Als familie van gelovigen verenigd rond het mysterie van het sterven van de moeder

Preek op het Hoogfeest van Onze lieve Vrouw ten hemelopneming op donderdag 15 augustus 2019 in de Mariakerk te De Meern

“Zoals allen sterven in Adam, zo zullen allen in Christus herleven, maar ieder in zijn eigen rangorde’1)
Lieve zusters en broeders, op de eeuwenoude ikonen waarop de ten Hemelopneming van Maria wordt afgebeeld, zien we haar liggend op een rustbed, de ogen gesloten. Om haar heen de leerlingen met de ogen indringend op haar gericht. Precies zoals we vaak zien wanneer familieleden om een stervende heen staan. Zij kunnen geen oog van de stervende afhouden. Aan de ene kant zie je verdriet op hun gezicht, aan de andere kant ook besef dat de dood van een mens een mysterie is dat we niet begrijpen. Men houdt de adem in. De stilte wordt alleen doorbroken door hier en daar en korte opmerking. De ademhaling van de stervende wordt trager, onregelmatiger, tot een laatste zachte zucht aangeeft dat het einde gekomen is. Zo stonden volgens de ikonen ook de apostelen om Maria heen. Ieder met zijn eigen herinneringen aan haar. Al die woorden en beelden overwegende in hun hart.
Misschien dat een oplettend iemand zal zeggen: “Maar na Pinksteren trokken de apostelen toch de wereld in waar de meesten zelfs als martelaren gestorven zijn, hoe kunnen zij dan toch plotseling om Maria heen staan bij het sterven, of is zij al direct na Pinksteren gestorven?” Dat lijkt onwaarschijnlijk want dat zou het overlijden van Maria vast en zeker in de Handelingen der apostelen zijn opgenomen. Trouwens had Jezus vijftig dagen voor Pinksteren met Pasen aan het kruis niet gezegd tegen Maria en zijn beminde apostel Johannes: “Vrouw, zie uw zoon’ en “zoon, zie uw moeder”.  Met die woorden vertrouwde Jezus Maria en Johannes aan elkaar toe. Dat was zeker niet voor een paar weken bedoeld. We weten niet hoelang Maria nog geleefd, of waar en wanneer zij gestorven is. Hoe kunnen we dan de ikonen geloven die de apostelen allemaal verenigd zien rond om Maria op het moment van haar sterven? Geen probleem, zeggen vindingrijke moeders tegen hun slimme kinderen : de Geest plukte hen gewoon even overal vandaan en verenigde hen op dat moment rondom Maria. Dat is een beetje te vergelijken met kinderen die horen dat het sterven van hun moeder of vader aanstaande is, en hun werkzaamheden staken en onmiddellijk op weg gaan naar het sterfhuis. Maar ook hen die er fysiek niet bij kunnen zijn, zijn toch in de geest en in gedachten bij hun moeder.
Zo staan ook wij, bijna tweeduizend jaar later, in de geest met de apostelen rondom Maria als één familie. Verstild en in gebed, starend in het mysterie van de dood, dat ook de moeder van de Heer sterven moest. Een echt afscheid van haar aardse leven. Het werd Maria niet bespaard en ook degenen die haar zo beminden als moeder van de Heer niet. Maar we herinneren ons de woorden van Jezus: “Wie in Mij gelooft, zal leven ook al is hij gestorven. En ieder die leeft in geloof aan in Mij zal in eeuwigheid niet sterven”.
Daarom staat op de ikonen van de ten hemelopneming van Maria de verrezen Heer. Hij verschijnt van boven en hij neemt Maria in zijn armen en tilt haar op zoals zij hem als kind in de armen genomen heeft. We kunnen het sterven of ontslapen van Maria niet zien, zonder dat we haar als gelovige in verhouding tot Jezus Christus zien.
“zoals allen – inclusief Maria – in Adam moeten sterven, zo zullen ook allen in Christus verrijzen – inclusief Maria –  maar ieder in de eigen rangorde – inclusief als voornaamste Maria. We kunnen haar niet denken zonder de ereplaats die zij heeft bij Christus in de hemel. Het is het geloof van de kerk dat Maria als eerste van alle gelovigen door Christus is verheven aan zijn rechterhand.
Veel van onze niet-katholieke broeders en zusters vinden dat wij Maria teveel eer geven omdat zij ook een schepsel is zoals wij. Maar het is juist Christus zelf die haar de eer schenkt die haar toekomt door haar geloof en door haar moederschap van heel de kerk. Dat is met haar dood niet geëindigd.
Sterker nog: het feest dat wij vandaag vieren is geen Mariafeest in engere zin alsof alles om Maria draait. Het is een Christusfeest. Want Hij neemt haar op in de hemel die Hem gedragen heeft in haar schoot en als eerste in Hem geloofde. Als wij Maria beminnen en navolgen, eren we onze Heer Jezus. Als wij voor het oog van ons geloof zien dat Maria door Christus ten hemel is opgenomen, versterkt dat ons geloof in de verrezen Heer. Het versterkt ons geloof dat ook wij eens met Maria bij de Heer mogen zijn. Dat heel ons aardse bestaan mag delen in Gods heerlijkheid.
Als we aan Maria ten Hemel opgenomen denken, worden vervuld van hoop. Hoop dat ons aardse leven niet tevergeefs is, maar dat het mag delen in Gods heerlijkheid. Dat maakt dat we ons leven op aarde niet gering achten, maar op en top waardevol.
Want voor allen die geloven, ook voor ons, geldt: allen moeten sterven in Adam – ook wij – maar ook allen zullen in Christus herleven – ook wij. We mogen Maria feliciteren en gelukkig prijzen, 2) maar ook elkaar om haar. Laten we dan allemaal leven vanuit de overtuiging dat –  ook al zijn we sterfelijke mensen – de dood niet het laatste woord heeft over ons leven en deze wereld. Maar de liefde van God en de kracht van Christus, onze Heer. Amen

