Levensvragen

Preek op de 28e zondag door het jaar op 14 october 2018 Mariakerk en Willibrordkerk

‘Goede meester, wat moet ik doen om het eeuwige leven te verkrijgen?” 1)
Lieve zusters en broeders, de man die deze vraag aan Jezus stelt werpt zich op de knieën voor Jezus. Dat onderstreept de ernst van de vraag voor deze man.
Het gebeurt buiten op straat. Iedereen kan het zien. Een aanzienlijke rijke goede geklede man vernedert zich voor Jezus om eindelijk een antwoord te krijgen op de vraag waar hij al lang mee worstelt: ‘Goede meester, wat moet ik doen om het eeuwige leven te verkrijgen?’.
Deze vraag behoort tot de categorie levensvragen waarmee we allemaal vroeg of laat als mens mee te maken krijgen: ‘hoe kan ik een leven leiden waar ik nooit spijt van krijg? Hoe is leven zoals het werkelijk bedoeld is, en wat moet ik doen om er deel aan te krijgen? Waar vind ik het antwoord op mijn leven dat werkelijk voldoening geeft? Leven is al zijn volheid?’
De vraag kan voortkomen uit een gevoel van onvrede met het leven dat we tot nu toe leiden. Een verslaving waar we vanaf willen om weer vrij mens te zijn. Verkeerde keuzes die we gemaakt hebben. Soms ook het gevoel dat ons leven te vlak was en we kansen gemist hebben die er waren.
De man die voor Jezus op de knieën valt worstelt met deze levensvraag. Het knaagt aan hem. Hij is van binnen diep ongelukkig hoewel massa’s mensen hem benijden om zijn aanzien en zijn rijkdom.
Nu hij de kans krijgt Jezus te ontmoeten, denkt hij: het is nu of nooit. Als een kundige heelmeester van de ziel voelt Jezus hem eerst even geduldig aan de tand: “wat noem je mij goed. Niemand is goed dan God alleen”. Met andere woorden: ‘besef je goed dat alleen God echt antwoord kan geven op jouw vraag? Zie je in mij het aangezicht van God die de harten kent?’ Voor de vraag naar het leven zelf moet je bij degene zijn die groter is dan het leven. Is dat niet God?
Het is als in een biechtgesprek waarbij de priester toehoort en helpt, maar iemand zijn hart uitstort voor God.

Dan begint Jezus aan de ontleding van de reden waarom de man ongelukkig is.
“Je kent de geboden: ge zult niet doden, ge zult geen echtbreuk plegen enz’ Die geboden overtreden maakt de ieder mens ongelukkig is omdat er iets aan je geweten knaagt. Tenzij je je geweten helemaal uitschakelt.
“Dit alles heb ik onderhouden van mijn jeugd af aan” zegt de man eerlijk en zonder enige zelfvoldaanheid. Hij is een vroom en deugdzaam mens. En toch is hij doodongelukkig.
Nu ligt zijn ziel helemaal bloot voor Jezus die als een kundig chirurg van het innerlijk te werk gaat.
“Het woord van God’ hoorden we in de Hebreeenbrief ‘is levend en krachtig. Het is scherper dan een tweesnijdend zwaard en het dringt door tot het raakpunt van ziel en geest. Het ontleedt de bedoelingen en gedachten van de mens”. 2)
Wanneer wij mensen ongelukkig zijn met ons leven, dan is dat geen teken dat God ons veroordeelt en afwijst. Het is zijn klop op de deur van ons hart om voor Hem open te doen en zijn hand te grijpen.
“Jezus sprak hem liefdevol aan en zei: “één ding ontbreekt u: verkoop uw bezit en geef het aan de armen. Dan bezit je een schat in de hemel. En kom dan terug om mij te volgen’.
‘Lieve man, je bent zo ongelukkig omdat je vast zit aan je rijkdom. Daarom ben je ondanks je welvaart niet gelukkig. Dan kun je maar één ding doen: verkoop je rijkdom en geef het aan de armen en kom dan terug’
Vaak wordt deze uitspraak van Jezus opgevat als een afwijzing van rijkdom. Maar dat is te kort door de bocht. Inderdaad wordt op vele plaatsen in de bijbel gewaarschuwd voor rijkdom. En veel teksten bevatten kritiek op rijken. Je kunt inderdaad rijkdom heel verkeerd gebruiken. Maar je kunt met wat je meer bezit dan je zelf nodig hebt, ook veel goeds doen.
Jezus bedoelt: rijkdom kan verhinderen dat je echt vrij mens bent, door de angst je bezit kwijt te raken; doordat de zorg ervoor je hele leven in beslag neemt.

‘Voor een kameel is het gemakkelijker door het oog van een naald te gaan, dan voor een rijke in het koninkrijk van God binnen te komen’. Dan kan je beter radicaal breken met je rijkdom, want het verhindert je om echt te leven. Het verhindert je om blij en gelukkig te leven als een kind van God. Een kind van God verheugt zich erover dat God voor haar zorgt. Heel veel armen hebben die ervaring, ondanks hun armoede. Telkens als je als mens vindt dat je leven eigenlijk alleen maar bij jou zelf veilig is, doof je de vreugde en voed je de onvrede. Telkens ontneem je jezelf dan de kans om Gods zorg en vriendschap voor jou te ervaren.
Die zorg en vriendschap maakt pas echt gelukkig. Ze schenkt de ware wijsheid van hart. We hoorden het in de lezing uit het boek van de wijsheid: ‘in vergelijking met de wijsheid beschouwde ik rijkdom als niets”.3)
Moge onze Heer Jezus ons allemaal liefdevol aanzien en ons genezen van wat ons innerlijk verhindert gelukkig te zijn als kinderen van God. Amen

(c) Martin Los
1) Evangelie van deze zondag: Markus 10:17-30
2) 2e lezing van deze zondag: brief aan de Hebreeën 4:12,13
3) 1e lezing van deze zondag: Wijsheid 7:7-11
afbeelding: https://vibi.at/de/der-reiche-juengling