Verlangen naar de dag waarop alle christenen verenigd worden in liefde tot Maria, de moeder van Jezus.

Preek op het Hoogfeest van O.L.V. ten Hemelopneming in het Cenakel te Zuilen (Utrecht) en de kerk van Houten

Lieve zusters en broeders, we vieren vandaag met de hele katholieke kerk het Feest van de ten Hemelopneming van Maria, de moeder van de Heer en daardoor de moeder van de kerk. We vieren dit feest met de dankbaarheid, de vreugde en de warmte die bij een groot feest van een moeder past. Ook de Orthodoxe kerken en de Oriëntaalse christenen vieren dit feest, maar dan onder de benaming “het ontslapen van Maria” 1). In hun kerken vinden we prachtige iconen van deze gebeurtenis. We zien Maria omgeven door de twaalf apostelen. Ze sluit de ogen. En we zien Christus die haar als totale persoon, naar lichaam en ziel, omhoog heft naar de hemel waar hij zit aan de rechterhand van God. Een groot mysterie. Heeft Jezus niet gezegd: “Ik ben de verrijzenis en het leven. Wie in Mij gelooft zal leven ook al is zij gestorven. En wie leeft in geloof aan Mij zal in eeuwigheid niet sterven”?
Als gelovige mensen verheugen we ons dat Maria als eerste van alle schepselen mag delen in de heerlijkheid van Christus. Het is ook een belofte aan ons die kinderen van God genoemd worden, dat wij eens met Maria zullen worden opgenomen in het rijk van God waar de dood en het kwade niet meer zullen zijn.
Bovendien verenigd Maria ons allemaal als kinderen van één huisgezin dat de kerk is. We zijn geen vereniging van mensen die eenzelfde mening of overtuiging aanhangen. We zijn door de doop en het geloof broeders en zusters die elkaar vasthouden en niet buitensluiten omdat we samen één zijn. Het moederschap van Maria herinnert ons daaraan. Het staat er borg voor. We zijn broeders en zusters van elkaar, niet alleen met degenen die nu leven en met wie we samen ons geloof beleven in de plaatselijke geloofsgemeenschap. We zijn ook broeders en zusters van alle heiligen die ons zijn voorgegaan naar de hemel bij God. Zij inspireren ons samen met Maria en wij mogen een beroep op hen doen verenigd rondom Maria. Maria is niet als enige opgenomen, maar zij is de eerste en voornaamste. En als er sprake is van “de eerste” dan is er sprake van velen die met haar deel mogen hebben aan de nieuwe hemel en de nieuwe aarde.
Dit Mariafeest is eigenlijk een feest van de Heer die zijn moeder laat delen in zijn verrijzenis en eeuwig leven. Ondanks de grote vreugde van dit feest voelen we ook in onze streken, de Lage Landen bij de zee, gemis. Want onze protestantse zusters en broeders hebben moeite met de centrale plaats die wij Maria in het geloof en in de kerk toekennen. Waar Maria de eenheid van de kerk belichaamt, is er juist sprake van een scheiding der geesten. Hoe zouden we deze eeuwenoude verwijdering kunnen overbruggen? En is daar na zovele eeuwen zicht op? Dat zou voor ons verlangen naar eenheid onder de christenen een grote stimulans vormen.
Onlangs verscheen een boek getiteld “Maria, icoon van genade”  van een christelijke gereformeerde dominee en protestantse hoogleraar in de theologie te Utrecht Arnold Huijgen. In dit boek voert hij een pleidooi voor meer respect en een grotere plaats voor Maria in de kerk en in de geloofsbeleving van de protestanten. Het boek heeft een grote oplage bereikt, enkele tienduizenden. Er nemen dus veel mensen kennis van de inhoud van zijn boek. Dat kan niet zonder gevolgen blijven voor de protestantse kerken. Het is zeker een belangrijke stap in de richting van meer begrip voor de katholieke traditie van aandacht voor Maria als moeder van Jezus en moeder van de kerk, een titel dit professor Huijgen ook aanbeveelt aan zijn medegelovigen. Toch werpt hij ook wel bezwaren op. Hij merkt op dat we Maria niet moeten vergoddelijken door te spreken over  “bidden tot Maria”. Daar heeft hij gelijk in. We mogen een beroep doen op Maria als mede gelovige en voorspreekster bij God. We mogen met haar spreken. Dat is om zo te zeggen een gesprek tussen gelovigen. De term bidden tot Maria is daarbij minder gepast en geeft dus aanleiding tot misverstanden die we als katholieken kunnen vermijden. Verder hebben protestanten, inclusief  dr. Huijgen, er moeite mee dat het lijkt alsof wij Maria tot bron van genade verheffen in plaats van God en Christus. Dat is natuurlijk helemaal niet onze bedoeling als we zeggen: “Wees gegroet Maria vol van genade”. Via het Latijn is deze uitdrukking tot ons gekomen, maar in het Grieks staat er “Wees gegroet, begenadigde”. We hoeven echter niet die door de eeuwen heen gepolijste titel “vol van genade” te wijzigen, als we maar voor ogen hebben dat de genade waarom we Maria smeken, de genade is waarmee God haar bekleed als zijn kind en de moeder van de Heer.
Van beide zijden kunnen we als christenen elkaar helpen te groeien in liefde voor Maria. Als de tekenen niet bedriegen lijkt de Mariadevotie ook steeds meer medechristenen te bereiken. De scheidslijn lijkt minder absoluut dan een halve eeuw geleden. Aan Maria zal het niet liggen. Integendeel. Als de ware moeder van God, en van de Kerk doet zij niets liever dan gelovigen verenigen in liefde voor de Heer, voor elkaar en voor de mensheid en alle volken. Sluiten we af met: Weest gegroet Maria, vol van genade, de Heer is met u. Gij zijt de gezegende onder de vrouwen en gezegend is Jezus de vrucht van uw schoot. Heilige Maria moeder van God, bid voor ons zondaars nu en in het uur van onze dood. Amen

