtbij ons komt God om ons mensen te troosten en hoop te geven.
De Vlaamse psychiater Dirk de Wachter vertelde vorige week in een interview op tv in over zijn levensbedreigende ziekte en dat hij na een intensieve behandeling als een zielig hoopje in een herstelkamer lag. Dat er toen een verpleegkundige binnenkwam die zijn hand enkele seconden op de zijne legde. Dat deze licht streling hem enorme getroost had. Die simpele aanraking van een vreemde. Onvergetelijk.  Onvergelijkbaar. Zo is de menswording van God ook de hand die de onze pakt en ons troost. Die aanraking, die streling, door een medemens tegenover ons. Zo is de komst van God in ons nederig bestaan.
Christus raakt ons aan en richt ons op. Hij zegt tegen iedermene s, vooral tegen degenen die onaanzienlijk zijn: “jij, mens, jij bestaat voor mij. Jij doet er toe”. Dat is de boodschap van de engelen die wij nu vieren over de hele aarde. Een boodschap van hoop en troost voor alle mensen, speciaal voor hen die in de ogen van de wereld weinig tot geen betekenis hebben.
We weten dat de weg van dit kind bedekt zal zijn met scherpe stenen. Zijn boodschap van liefde en trouw stuit op veel onverschilligheid en wantrouwen. Maar zo is hij ons nabij met zijn troost. Zo schenkt hij ons deel aan een nieuwe wereld, aan het koninkrijk van God.
Het is een uitnodiging aan ons allen om zelf ook te troosten waar dat kan. Uiteindelijk is dat het enige dat telt:  troost. Dat is de verbinding aangaan met de ander in nood. Dat is wat het leven de moeite waard maakt. Dat is wat we allemaal zo nodig hebben, van de wieg tot het graf. Thuis, op het werk, in de buurt, de politiek.
Ik merkte de afgelopen tijd dat nogal wat mensen minder zin hadden om dit jaar Kerstmis te vieren. “Hoe kun je feest vieren” vragen velen zich af “als in onze wereld zo’n afschuwelijke oorlog plaats vindt waar de winter als een oorlogsstrategie wordt gebruikt om mensen uit te hongeren en te martelen met vrieskou?”.
Hoe ieder kerstfeest viert en beleefd, moet iedereen natuurlijk zelf weten. En als iemands hoofd niet staat naar kerstversieringen en feestelijke diners, dan  is dat begrijpelijk. Maar als geen zin hebben in Kerstmis betekent dat de Kerstboodschap een luxe is die we ons niet kunnen permitteren in het aangezicht van het kwade in de wereld, dan zou ik willen zeggen: juist onder  omstandigheden als deze hebben we de boodschap van de engelen van vrede en vreugde meer dan ooit nodig. Als troost tegen alle nihilisme, cynisme, egoïsme en alle andere -ismes die het wonder van ons leven met elkaar ontkennen.
Als wij als mensen de moed dreigen te laten zakken, hebben we de boodschap van de engelen dat Christus geboren die de wereld redden zal, juist nodig. Laten we elkaar die troost niet onthouden, laten we de wereld die troost niet onthouden. Zalig Kerstmis! Amen

Martin Los, pr

De Evangelielezing in de Kerstnachtmis: Lukas 2:1-14 en in de Mis van Eerste kerstdag: Johannes 1:1-18
Afbeelding: Eenvoudige kerststal in de Petrus en Paulus kerk in Cothen




Betekenisvol leven: niet van brood alleen

Preek op Sacramentszondag 14 juni 2020 Mariakerk en Willibrordkerk

Als iemand van dit brood eet, zal hij leven in eeuwigheid” is het woord van de Heer dat vandaag weerklinkt 1)
Onze bisschop kardinaal Eijk kondigde aan het begin van de Advent het Jaar van de Eucharistie af. Hij nodigde de gelovigen en de geloofsgemeenschappen uit om in het jaar 2020 extra stil te staan bij het wonder dat Jezus Christus, onze levende Heer, bij ons wil zijn en dat hij ons de gemeenschap met hem schenkt in de eucharistie. En dat we hem persoonlijk mogen ontvangen in de communie. Teken en onderpand van zijn gemeenschap met ons.
De bisschop nam dit initiatief tot het Jaar van de Eucharistie omdat we volgens hem de waarde van dit sacrament niet altijd genoeg beseffen. Het is een onvoorstelbaar groot voorrecht dat Jezus bij ons wil zijn en zijn leven met ons delen als de levende Heer.
We gingen als pastoraal team, bestuur en pastoraatsgroep vol verwachting aan de slag met de vraag of we hier in onze parochie de eucharistie weer als nieuw zouden kunnen gaan ervaren. Door in de preek, het parochieblad, de website, in de catechese aandacht te schenken aan de betekenis van de eucharistie voor ons leven. We hebben nog eens de officiële documenten van de kerk geraadpleegd. We hebben hier en daar iets aangepast zoals het Evangelieboek dat na de intochtsprocessie nu eerst op het altaar wordt gelegd op de plek waar later brood en wijn wordt geplaatst. Dit om de eenheid van Woord en Sacrament te benadrukken. Die Heer die spreekt in het Evangelie is dezelfde als die tot ons komt in brood en wijn.
De acolieten spraken de wens uit om voortaan gekleed te mogen gaan in toog en superplie zoals in de meeste andere parochies. Ze hadden deze graag voor de eerste keer gedragen met Pasen. Toen waren onze kerken gesloten vanwege de coronapandemie. Maar Sacramentsdag is natuurlijk ook een mooie gelegenheid.
Zo hebben we op onze eigen manier geprobeerd om het Jaar van de Eucharistie tot een betekenisvol jaar te maken voor ons geloof. En u hebt als medegelovigen op uw eigen manier geprobeerd de eucharistie met nieuwe ogen te zien en te beleven.

