Geest van wind en vuur. (Pinksteren 2023)

Homilie op het Pinksterfeest 28 mei 2023 Houten

De uitstorting van de Heilige Geest die we op deze zondag vieren, gaat gepaard met windvlagen en vurige vlammen, zo horen we. Maar let op, Lukas, de schrijver van de Handelingen der apostelen, formuleert heel zorgvuldig. Hij schrijft niet: er stak een hevige wind op, maar: het was alsóf een hevige wind opstak 1). En Hij schrijft niet: er verscheen hen vuur dat zich, in tongen verdeeld, op ieder van hen neerzette. Maar hij zegt:  iets dat op een vuur geléék zette zich op zich op hen neer. Geen gewone wind en geen gewoon vuur, maar een wind en een vuur die iets vertellen. Zo wil Lukas voorkomen dat wij denken dat de uitstorting van de Geest met veel vuurwerk gepaard ging dat beperkt is gebleven tot die ene dag van Pinksteren in Jeruzalem.
Die uitstorting vindt namelijk voortdurend, overal en altijd plaats. De uitstorting van de Heilige Geest komt van God als een gedruis uit de hemel. Ze is niet aan tijd en plaats gebonden. Ze is voor ons gevoel altijd onverwachts. Anders gezegd: de Heilige Geest die zelf onzichtbaar en ongrijpbaar is, gaat altijd gepaard met bijzondere verschijnselen, met kracht en uitstraling, niet alleen toen, maar ook nu.
De vraag is alleen: staan wij ervoor open? Zijn wij er klaar voor? De leerlingen wel. Zij waren met elkaar samen in gebed, met Maria, de moeder van de Heer, in hun midden. Dat kwam omdat ze ieder persoonlijk en samen de belofte van Jezus Christus serieus namen die hen gezegd had: “Ik zal u een andere helper zenden die u alles in herinnering zal brengen wat ik u verkondigd heb”.
Zo werden ze allemaal vervuld van de Heilige Geest. Ze waren één en onverdeeld.
Vanaf dat moment begonnen ze te spreken op zo’n manier dat alle mensen hen hoorden spreken in hun eigen taal tot op vandaag.
Menigeen is bang  dat als de kerk gaat spreken bij monde van allemaal verschillende mensen, dat er een spraakverwarring ontstaat. Dus laat iedereen alsjeblieft zwijgen, denkt men.
Nee, zegt paus Franciscus die het Synodale proces heeft gestart: iedereen mag mee spreken, maar het begint met luisteren naar de ander, vooral de ongehoorden en naar de Heilige Geest.
Zo’n spraakverwarring gebeurde wel heel lang geleden toen de mensen in Babel een toren tot in de hemel wilden bouwen. Ze waren overtuigd van eigen bovenmenselijk kunnen. God hoefde niet naar hen toe te komen. Daar wilden ze niet afhankelijk van zijn. Nee, ze zouden zelf goden worden. Toen besloot God hen weer gewone mensen te maken, die elkaar nodig hebben, kwetsbaar en onvolmaakt. Ze verstonden elkaar ineens niet meer. Allemaal spraken ze een andere taal. Ze moesten hun hoogmoedig project staken. Een puinhoop bleef over.
Lukas laat ons zien dat met de uitstorting van de Heilige Geest het omgekeerde gebeurt. Nederige mensen, soms bange mensen, verslagen door de dood van hun Heer, verwonderd door zijn verrijzenis, vervuld van zijn beloften, ze spraken één taal die iedereen ondanks alle verschillen verstond. De boodschap van het Evangelie, de taal van de liefde, de taal van de vrede, de taal van gerechtigheid.
In alle tijden en plaatsen waar dit gebeurt, is het de Heilige Geest die van zich doet spreken door de kerk en door de gelovigen: ”Zijn dit niet allemaal Galileeërs?”zeggen de omstanders. “Hoe kunnen wij hen dan horen spreken ieder in zijn eigen moedertaal?” Het is deze verwondering die ons stil maakt. Daar gebeurt het Pinksterwonder. Eenheid en openheid zijn de kenmerken van de Pinkstergemeente die de kerk is. Een vitale geloofsgemeenschap. Hoe klein die af en toe en hier en daar soms is.
Dierbare zusters en broeders, laten we ook in onze tijd oprecht bidden om de Heilige Geest, de Helper, die ons met Jezus, de Levende Heer, persoonlijk verbindt. “Niemand kan zeggen “Jezus is de Heer” dan door de Heilige Geest” schrijft Paulus 2). Dat wij hier bijeen zijn en Jezus aanroepen en God de Vader, is al de Heilige Geest. Soms is die Geest herkenbaar in een stormachtige beweging, soms in een zacht suizen, soms in de stilte zelf, soms in de slaap.
De kerk in onze tijd heeft de wind menselijkerwijs gesproken niet mee. Maar dat zegt niet alles. Ook door tegenwind kun je groeien in kracht en volharding door de Heilige Geest. Ja, we voelen tegenwind. Het geloof heeft het moeilijk in een tijd waarin alle nadruk ligt op persoonlijk succes en persoonlijke verdienste. Als alle schijnwerpers gericht zijn op degenen die het gemaakt hebben. Geloven in jezelf is het devies. Als je het niet maakt, heb je onvoldoende in jezelf geloofd. Intussen zien we dat steeds meer mensen buiten de boot vallen, de vele mensen die zorg nodig hebben, degenen naar wie niemand omziet. Talloze mensen die het gevoel hebben verliezers te zijn.
Het lijkt een beetje op de torenbouw van Babel. Daarom komen steeds meer mensen tot het inzicht dat we als samenleving een andere weg in moeten slaan. Dat een nieuwe gemeenschapszin nodig is. Laat de kerk daar nou juist ervaringsdeskundige in zijn. Een eeuwenlange ervaring van communie, caritas, naastenliefde, gebed, gedeelde verantwoordelijkheid, vertrouwen in Gods voorzienigheid, de hulp van de Heilige Geest. Laten we de deuren van onze kerken niet sluiten, maar juist wagenwijd open zetten. Het mag niet onopgemerkt blijven dat de Heilige Geest is uitgestort. Het moet en zal zichtbaar en hoorbaar zijn zoals bij de eerste christenen en vanaf die tijd overal en altijd. Niet met knallend vuurwerk, maar met iets dat op een vuur gelijkt, het vuur van Gods liefde.
Daarom vertelt Johannes in zijn Evangelie dat Jezus op de eerste Paasdag aan zijn leerlingen verscheen 3) . Óók dat is het verhaal van datzelfde Pinksteren. Jezus kwam door dichte deuren. Hij toonde hen zijn handen en zijde zodat ze hem herkenden als de Heer die zijn leven voor hen gegeven had. Daarna zei hij nogmaals: Vrede zij u. Ontvangt de Heilige Geest. En Hij blies over hen: ontvangt de Heilige Geest. Zoals de Vader mij gezonden heeft, zend ik u. Wiens zonden Gij vergeeft, die zijn ze vergeven”.

