What’s in a Name?

Preek op het feest van Maria, de moeder Gods. Nieuwjaarsdag 2022 ’t Goy en Houten

Dierbare zusters en broeders, een geboorte is meer dan een bevalling. De verhalen over de geboorte van Jezus laten dit duidelijk zien 1). Bij een geboorte hoort bijvoorbeeld dat het kind een naam gegeven wordt. En ook dat het wordt opgenomen in de gemeenschap door bepaalde rituelen, zoals in het geval van Joodse jongetjes, de besnijdenis.
“Toen de acht dagen voorbij waren” schrijft Lukas “en men het kind moest besnijden, ontving het de naam Jezus, zoals het door de engel was genoemd voordat het in de moederschoot ontvangen werd”. De naam die het kind van Maria zou ontvangen, was dus al voor de geboorte, ja, voor de conceptie bekend. Dat is opmerkelijk want in die tijd was het geslacht van een kind natuurlijk nog niet voor de bevalling bekend. De ouderen onder ons weten nog dat als er een kind op komst was, er twee namen gereed gehouden waren, voor een meisje of een jongen. Een scan van de baby die ook nog eens op Facebook wordt gezet en naar familie en vriend  geappt, is pas iets van onze tijd. In het unieke geval van Jezus was al voor de conceptie bekend wie hoe hij zou gaan heten: Jezus, Redder, Bevrijder, Verlosser. Zijn naam was ook zijn roeping en bestemming. Zijn levensweg. Maria en Jozef wisten al voor de zwangerschap dat hun kind een heel bijzonder kind zou zijn. Ze zullen er dan ook over nagedacht hebben wat dit betekende. Voor dit kind en ook voor henzelf.  
Wat betekende die naam voor hen als ouders en opvoeders? Heel de tijd van de zwangerschap hadden ze daar al over kunnen nadenken en naar toe kunnen groeien. Ook dat hoort bij een geboorte van een nieuw mensenkind. Nadenken en samen overleggen hoe je je kind wilde opvoeden, wat je het mee wilde geven. Maria en Jozef als toekomstige ouders bereidden zich daar op voor als gelovige mensen.
Zo vragen wij ons af wat die naam Jezus voor ons betekent. Wij hebben in zekere zin ook die naam Jezus te horen hebben gekregen. Als een geschenk. Wat betekent het voor ons persoonlijk en als gemeenschap dat wij die naam kennen? Dat wij daardoor Jezus kunnen aanspreken? Dat die naam ons allemaal verbindt. Hoe voorkomen we dat die naam in onze mond en in onze oren sleets wordt? Hoe voorkomen we dat de naam Jezus geen gevoelens van vreugde en liefde, van respect en verwondering meer oproept. Daar is een actieve houding van verwachting voor nodig. Daarom koestert de kerk de naam van Jezus in de gebeden, de rituelen, en heel bijzonder in de talloze liederen. Zo blijft die naam steeds nieuw klinken. Een belofte.
Ook in het nieuwe jaar dat vandaag begonnen is. Laten we beseffen hoe gezegend we zijn, dat we deze naam mogen kennen. Niemand kent de toekomst, maar deze naam vergezelt ons onder alle omstandigheden. Teken van Gods liefde en trouw. Laten wij zoals Maria die alle woorden bewaarde in haar hart, als christenen innerlijk luisteren naar die naam Jezus. De oren spitsen wat deze naam voor ons betekent.
“Toen de acht dagen voorbij waren en men het kind moest besnijden, ontving het de naam Jezus zoals het door de engel was genoemd voordat het in de moederschoot ontvangen werd”.
Bij een geboorte hoort ook dat een kind wordt opgenomen in een gemeenschap, in een traditie, de overlevering van de ouders. In de Joodse traditie was dat de besnijdenis. Jezus werd dus besneden. Hij was waarachtig God én waarachtig mens zoals de Kerk belijdt, heel goed beseffend dat we dit te groot is om te bevatten en dat we het bijna niet zonder stotteren over de lippen kunnen krijgen. Waarachtig mens betekende ook dat hij in een gezin geboren werd, en dat hij zich gehoorzaam voegde naar de taal, de gebruiken en geboden van zijn moeder Maria, Jozef zijn wettelijke vader, zijn familie en zijn volk. menselijke natuur
De besnijdenis vindt plaats op de achtste dag. Dat is niet zomaar een dag. Het is de dag van de geboorte maar een week later. Zondag vierden we Kerstmis en nu een week later de afsluiting. Er is een hele week voorbij gegaan.
Dat heeft een bijzondere betekenis.  De menselijke natuur is op zich goed. Ze is ons door God gegeven. Maar ze kan nog alle kanten uit. Goed en slecht. Daarom moet de menselijke natuur wel gesnoeid worden. Zoals een vruchtboom gesnoeid wordt om niet te verwilderen maar meer vrucht te dragen. En goede vrucht. Daarvoor zijn de geboden. En geboden die ouders hun kinderen leren en voordoen. Deze geboden of leefregels perken op een bepaalde manier het menselijke doen en laten in. Maar niet om het in te snoeren en te kleineren. Het hoogste gebod is immers het gebod van de liefde. Zo kan de mens en kan onze menselijke natuur bloeien. Zo kan ons leven en samenleven een loflied worden op God onze Schepper en onze Vader in de hemel zoals Jezus hem ons leert noemen.
Zo voedden Maria en Jozef hun kind op in de Joodse traditie. Dat is geen indoctrinatie. Net zo min als het dat is wanneer ouders hun kinderen een taal leren spreken vanaf de geboorte. Als de kinderen volwassen zijn kunnen ze hun eigen persoonlijk invulling geven aan hun geloof, zoals Jezus heeft gedaan. Hij heeft het Evangelie van Gods liefde aan alle mensen voorgoed geopenbaard.
De besnijdenis is in de vroege kerk al snel in onbruik geraakt omdat ze voor niet-Joden die tot de kerk toetraden als volwassene, een pijnlijke en niet ongevaarlijke ingreep was. Plus dat het een behoorlijk ingewikkelde traditie was als het je niet met de paplepel was ingegoten. Opname in de kerk werd vanaf de eerste christenen gemarkeerd door de doop, als besnijdenis van het hart, als de verbinding met de naam van Jezus en de gaven van geloof, hoop en liefde. Deze krachten kerstenen het menselijke leven en de menselijke natuur. Met de naam van Jezus en de gaven van geloof, hoop en liefde gaan we het nieuwe jaar in op voorspraak van Maria, de moeder van God. Daarom wensen we elkaar ook een Zalig Nieuwjaar. Amen

