Wat als?

Overweging op Goede Vrijdag 7 april 2023 te Houten

Dierbare zusters en broeders, we gedenken vandaag het lijden en sterven van Jezus Christus. We worden er stil van als we ons realiseren wat hij heeft moeten doorstaan. Het roept zoveel vragen op. Was dit nu echt nodig? Was dit nu echt onvermijdelijk? De Evangelist Mattheus vertelt dat Jezus in de hof van Getsemane tot God bad: “Vader als het mogelijk is, laat deze beker aan mij voorbijgaan. Maar toch, niet mijn wil maar uw wil geschiede”. Houdt Jezus hier niet rekening met de mogelijkheid dat hij zijn missie op een minder eerloze pijnlijk manier zou moeten voltooien?
De Duitse priester en theoloog Romano Guardini schreef tijdens de 2e wereldoorlog met zijn verschrikkingen een boek over het leven en de betekenis van Jezus, onder de titel “De Heer”. In dat boek werpt hij op een bepaald moment de vraag op: zou Jezus ook de Redder van de wereld hebben kunnen worden als hij niet aan het kruis gestorven zou zijn? Was het van te voren zo bepaald? Was het een onverbiddelijk besluit? Als Jezus er niet omheen kon, kun je dan nog van vrije wil spreken? Wat bijvoorbeeld als Judas eerder tot inkeer was gekomen en zijn meester toch niet verraden had? Wat als de soldaten geweigerd hadden een onschuldig man aan het kruis te slaan omdat ze zich niet voor zo’n laffe daad als stoere mannen leenden? Wat als Pilatus naar zijn vrouw geluisterd had en het proces gestaakt had. Als je al die mogelijkheden ziet waar mensen die over Jezus beslisten en met hem solden, de kans kregen om anders de beslissen dan ze hebben gedaan, dan kun je je eigenlijk alleen maar verwonderen. Over de kalmte en de vastbeslotenheid van Jezus om de opdracht van zijn Vader uit te voeren. Door liefde en waarheid het laatste woord te geven. En door zo de zonde der wereld een halt toe te roepen.
Je kunt je ook verwonderen over de keuze van de omstanders om het slechte te doen, het onmenselijke, en niet het goede en heilzame. Nog steeds maken mensen die keuze om anderen, onschuldige mensen, te kwetsen, te pesten, te onteren, te doden. We hebben een heel jaar de verschrikkelijke beelden gezien uit Ukraine. Maar laten we de andere oorlogsgebieden niet vergeten. Of de honger en armoede in grote gebieden waaraan de rest van de wereld voorbijgaat. Of de migranten die omkomen in zee.
Wanneer we in het geval van Jezus niet, als is het maar even overwegen dat het ook anders had kunnen gaan, ontslaan we onszelf ook van de mogelijkheid om te denken dat het in de wereld anders gegaan zou zijn en zou gaan. We ontslaan ons dan ook van de wil om zo te handelen dat het anders gaat.
Het was niet Jezus’ onvermijdelijke lot om te sterven aan het kruis. Het was de wil van zijn Vader die niet de dood van Zijn zoon wilde. Het was zijn wil en zijn vaste besluit dat hij door de offergave van zijn leven de macht van zonde en dood voorgoed zou breken. Dat Jezus als overwinnaar tevoorschijn zou komen, niet als slachtoffer, maar als Rechtvaardige, de Opgestane, de Levende. Het was niet Jezus’ lot waartegenover hij machteloos stond, maar het was zijn eigen vrije wil om zijn leven te geven. Daardoor komt hij op ons toe als de levende Heer die ons troost en zovelen moed en kracht geeft om staande te blijven, oog in oog met het kwade, met onrecht, met de dood. Daarom bidden we tot Hem vol liefde en respect en bewondering en dankbaarheid: “Wij aanbidden u, Christus en loven u, omdat Gij door uw heilig kruis de wereld hebt verlost” of “Zie het kruishout waaraan de Redder van de wereld heeft gehangen. Komt laten wij aanbidden” Amen.

Martin Los emeritus-pastoor
In deze Goede Vrijdagavond werd het Lijdensverhaal naar Johannes 18 gelezen voorafgaande aan de Kruisverering

