Aan de vooravond van het Kerstfeest

Adventszondag 4  24 december 2023 in de r.k. kerk van Houten

Koning David wil niets liever dan een duurzame verblijfplaats voor God oprichten 1). Hij voelt zich ongemakkelijk bij de gedachte dat hijzelf in een prachtig paleis in Jeruzalem woont terwijl de ark die teken is van Gods tegenwoordigheid genoegen moet nemen met een tent. Hij zegt tegen de profeet Nathan “Moet u eens zien! Zelf woon ik in een paleis van cederhout en de ark van God staat onder een tentdoek.
Het lijkt een beetje op ons ongemak als we kijken naar de comfortabele huizen waar wij in wonen terwijl vluchtelingen en asielzoekers niet eens een onderdak of een bed hebben in ons land. Of niet eens welkom zijn. De helft van de Nederlandse gemeenten weigert hen fatsoenlijke opvang te geven. Terwijl toch al deze mensen schepsel van God zijn.
David wil dit gebrek aan een huis voor God rechtzetten. Hij had nog eerst nog een excuus gehad om nog geen woning voor God te bouwen. Hij was heel druk geweest met zijn vijanden te overwinnen. Tegenstanders kunnen al je tijd opeisen. Maar de Heer had ervoor gezorgd dat al zijn vijanden tot in de wijde omtrek hem met rust lieten. Dus eindelijk kon David zich wijden aan de plek die God te midden van de mensen zou kunnen innemen. Een ideaal moment. De profeet Nathan is  blij met dit voornemen van de koning. ‘Ga uw gang’ zegt hij.
Maar dan krijgt de profeet van Godswege te horen dat hier een vergissing in het spel is: Zeg tegen mijn dienaar David: “zo spreekt de Heer: Gij wilt voor mij een huis bouwen en mij daarin laten wonen? Zo spreekt de Heer van de Hemelse machten” en dan volgt een opsomming van daden die de Heer verricht heeft om David te leiden en te beschermen en hoe hij David tot een aanzienlijk koning van naam heeft gemaakt die niet onderdoet voor de groten der aarde”. Met andere woorden: hoe denkt David een huis te kunnen bouwen voor God die hemel en aarde gemaakt heeft? Nee, David kan geen huis bouwen voor God hoe prachtig en stevig en groot en verheven ook. Het is omgekeerd. God zal voor David een huis bouwen, een huis dat nooit ondergaat en voor eeuwig zal bestaan. We horen hierin al de belofte van het messiaanse koninkrijk, een rijk van vrede en gerechtigheid dat voor eeuwig de aarde zal bedekken.
In dit verhaal uit het boek Samuel wordt een vraag aan de orde gesteld die ook in andere delen van de Bijbel aan de orde komt: Hoe kunnen God en mens samenwonen terwijl ze zo verschillen? Het is ook de vraag die we onszelf stellen: hoe kunnen God en mensen één gemeenschap vormen. God is de eeuwige. De mens is vergankelijk. God is de heilige, de mens is onvolmaakt en zondig. Hij is de Schepper, wij zijn zijn maaksel.  Voor velen is de gemeenschap van God en mensen onmogelijk. In onze moderne wereld lijkt God afwezig want in ons denken en onze wetenschap is God geen optie. De mens bestaat maar God is een illusie is volgens velen de conclusie.
Maar alleen al in het feit dat wij kúnnen denken, zouden we als een gave van God kunnen zien. En dat wij ons kunnen verwonderen en dankbaar zijn. En de kostbare gaven van geloof, hoop en liefde.
We staan aan de vooravond vandaag van het Kerstfeest. Het verhaal van de geboorte van Jezus vertelt hoe de gemeenschap van God en mens wordt hersteld en vernieuwd. God is mens geworden. Hij is mens geworden met een naam en een gezicht, één van ons. Maar hij is ook mens geworden in die zin dat hij onze menselijke natuur zelf weer met God in overeenstemming heeft gebracht. Zodat allen die geloven in hem, kinderen van God genoemd worden.
Wie had dit ooit kunnen bedenken. Een God die alle mensen verenigd door één met hen te worden. De Schepper die een schepsel wordt, de Heer die dienaar van alle mensen is geworden.
Dat Jezus echt mens werd is het verhaal van de aankondiging door de engel van de Heer aan Maria. Zij geeft zich met hart en ziel over aan de belofte dat zij moeder van de Heer mag worden. Zij begrijpt het niet : “Hoe zal dit geschieden daar ik geen man beken”. Maar zij staat open voor dit ongelofelijke initiatief van God om een nieuw begin te maken met de wereld. “Hij zal groot zijn en Zoon van de Allerhoogste genoemd worden. God de Heer zal hem de troon van zijn vader David geven  en hij zal voor eeuwig koning zijn over het huis van David”. We horen in deze aankondiging van de engel aan Maria de woorden doorklinken van de profetie van Nathan aan David.
Wat een vreugde dat we in dit plan en in dit verhaal van God met de mensen mogen delen. En dat we deze boodschap mogen verkondigen aan de wereld om ons heen. In woord en daad. Door Jezus maakt God plaats voor God in ons leven. En door hem maken wij plaats voor God in ons hart en in ons leven voor altijd. Augustinus, de grote kerkvader uit de 4de eeuw zei dat al. ‘Als Jezus niet geboren wordt in mij en in jou, dan wordt hij niet geboren’. Amen

Martin Los, pr

schriftlezingen in de eucharistie van zondag Advent 4B:
eerste lezing: II Samuel 7:1-16
Evangelielezing: Lukas 1:26-38
Afbeelding: Annunciatie Fra Angelico Florense