Martin Los pr
1) icoon van de Dormition, het ontslapen van Maria

Als familie van gelovigen verenigd rond het mysterie van het sterven van de moeder

Preek op het Hoogfeest van Onze lieve Vrouw ten hemelopneming op donderdag 15 augustus 2019 in de Mariakerk te De Meern

“Zoals allen sterven in Adam, zo zullen allen in Christus herleven, maar ieder in zijn eigen rangorde’1)
Lieve zusters en broeders, op de eeuwenoude ikonen waarop de ten Hemelopneming van Maria wordt afgebeeld, zien we haar liggend op een rustbed, de ogen gesloten. Om haar heen de leerlingen met de ogen indringend op haar gericht. Precies zoals we vaak zien wanneer familieleden om een stervende heen staan. Zij kunnen geen oog van de stervende afhouden. Aan de ene kant zie je verdriet op hun gezicht, aan de andere kant ook besef dat de dood van een mens een mysterie is dat we niet begrijpen. Men houdt de adem in. De stilte wordt alleen doorbroken door hier en daar en korte opmerking. De ademhaling van de stervende wordt trager, onregelmatiger, tot een laatste zachte zucht aangeeft dat het einde gekomen is. Zo stonden volgens de ikonen ook de apostelen om Maria heen. Ieder met zijn eigen herinneringen aan haar. Al die woorden en beelden overwegende in hun hart.
Misschien dat een oplettend iemand zal zeggen: “Maar na Pinksteren trokken de apostelen toch de wereld in waar de meesten zelfs als martelaren gestorven zijn, hoe kunnen zij dan toch plotseling om Maria heen staan bij het sterven, of is zij al direct na Pinksteren gestorven?” Dat lijkt onwaarschijnlijk want dat zou het overlijden van Maria vast en zeker in de Handelingen der apostelen zijn opgenomen. Trouwens had Jezus vijftig dagen voor Pinksteren met Pasen aan het kruis niet gezegd tegen Maria en zijn beminde apostel Johannes: “Vrouw, zie uw zoon’ en “zoon, zie uw moeder”.  Met die woorden vertrouwde Jezus Maria en Johannes aan elkaar toe. Dat was zeker niet voor een paar weken bedoeld. We weten niet hoelang Maria nog geleefd, of waar en wanneer zij gestorven is. Hoe kunnen we dan de ikonen geloven die de apostelen allemaal verenigd zien rond om Maria op het moment van haar sterven? Geen probleem, zeggen vindingrijke moeders tegen hun slimme kinderen : de Geest plukte hen gewoon even overal vandaan en verenigde hen op dat moment rondom Maria. Dat is een beetje te vergelijken met kinderen die horen dat het sterven van hun moeder of vader aanstaande is, en hun werkzaamheden staken en onmiddellijk op weg gaan naar het sterfhuis. Maar ook hen die er fysiek niet bij kunnen zijn, zijn toch in de geest en in gedachten bij hun moeder.