Voorgeschreven lezingen voor dit feest uit het universele lectionarium van de r.k. kerk:
1e lezing Openbaring van Johannes 11:19a 12:1-6a,10
2e lezing: I Corinthiërs 15:20-26 1)
Evangelie: Lukas 1:39-56 2)

van nadenken over je dood ga je niet dood. As-woensdag overdenking

Preek As-woensdag 1 maart 2017 Mariakerk en Willibrordkerk

Lieve zusters en broeders, de mens is het enige levende wezen dat weet heeft van zijn sterfelijkheid. Die mens dat zijn wijzelf. Dat weet hebben van eigen eindigheid wordt wel als een vloek ervaren, als een verdrijving uit het paradijs. Maar het is ook een zegen want het geeft ons ook een besef van verantwoordelijkheid en om na te denken wat je met je leven doet.
Het askruisje is een herinnering aan onze sterfelijkheid. Maar hebben wij die herinnering wel nodig? Want we wéten toch dat we allemaal sterfelijke mensen zijn? Ja, maar de angst daarvoor kan maken dat we dat wegdringen. De dood als taboe. Het is belangrijk dat we op geschikte momenten over leven en dood met elkaar spreken. In het gezin, de familie, op het werk, tussen vrienden.
Mijn eigen dochter Rosa startte anderhalf jaar geleden toen ze ongeneeselijk ziek bleek een Blog op Internet om lijden en dood bespreekbaar te maken. En na de televisie-uitzending in november, drie maanden na haar dood, sprak ik heel wat jonge mensen die zeiden dat ze blij waren dat ze haar gezien hadden en daardoor minder bang waren voor de dood, omdat Rosa zo dapper en zichzelf bleef.
Vorig jaar werd een reclame campagne op de televisie gestart met het appel om met elkaar ook af en toe over de dood te spreken. Om eenzaamheid weg te nemen bij mensen die ernstig ziek zijn. Omdat delen van gevoelens rust teweeg kan brengen. En ook omdat praten over de dood het leven niet minder kostbaar maakt, maar juist meer.
Als we blij zijn dat we leven en we genieten daar oprecht van, omdat we ons bewust zijn van het tijdelijke en fragiele, zijn we echtere en misschien gelukkigere mensen dan dat we uit angst de gedachte aan de dood wegdringen.
Van praten over de dood en na-denken over de dood ga je echt niet dood. Dus waarom uit de weg gaan na te denken, ook als je jong bent, wat het betekent dat je leven eindig is? Wordt het daarmee minder kostbaar? Nee, integendeel. Je leert het leven meer te waarderen als een kostelijk geschenk.
Met de viering van As-woensdag, met deze tastbare herinnering aan onze sterfelijkheid met de oplegging van het as-kruisje, wil de kerk ons niet somber stemmen maar ons het leven weer meer leren waarderen als een gave van God. Dit teken van de as in de vorm van een kruisje betekent ook een zegen. Het teken wil zeggen dat onze sterfelijkheid en onze menselijke tekorten niet het laatste woord hebben over ons leven, maar de liefde van God. Het geloof in Jezus christus neemt onze sterfelijkheid niet van ons af. Op het moment dat wij sterven, vangt God ons op om ons leven te voltooien in zijn liefde.
Wij, christenen, mogen daardoor altijd vol hoop zijn, ook voor onze medemensen. We verschillen niet van alle andere mensen dat we moeite hebben met onze sterfelijkheid. Dat we verdriet en pijn voelen als we onze dierbare en ons bestaan in deze wereld los moeten laten. Dat de zin van al ons doen en laten door het feit van de dood in twijfel wordt getrokken. Dat we ook voor de verleiding staan om alleen aan onszelf te denken en aan aardse goederen en genoegens vast te klampen in plaats van te delen met anderen.
Die gevoelens en gedachten kennen we ook allemaal. Maar door het kruis van onze Heer en het Evangelie worden we vervuld van hoop en geloof en liefde. Daardoor gaan we het leven weer verstaan als gave uit Gods hand. Het leven zelf wordt weer rechtstreeks verbinding met God. Leven vanuit zijn liefde. Hij omgeeft ons met zijn liefde, zodat de dood op het moment van onze dood als een schaduw voor de zon verdwijnt. In plaats van dat het leven ons wordt afgenomen, ervaren we het dan in al zijn volheid en met terugwerkende kracht zodat ook onze zonden vergeven zijn en onze tekorten aangevuld.
Dat is het Paasmysterie. Het askruisje verbindt onze menselijkheid, onze sterfelijkheid, en ons geloof in Christus met elkaar. Het maakt ons weer klaar om het mysterie van Pasen te begrijpen en naar Pasen toe te leven als gezegende mensen. Amen

Pastoor Martin Los