Maar niemand had ooit kunnen denken dat dit Jaar van de Eucharistie nog op een heel andere manier tot een heel bijzonder jaar zou worden. Want uitgerekend in dit jaar zorgde een onbekend virus er voor dat drie maanden geleden de kerken op slot gingen. De eucharistie kon niet eens meer met de hele gemeenschap gevierd worden. De communie kon niet meer worden uitgereikt, niet in de kerk,  maar ook niet aan de zieken thuis en in de verzorgingshuizen. Ook de Eerste H. communiefeesten konden natuurlijk niet doorgaan.
Een buitenstaander zou misschien met enig leedvermaak kunnen opmerken dat dit jaar van de eucharistie dus mislukt is. De kerkdeuren gaan  vandaag nu wel op een kier, maar de situatie is nog lang niet normaal door de beperking van het aantal aanwezigen.
Maar als gelovigen spreken wij niet van een mislukking. Sowieso passen termen als succes en mislukking niet goed bij de kerk en het geloof. Veeleer vragen we ons in elke situatie af: wat  betekent wat ons overkomt aan voorspoed en tegenspoed voor ons geloof en leven?
Dat is ook precies de vraag die aarzelend gesteld werd tijdens de Pastoraatsgroep afgelopen dinsdag:  “Moeten we deze pandemie niet beschouwen als een teken, als een boodschap. Niet als een geval van pech onderweg, waarna we gewoon weer verder gaan alsof er niks gebeurd is, maar als uitnodiging om anders tegen onze manier van leven aan te kijken. Hoe we omgaan met deze wereld, de aarde, met elkaar als mensen, met God?
Terecht willen we geen directe lijn trekken tussen rampen die ons overkomen en God alsof hij de veroorzaker ervan is om de mensheid lessen te leren. Het is geen kwestie simpel van oorzaak en gevolg. Maar wij mensen zoeken altijd naar zin en betekenis en naar het verhaal dat alles betekenis geeft. Zonder zin en betekenis is het leven en wat ons overkomt letterlijk zinloos en we blijven sprakeloos achter. “De mens leeft niet van brood alleen, maar van alle woord dat uit de mond van de Heer komt”. 2)

Zo kunnen wij ons als gelovigen afvragen of de betekenis van de eucharistie ook kunnen leren door nood en het gebrek eraan. Leert Jezus ons door het gemis aan communie iets wat we nodig hebben? Met andere woorden: Onthoúdt Hij ons iets door het gemis aan eucharistie of schénkt hij ons juist daardoor iets onmisbaars en kostbaars?
Ik denk dat velen inmiddels kunnen antwoorden: “ja zeker, want bij afwezigheid van het zichtbare teken van zijn aanwezigheid in de communie, voelen we meer dan ooit een intens verlangen Hem weer te mogen ontvangen in de communie”. Zoals je een geliefde heel sterk kunt missen wanneer die langere tijd afwezig is. Als we van Jezus Christus houden, kan dat niet zonder passie. En zouden we die passie niet nodig hebben om nu en in de toekomst om als geloofsgemeenschap te blijven bestaan en de eucharistie te vieren. Kerk en eucharistie zijn niet vanzelfsprekend. Wat te lang vanzelfprekend is, verdort en verkruimelt op den duur. Zin is ook zin hebben in iets en verlangen naar. Ze zijn teken van Gods liefde en genade. Het Evangelie is bron van hoop voor alle mensen. We mogen als christenen hoop en troost verkondigen aan de wereld.
“Als iemand van dit brood eet, zal hij leven in eeuwigheid”. Wat een onvoorstelbaar geschenk.

Normaal als wij eten, nemen we het voedsel in ons lichaam op om kracht te ontvangen en ons werk te doen. Maar met dit brood dat de Heer voor ons is en ons geeft, is het omgekeerd. Als wij Hem ontvangen met mond en hart, neemt Hij ons op in zijn lichaam. Over dit lichaam, dat we samen vormen, spreekt Paulus in de tweede lezing 3). Zo groeien we op in Hem in een leven van hoop en liefde. Hij schenkt ons het eeuwige leven.
Laat door het gemis dat we hebben ervaren – en nog steeds nu velen nog niet de communie kunnen ontvangen door de beperkingen – laat door dit gemis het verlangen in ons groeien. Ook nu we gaandeweg weer de communie mogen ontvangen. Een nieuwe bezieling. Een nieuwe saamhorigheid. Een kerk die niet aan haar einde is, maar aan het begin staat.
“Als iemand van dit brood eet, zal hij leven in eeuwigheid”. Laat dit woord ons weer met liefde en verlangen vullen naar een leven vol betekenis en verwachting. Amen

© Martin Los

Schriftlezingen voor Sacramentszondag jaar A volgens het rooms-katholieke lectionarium voor Zon- en feestdagen:
1) Evangelie: Johannes 6:1-58
2) Eerste lezing: Deuteronomium 8:2-3,14-16
3) Tweede lezing: I Korintiërs 10:16-17