Onvoorwaardelijke liefde

Preek op het Hoogfeest van Witte Donderdag 2019 in de Mariakerk

‘Hij gaf hun een bewijs van zijn liefde tot het uiterste toe’1)
Lieve zusters en broeders, we gedenken deze avond dat Jezus voor het laatst met zijn leerlingen bijeen was. En we vieren de instelling van de heilige eucharistie. We zien in gedachten de twaalf leerlingen aan de tafel rondom Jezus. Ze zijn door Jezus geroepen om hem te volgen. Drie jaar zijn ze hem gevolgd. Ze hebben zijn woorden in zich opgenomen. Ze hebben de wonderen die hij deed gezien. Ze hebben zijn opdrachten uitgevoerd. Nu zijn ze met hem bijeen in Jeruzalem om het Paasmaal te vieren. Een hoogtepunt in de band van de meester en zijn leerlingen. Hoe zal het nu verder gaan? In het hart van Judas is al de boze geest gevaren die hem doet besluiten zijn meester te verraden. En Petrus die nu nog het hoogste woord heeft, zal niet lang hierna zijn meester verloochenen. En de anderen zullen van angst vluchten als Jezus is gearresteerd en hun meester in de steek laten. Dan is Jezus helemaal alleen. Maar zo kan hij zijn onvoorwaardelijke liefde tonen. Omdat ze dan vervuld zullen zijn van verdriet, spijt, wanhoop, laat hij hen nu al zien dat wat er gaat gebeuren, bewijs van zijn liefde voor hen is tot het uiterste toe. Hij zal zijn leven geven uit liefde voor hen om hen deel te geven aan zijn goddelijk leven door de vergeving en de verrijzenis.
De liefde van Jezus is groter dan het verraad en de verloochening door zijn leerlingen en hun menselijke zwakheden en tekorten. Nu zullen zij werkelijk zijn liefde ervaren tot het uiterste toe. Echte liefde en vriendschap is niet voor wat, hoort wat. Echte liefde en vriendschap blijkt als de ander  niets terug kan doen en met lege handen staat.
Ik moet denken aan een eenzame man die ik ooit sprak in het ziekenhuis, ernstig ziek. Hij deelde mij een groot verdriet mee. Dat een jonge vriend die hij vertrouwde hem voor tienduizenden euro’s had opgelicht. Ik vroeg waarom hij geen aangifte gedaan had? “Ik hield van de jongen” antwoordde hij met grote stelligheid. Ik zou mijn liefde voor hem verloochenen als ik dat deed”
De leerlingen hebben Jezus niet uitgekozen als hun meester. Hij heeft hén geroepen hem te volgen, vanaf hun vissersboot, vanachter de tollenaarstafel, vanonder de vijgenboom, in de provincie. Anderen leraren hielden school in Jeruzalem bij de tempel. Jonge mannen uit rijke families kozen zelf hun meester uit. Hun meester was in zekere zin afhankelijk van zijn leerlingen. Maar bij Jezus is het precies omgekeerd: “Niet jullie hebben Mij uitgekozen” zegt hij tijdens het laatste avondmaal “maar ik U. Niemand heeft grotere liefde dan hij die zijn leven geeft voor zijn vrienden”.
Niet alleen door deze woorden onderwees Jezus zijn leerlingen, maar ook doordat hij er een teken aan toe voegt. Hij wast hun de voeten zoals een knecht doet. Hij vernedert zich voor zijn vrienden. Maar hij doet dit als hun meester. Daarom moeten ze zijn voorbeeld volgen want ze zijn en blijven zijn leerlingen die ook zijn vrienden zijn want hij heeft geen geheimen voor hen. Hij heeft hen alles meegedeeld wat hij van God, de Vader, ontvangen heeft.
‘Hij gaf hun een bewijs van zijn liefde tot het uiterste toe”. de heilige eucharistie is een geschenk van onze Heer Jezus Christus aan ons. Het teken van zijn onvoorwaardelijke eeuwige vriendschap. Hij deelt zijn eigen goddelijke leven met ons in brood en wijn door het offer van zijn leven dat hij gebracht heeft.
Het is een groot voorecht dat we dat bewijs van zijn vriendschap telkens mogen ontvangen als we de eucharistie vieren. Door het priesterschap mogen we het offer van liefde dat Jezus voor de wereld gebracht heeft, tegenwoordig stellen. We mogen ervaren dat de levende Heer in ons midden is om ons te sterken door zijn vriendschap.
Als we delen in die vriendschap zullen we Jezus als onze meester, ook volgen in onze liefde voor elkaar en voor onze medemensen. Daar breekt de kracht door van het nieuwe leven dat uit God is, een leven vervuld van hoop, geloof en liefde. Dat is het Paasmysterie: dat het goddelijk eeuwig leven al dit leven en deze wereld binnenstroomt. De vriendschap met Jezus en met God. Eeuwig en onverbrekelijk. Zeggen we daarop ‘ja’ en ”amen’.

