Preek op de 25e gewone zondag op 18 september 2022 Tiel
“Niemand kan twee heren dienen” zegt Jezus tot zijn leerlingen. “Want hij zal dan de één haten en de ander liefhebben. Je kunt niet God dienen én de mammon”. 1)
Het is altijd goed om ons even af te vragen op welk moment precies Jezus deze woorden spreekt. We weten uit de evangelielezingen van de afgelopen zondagen dat hij met zijn leerlingen op weg is naar de hoofdstad Jeruzalem. Ze komen nu langzamerhand in de buurt van de stad.
Als je vanaf het platteland een stad nadert, zie je het verkeer toenemen, de huizen staan dichter op elkaar, er is meer bedrijvigheid. Zo voel je de aanwezigheid en de invloed van de stad allang voor je de poort bereikt hebt. Steden beleven zichzelf als oorden van beschaving en cultuur. Dáár gebeurt het. Het mooie krijgt er door een overvloed aan talent alle kans.
De leerlingen van Jezus zullen straks hun ogen uitkijken. Ze zijn niets gewend. Ze zullen onder de indruk zijn van de rijkdom die ze om zich heen zullen zien, in de monumentale huizen, de kleding van de rijken, de uitgestalde koopwaar, de kunstwerken, en de tempel en de markt waar de waarde van de goederen bepaald wordt.
Als een gids bereid Jezus zijn leerlingen nu al voor op de ontmoeting met de grote stad terwijl ze nog onder weg zijn. Hij leert hen door wat ze te zien krijgen, heen te kijken. Ze zullen mensen in prachtige kleding zien, paleizen waar recht gesproken wordt, de ongelofelijke schoonheid van de tempel. Maar achter dat alles gaat ook een grote verleiding schuil. Dat al die schoonheid en dat bezit en die rijkdom een verslaving wordt. Dat er onvoldoende oog is voor de armen, dat de aanzienlijken de recht van de zwakkeren met voeten treden. Denk aan de aanklacht van de profeet Amos 2)
De mensen in de paleizen en in de mooie gewaden zijn waarschijnlijk ook ooit met goede bedoelingen begonnen. Maar dan sluipt gaandeweg verliefdheid op de rijkdom en de schoonheid en de welvaart binnen, wat ten koste gaat van iets dat veel kostbaarder is: de liefde tot God en de beoefening van recht en barmhartigheid tot de naaste. Gemakzucht en onverschilligheid ten opzicht van recht en gerechtigheid krijgen de overhand.
Tegen die achtergrond zegt Jezus tot zijn leerlingen: “Niemand kan twee heren dienen want hij zal dan de één haten en de ander liefhebben. Je kunt niet God dienen én de mammon”. Met andere woorden: laat je niet verleiden door de schone schijn. Blijf trouw aan mij en de weg die ik.
Zoals Jezus zijn leerlingen voorbereidt op de ontmoeting met de wereld, zo bereidt hij ons ook voor op onze ontdekking van de wereld. De wereld die ons omgeeft, ons leven betekenis geeft, een wonder van menselijke kunst, techniek en logistiek, maar tegelijk ook de wereld die ons weg kan trekken van God als zij zich voordoet als een soort afgod, een fetisj.
“Je kunt niet God dienen én de mammon. Dat vreemde woordje ‘mammon’ komt verder nergens in de Bijbel voor. Maar het wordt algemeen zien als aanduiding voor iets wat mensen in de plaats stellen van God. Een soort afgod die heel het leven en denken beheerst. Maar je verpandt op die manier je hart aan iets dat die overgave totaal niet waard is. Want al het materiele gaat voorbij. De wereld omgeeft ons en overleeft ons, maar ze gaat uiteindelijk ook voorbij. “Maakt u vrienden door middel van de onrechtvaardige mammon, opdat zij – wanneer die u komt te ontvallen – u in de eeuwige tenten opnemen”. Als je terugblikt en je hele leven overdenkt, dan is alle luxe van de wereld niets vergeleken bij die keren dat je een arme geholpen hebt, de zwakkere ondersteund hebt, de machteloze recht hebt gedaan, iemand vergeven hebt en omhelst.
Met andere woorden: laat bezit, geld of wat dan ook in deze wereld u niet beheersen maar gebruik het om anderen te helpen en het lot van degenen die weinig of niets hebben te verlichten. Gebruikt het om tranen te drogen.. Anders raak je in je gehechtheid aan geld verstrikt. Dan is er op den duur ook geen plaats meer voor de liefde van God in je leven en in de samenleving.
We voelen allemaal wel aan, dat geld en bezit in die zin onrechtvaardig zijn, omdat het volkomen ongelijk verdeeld is. Het is aan de gemeenschap en de overheid om de zorgen dat die ongelijkheid niet zover gaat dat sommigen alles hebben en anderen niets. En het is zeker de opdracht aan de verantwoordelijken om in te staan voor het bestaansminimum van iedereen. Dat is een recht en een plicht. Dit is altijd actueel. Zeker ook nu we in onze eigen omgeving geconfronteerd worden met hele groepen mensen die in problemen komen door de hoge energieprijzen, de inflatie. Maar degenen die Jezus willen navolgen en leerlingen willen zijn van het rijk van God, gaan nog een stap verder dan waar ze maatschappelijk en moreel toe verplicht zijn. Wij zien de dingen, de natuur en de seizoenen, en medemensen, als tekenen van Gods zorg voor de mensheid. Ze verzekeren ons dat we nooit in de steek gelaten worden door de voorzienige Vader in de hemel. Daarom zien we de wereld en de natuur als middel om het goede van het leven met elkaar te delen. De corrupte rentmeester maakte vrienden met geld dat niet van hem was. Hoeveel te meer kunnen de kinderen van het licht het aardse gebruiken door te delen met de mensen in nood.
Het Handboek voor de sociale leer van de Kerk vat het zo samen: “In plaats van zich tot slaaf te maken van de dingen, moeten de leerlingen van Christus de dingen weten aan te wenden om het delen en broederlijkheid te realiseren”.
Als een gids maakt Jezus zijn leerlingen wereldwijs op weg naar de stad Jeruzalem. Daar zou Jezus zelfs zijn leven beschikbaar stellen en met de mensen te delen, om zoals hijzelf zegt” de wereld te overwinnen. Om de macht van de wereld als mammon te ontmaskeren en te breken. Om de doorbraak van de wereld van God ín deze wereld voor altijd te realiseren. Zo gaat Hij ons voor als de opgestane Heer naar de stad van God, het nieuwe Jeruzalem. Laten we niet vergeten hoe dicht we genaderd zijn door de eucharistie die we vieren. Amen
Martin Los, pr.
1) Evangelielezing van deze 25e reguliere zondag door het jaar: Lucas 16:1-13
2) 1 lezing: Amos 8:4-7
Niemand kan twee heren dienen
Beantwoorden