Dit is de Pinksterboodschap die wij allemaal nodig hebben en die mensheid hard nodig heeft. De Heilige Geest nodigt ons uit om in beweging te komen en de ‘blijde boodschap in de wereld te verkondigen. “Kom schepper Geest, daal op ons neer. Houdt Gij bij ons uw intocht, Heer. Vervul het hart dat U verbeidt, met hemelse barmhartigheid”.

Martin Los, pr

Schriftlezingen tijdens de eucharistie op de zondag van Pinksteren:
1) eerste lezing: Handelingen der apostelen 2:1-1
2) tweede lezing: I Korintiers 12:3b,-7,12.13
3) Evangelielezing: Johannes 20:19-23

What’s in a Name?

Preek op het feest van Maria, de moeder Gods. Nieuwjaarsdag 2022 ’t Goy en Houten

Dierbare zusters en broeders, een geboorte is meer dan een bevalling. De verhalen over de geboorte van Jezus laten dit duidelijk zien 1). Bij een geboorte hoort bijvoorbeeld dat het kind een naam gegeven wordt. En ook dat het wordt opgenomen in de gemeenschap door bepaalde rituelen, zoals in het geval van Joodse jongetjes, de besnijdenis.
“Toen de acht dagen voorbij waren” schrijft Lukas “en men het kind moest besnijden, ontving het de naam Jezus, zoals het door de engel was genoemd voordat het in de moederschoot ontvangen werd”. De naam die het kind van Maria zou ontvangen, was dus al voor de geboorte, ja, voor de conceptie bekend. Dat is opmerkelijk want in die tijd was het geslacht van een kind natuurlijk nog niet voor de bevalling bekend. De ouderen onder ons weten nog dat als er een kind op komst was, er twee namen gereed gehouden waren, voor een meisje of een jongen. Een scan van de baby die ook nog eens op Facebook wordt gezet en naar familie en vriend  geappt, is pas iets van onze tijd. In het unieke geval van Jezus was al voor de conceptie bekend wie hoe hij zou gaan heten: Jezus, Redder, Bevrijder, Verlosser. Zijn naam was ook zijn roeping en bestemming. Zijn levensweg. Maria en Jozef wisten al voor de zwangerschap dat hun kind een heel bijzonder kind zou zijn. Ze zullen er dan ook over nagedacht hebben wat dit betekende. Voor dit kind en ook voor henzelf.  
Wat betekende die naam voor hen als ouders en opvoeders? Heel de tijd van de zwangerschap hadden ze daar al over kunnen nadenken en naar toe kunnen groeien. Ook dat hoort bij een geboorte van een nieuw mensenkind. Nadenken en samen overleggen hoe je je kind wilde opvoeden, wat je het mee wilde geven. Maria en Jozef als toekomstige ouders bereidden zich daar op voor als gelovige mensen.
Zo vragen wij ons af wat die naam Jezus voor ons betekent. Wij hebben in zekere zin ook die naam Jezus te horen hebben gekregen. Als een geschenk. Wat betekent het voor ons persoonlijk en als gemeenschap dat wij die naam kennen? Dat wij daardoor Jezus kunnen aanspreken? Dat die naam ons allemaal verbindt. Hoe voorkomen we dat die naam in onze mond en in onze oren sleets wordt? Hoe voorkomen we dat de naam Jezus geen gevoelens van vreugde en liefde, van respect en verwondering meer oproept. Daar is een actieve houding van verwachting voor nodig. Daarom koestert de kerk de naam van Jezus in de gebeden, de rituelen, en heel bijzonder in de talloze liederen. Zo blijft die naam steeds nieuw klinken. Een belofte.