Martin Los, pr

1) In deze eucharistie bgv het feest van Maria, Moeder van God, is de Evangelielezing: Lucas 2:16-21
2) Afbeelding: intieme interieur van de O.L.V. ten Hemelopnemingkerk in ’t Goy

love for the world without guilty pleasure

Sermon Ash Wednesday, March 2, 2022  H. Barbara Bunnik

“When you fast, don’t look gloomy like the hypocrites, for they straighten their faces to show the people that they are fasting.” *)
Jesus speaks these words to the multitude when he announces to them the kingdom of God. What that kingdom of God looks like and how you can become a part of it and taste it. In this context, he also speaks of fasting. He does not need to explain to them what fasting is, because everyone knew that and they practiced fasting. The only question was how to fast meaningfully and sincerely. That question applies all the more to us people who have hardly any more experience with fasting, at least in a religious sense. Someone actively trying to lose weight, often calls this “fasting”. The goal is then weight loss. Eating less is then a matter of benefit and in many cases of being overweight a necessity. But real fasting has nothing to do with utility and necessity. If it had, the practice of fasting in our church and in modern society would never have fallen into such disuse. Because why fast if you don’t aim at and don’t see any visible results? Especially when we hear Jesus say that if you fast, it is better to wash and oil your face instead of scattering ashes on your head. So even external signs could better invisible
So the question is why fast and how? Thats is the point which Jesus adresses. We will all agree that life on Earth is beautiful. A wonderful adventure. We celebrate this in our own circle throughout the year with birthdays and all kind of anniversaries. In society with parties and events. And when we go on vacation. In all these moments we embrace and celebrate life. We celebrate life as a good in itself. But there is also another side to life in this world. The injustice, the abuse, the violence, the disappointments, the losses, the human guilt of everything, too many to mention, including the criminal war in Ukraine these days. Shall we put all that under the rug? Or do we also think about it, not by celebrating, but by forgoing pleasure and luxury at certain moments personally and together? In other words, do we love life and this world only insofar as it is all rosescent and moonshine? And say: otherwise we don’t have to? Is all joy and pleasure just as we say today  actually “guilty pleasure”.That if you’re honest there’s really no reason to party anymore? Or do we also embrace this life and this world with its bad sides and its atrocities. The question is not whether we accept the pain and the suffering and the atrocities. We are not able to at all . But the question is whether we love the world and also accept our own life in the world with its incomprehensible and horrible sides. Only then will we really love life as it is. And then we will also find the energy to work for a better world full of justice and justice despite everything. Then we will always keep the hope burning in us. Then there is ressurrection.
Dust you are and to dust you will return” is what we hear when we present ourselves to be signed with the ashes cross **). Do we accept life in this world even if it is ultimately nothing more than dust? It seems like the all time low, but the love for life really starts where we don’t run away from it. That is where the fire rises from the ashes. It is precisely there that life really smiles at us as a miracle, a gift, which we can celebrate as something that can never be taken away from us. Life and world without and.
Therefore, this Lent is a call to repentance. “Be reconciled to God,” says the apostle. ***) God so loved this world that he sent his only begotten son into this world, that whoever believes in him might partake of eternal life.
If God loves this world and us humans so much in spite of everything, and we believe in Jesus, then we cannot and should not stay behind. Amen

(c) Martin Los pr
*) Gospel of Ash Wednesday’s Mass: Matthew 6:15-18
**) Ritual of Ash Wednesday celebration
***) Second Letter to the Korinthians 5:20-6:2