Zo staan ook wij, bijna tweeduizend jaar later, in de geest met de apostelen rondom Maria als één familie. Verstild en in gebed, starend in het mysterie van de dood, dat ook de moeder van de Heer sterven moest. Een echt afscheid van haar aardse leven. Het werd Maria niet bespaard en ook degenen die haar zo beminden als moeder van de Heer niet. Maar we herinneren ons de woorden van Jezus: “Wie in Mij gelooft, zal leven ook al is hij gestorven. En ieder die leeft in geloof aan in Mij zal in eeuwigheid niet sterven”.
Daarom staat op de ikonen van de ten hemelopneming van Maria de verrezen Heer. Hij verschijnt van boven en hij neemt Maria in zijn armen en tilt haar op zoals zij hem als kind in de armen genomen heeft. We kunnen het sterven of ontslapen van Maria niet zien, zonder dat we haar als gelovige in verhouding tot Jezus Christus zien.
“zoals allen – inclusief Maria – in Adam moeten sterven, zo zullen ook allen in Christus verrijzen – inclusief Maria –  maar ieder in de eigen rangorde – inclusief als voornaamste Maria. We kunnen haar niet denken zonder de ereplaats die zij heeft bij Christus in de hemel. Het is het geloof van de kerk dat Maria als eerste van alle gelovigen door Christus is verheven aan zijn rechterhand.
Veel van onze niet-katholieke broeders en zusters vinden dat wij Maria teveel eer geven omdat zij ook een schepsel is zoals wij. Maar het is juist Christus zelf die haar de eer schenkt die haar toekomt door haar geloof en door haar moederschap van heel de kerk. Dat is met haar dood niet geëindigd.
Sterker nog: het feest dat wij vandaag vieren is geen Mariafeest in engere zin alsof alles om Maria draait. Het is een Christusfeest. Want Hij neemt haar op in de hemel die Hem gedragen heeft in haar schoot en als eerste in Hem geloofde. Als wij Maria beminnen en navolgen, eren we onze Heer Jezus. Als wij voor het oog van ons geloof zien dat Maria door Christus ten hemel is opgenomen, versterkt dat ons geloof in de verrezen Heer. Het versterkt ons geloof dat ook wij eens met Maria bij de Heer mogen zijn. Dat heel ons aardse bestaan mag delen in Gods heerlijkheid.
Als we aan Maria ten Hemel opgenomen denken, worden vervuld van hoop. Hoop dat ons aardse leven niet tevergeefs is, maar dat het mag delen in Gods heerlijkheid. Dat maakt dat we ons leven op aarde niet gering achten, maar op en top waardevol.
Want voor allen die geloven, ook voor ons, geldt: allen moeten sterven in Adam – ook wij – maar ook allen zullen in Christus herleven – ook wij. We mogen Maria feliciteren en gelukkig prijzen, 2) maar ook elkaar om haar. Laten we dan allemaal leven vanuit de overtuiging dat –  ook al zijn we sterfelijke mensen – de dood niet het laatste woord heeft over ons leven en deze wereld. Maar de liefde van God en de kracht van Christus, onze Heer. Amen

Voorgeschreven lezingen voor dit feest uit het universele lectionarium van de r.k. kerk:
1e lezing Openbaring van Johannes 11:19a 12:1-6a,10
2e lezing: I Corinthiërs 15:20-26 1)
Evangelie: Lukas 1:39-56 2)