Pastoor Martin Los

1) Evangelie voor Witte Donderdag: Johannes 13, 1-15 e.v.

Overgeleverd in onze handen. Preek op Witte Donderdag 2017

Lieve zusters en broeders, op deze bijzondere avond gedenken we hoe Jezus voor de laatste keer met zijn leerlingen bijeen was. Hoe hij met hen die maaltijd vierde die zo’n bijzondere betekenis kreeg. Want het was de laatste maaltijd en tegelijk niet de laatste. De Heer maakte tijdens de maaltijd duidelijk dat ze deze maaltijd moesten blijven houden: “doet dit tot mijn gedachtenis”. Juist deze maaltijd moest voor hen en alle gelovigen het teken zijn dat hij zelf in hun midden was. Zij zouden hem steeds weer mogen herkennen “in het breken van het brood”. De opdracht aan de apostelen om de maaltijd tot zijn gedachtenis te vieren, is “de overlevering die wij hebben ontvangen”*) die we in praktijk brengen en die we zelf doorgeven. Overleveren is trouwens een dubbelzinnig woord. Want in dit brood geeft Jezus zich ons in handen. Heel kwetsbaar. We kunnen hem ontvangen en deze traditie doorgeven, maar ook verraden. Maar die laatste mogelijkheid is geen reden voor Jezus om het niet te wagen met ons.
In deze maaltijd schenkt Jezus zichzelf aan ons als voedsel en drank voor ons leven als gelovige mensen: “Dit is mijn lichaam” zegt hij bij het breken van het brood en het uitdelen ervan. Het is heel belangrijk dat we dit voor ogen houden. Niet wíj zeggen bij het breken van het brood “we denken aan Jezus” alsof wíj betekenis geven aan het brood. Het is de Heer zelf die zegt: “dit is mijn lichaam”. Hij ís het zelf. Wat hij zegt dat is hij. En wat hij is dat zegt hij. We kunnen met geen mogelijkheid anders tegen dit brood aankijken en het ontvangen.
Daarom gaan we er met het grootste respect mee om. Het kleinste kruimeltje wordt nog aan het eind in de beker met wijn gedaan en met het laatste restje mee opgedronken. En het brood dat overblijft wordt bewaard in het tabernakel als reserve. Er mag niets van verloren gaan want “het is de Heer zelf” zeggen we vol herkenning en verwondering.
Laten we steeds met grote liefde dit sacrament van zijn grote liefde ontvangen en bewaren. Ik ben als priester en pastoor van deze kerk en parochie heel blij dat de liefde voor de eucharistie in ons midden voor iedereen voelbaar is. Het is deze liefde voor de blijvende tegenwoordigheid van Christus in brood en wijn die ons telkens van zijn nabijheid zal vervullen en overtuigen. En daardoor zullen ook anderen geraakt worden door dit “mysterie van het geloof” **) dat we zo graag ook aan onze medemensen gunnen. Maar de liefde voor onze Heer Jezus en zijn tegenwoordigheid in zijn kerk gaat niet zonder liefde voor elkaar en liefde tot onze naaste. Dat maakte Jezus duidelijk doordat hij als een slaaf zijn leerlingen de voeten waste: “als ik, de Heer en Leraar, uw voeten heb gewassen, dan behoren jullie elkaar ook de voeten te wassen” ***). En hij voegt eraan toe dat wat hij gedaan heeft in de voetwassing een voorbeeld is voor allemaal.
Respect en liefde voor de werkelijke tegenwoordigheid van de Heer in ons midden kan niet zonder liefde en respect als broeders en zusters voor elkaar. We moeten waardevol en kostbaar zijn in elkaar ogen. Elkaars zwakheden verdragen, fouten vergeven, en elkaars talenten herkennen en stimuleren, en in elkaars noden zo mogelijk voorzien. Dat is elkaar de voeten wassen, zoals Jezus ons heeft voorgedaan en opgedragen, nog voor de maaltijd. Met het offer van zijn leven door zijn lijden en sterven aan het kruis dat we in deze dagen gedenken, heeft Jezus ons de voeten gewassen, onze zonden vergeven en tot nieuwe mensen gemaakt, mensen van God. We mogen dat vieren in de eucharistie met haar eenvoudig ritueel dat afstamt van Jezus zelf. Laten we zijn offer aanvullen met onze offers van liefde en onbaatzuchtigheid. Dan zal deze levende overlevering ons sterken en zal ze ons ook in staat stellen haar door te geven aan anderen die haar nog niet kennen en aan de volgende generatie. Als teken van trouw van Christus aan ons die gezegd heeft: “zie ik ben met u tot aan de voleinding der wereld”. Amen

Martin Los, pastoor
*) 2e lezing: I Corinthiërs 11:23-26
**) uitroep na de consecratie van brood en wijn
***) Evangelie van de dag: Johannesz 13::1-15