Ook in het nieuwe jaar dat vandaag begonnen is. Laten we beseffen hoe gezegend we zijn, dat we deze naam mogen kennen. Niemand kent de toekomst, maar deze naam vergezelt ons onder alle omstandigheden. Teken van Gods liefde en trouw. Laten wij zoals Maria die alle woorden bewaarde in haar hart, als christenen innerlijk luisteren naar die naam Jezus. De oren spitsen wat deze naam voor ons betekent.
“Toen de acht dagen voorbij waren en men het kind moest besnijden, ontving het de naam Jezus zoals het door de engel was genoemd voordat het in de moederschoot ontvangen werd”.
Bij een geboorte hoort ook dat een kind wordt opgenomen in een gemeenschap, in een traditie, de overlevering van de ouders. In de Joodse traditie was dat de besnijdenis. Jezus werd dus besneden. Hij was waarachtig God én waarachtig mens zoals de Kerk belijdt, heel goed beseffend dat we dit te groot is om te bevatten en dat we het bijna niet zonder stotteren over de lippen kunnen krijgen. Waarachtig mens betekende ook dat hij in een gezin geboren werd, en dat hij zich gehoorzaam voegde naar de taal, de gebruiken en geboden van zijn moeder Maria, Jozef zijn wettelijke vader, zijn familie en zijn volk. menselijke natuur
De besnijdenis vindt plaats op de achtste dag. Dat is niet zomaar een dag. Het is de dag van de geboorte maar een week later. Zondag vierden we Kerstmis en nu een week later de afsluiting. Er is een hele week voorbij gegaan.
Dat heeft een bijzondere betekenis.  De menselijke natuur is op zich goed. Ze is ons door God gegeven. Maar ze kan nog alle kanten uit. Goed en slecht. Daarom moet de menselijke natuur wel gesnoeid worden. Zoals een vruchtboom gesnoeid wordt om niet te verwilderen maar meer vrucht te dragen. En goede vrucht. Daarvoor zijn de geboden. En geboden die ouders hun kinderen leren en voordoen. Deze geboden of leefregels perken op een bepaalde manier het menselijke doen en laten in. Maar niet om het in te snoeren en te kleineren. Het hoogste gebod is immers het gebod van de liefde. Zo kan de mens en kan onze menselijke natuur bloeien. Zo kan ons leven en samenleven een loflied worden op God onze Schepper en onze Vader in de hemel zoals Jezus hem ons leert noemen.
Zo voedden Maria en Jozef hun kind op in de Joodse traditie. Dat is geen indoctrinatie. Net zo min als het dat is wanneer ouders hun kinderen een taal leren spreken vanaf de geboorte. Als de kinderen volwassen zijn kunnen ze hun eigen persoonlijk invulling geven aan hun geloof, zoals Jezus heeft gedaan. Hij heeft het Evangelie van Gods liefde aan alle mensen voorgoed geopenbaard.
De besnijdenis is in de vroege kerk al snel in onbruik geraakt omdat ze voor niet-Joden die tot de kerk toetraden als volwassene, een pijnlijke en niet ongevaarlijke ingreep was. Plus dat het een behoorlijk ingewikkelde traditie was als het je niet met de paplepel was ingegoten. Opname in de kerk werd vanaf de eerste christenen gemarkeerd door de doop, als besnijdenis van het hart, als de verbinding met de naam van Jezus en de gaven van geloof, hoop en liefde. Deze krachten kerstenen het menselijke leven en de menselijke natuur. Met de naam van Jezus en de gaven van geloof, hoop en liefde gaan we het nieuwe jaar in op voorspraak van Maria, de moeder van God. Daarom wensen we elkaar ook een Zalig Nieuwjaar. Amen

Martin Los, pr

1) In deze eucharistie bgv het feest van Maria, Moeder van God, is de Evangelielezing: Lucas 2:16-21
2) Afbeelding: intieme interieur van de O.L.V. ten Hemelopnemingkerk in ’t Goy