Dankbaarheid verbindt

Zondag 28 c 2022 in de Mariakerk en Willibrordkerk op 9 october

Afgelopen week zag ik in een televisieprogramma een actrice van 89 jaar. Ze vertelde dat ze begonnen was in een boekje de namen op te schrijven van mensen die ze dankbaar was, en waarom ze hen dankbaar was. Dat ontroerde mij. Ik dacht meteen:  dat zouden we allemaal moeten doen, vooral als we ouder worden en meer tijd hebben om terug te blikken op ons leven. Dankbaarheid verbindt. Dankbaarheid verzoent. Het tegenovergestelde, ontevredenheid, verdeelt en zet tegen elkaar op. In deze tijd baart de trend naar ontevredenheid grote zorgen. Dankbaarheid moeten we koesteren en beoefenen.
De lezingen van deze zondag spreken over dankbaarheid. De Syrische generaal Naaman betoont zijn dankbaarheid naar de profeet Eliza die hem de op het eerste gezicht onzinnige raad had gegeven zich in de Jordaan onder te dompelen om van zijn melaatsheid genezen te worden.1) De officier had daar eerst zijn neus voor opgehaald. In zijn vaderland Syrie stromen twee machtige rivieren, de Eufraat en de Tigris. Beide rivieren monden uit in zee. Had hij zich daar niet in kunnen onderdompelen in plaats van in zo’n vieze sloot als de Jordaan die uitloopt in een Dode Zee? Hij voelt zich beledigd. Hij is ontevreden. Maar de knechten van de generaal hadden hem overreed: “Heer, u laat zich toch niet door iets ervan weerhouden om genezen te worden?” Knechten moeten heel vaak luisteren naar hun bazen. Zou hun baas ook niet eens zijn ego opzij schuiven? Naaman heeft alle reden zijn knechten dankbaar te zijn voor hun raad. Hij wil ook Eliza de profeet bedanken met een vorstelijke gift. Maar de profeet weigert. Naaman moet niet hém danken, maar God wiens dienaar Eliza is.  Daarom laat de generaal een vracht Palestijnse aarde op een koppel muildieren laden om daarop thuis in Syrie te kunnen neerknielen om God te danken. Dankbaarheid verbindt en opent het hart van een mens voor God.
In het Evangelie gaat het ook over dankbaarheid. 2) Tien melaatsen zijn in opdracht van Jezus naar de tempel gegaan om zich te tonen aan de priesters die alleen hen genezen kunnen verklaren. Slechts één komt als hij ziet dat hij genezen is, terug en valt voor de voeten van Jezus om hem te bedanken. Een Samaritaan nota bene. Verwonderd antwoordt Jezus: Zijn niet alle tien gereinigd? Waar zijn dan de negen anderen?  “Is er niemand teruggekeerd om God eer te brengen dan alleen deze vreemdeling?” Jezus maakt hiermee duidelijk dat hij dank aan hem beschouwt als dank aan God. Net als Eliza tegenover Naaman. Dankbaarheid is eigenlijk iets dat wij mensen niet kunnen bevatten. Het is te groot voor ons. We voelen ons ermee verlegen. Het behoort uiteindelijk aan God toe, de schepper van hemel en aarde. De gever van alle gaven. Dankbaarheid verbindt en opent het hart voor God. Zowel van de mens die dank geeft als degene die dank ontvangt. Daarom zegt Jezus niet: “Is er niemand teruggekeerd om mij te bedanken”. Maar hij zegt: “Is er niemand teruggekeerd om God eer te brengen dan alleen deze vreemdeling?”
Maar er is nog iets bijzonders. De mensen van wie je zou verwachten dat ze dankbaar zijn, zijn dat vaak niet. Maar mensen van wie je het niet zou verwachten, zijn soms heel dankbaar zoals die Samaritaan, een buitenstaander.
Jezus is op weg naar Jeruzalem. Elke zondag volgen we hem een stapje verder in het Evangelie van Lukas.  Nu bevindt hij zich op de grens van Samaria en Galilea. De laatste etappe van zijn  opgang naar Jeruzalem. Hij zendt de tien melaatsen naar de príesters in Jeruzalem. Hij zendt ze als het ware vooruit. Hij trekt hen tegemoet. Melaatsen waren buitengesloten, of ze nu Jood of Samaritaan waren. Dat verklaart waarom ook een Samaritaan was onder die tien mannen die riepen: “Jezus, Meester, ontferm u over ons”. Ze waren nobody. Ze hoorden eigenlijk nergens bij. Behalve bij elkaar als lotgenoten. Net als bij ons migranten in kampen. Die allemaal verschillende nationaliteiten hebben en personen zijn, en toch voor velen buitenstaanders zijn zonder naam en gezicht.
Jezus had voor de Samaritaanse man het laatste woord. Daarom kwam hij ook terug om eerst zijn dankbaarheid te tonen aan Jezus en God eer te brengen. De andere negen waren zo blij dat ze genezen waren en dat ze weer in de gemeenschap waren opgenomen, dat ze zich meteen onder de mensen mengden en hun families en vrienden gingen op zoeken. Dat kon ook want ze waren Joden. Maar de Samaritaan die genezen was, was na zijn genezing nog helemaal alleen. Voor de Joden was hij nog steeds als Samaritaan een outcast, een onaanraakbare, ook al was hij genezen. Maar bij Jezus was hij geen vreemdeling meer. Hij voelde zich welkom, thuis. Daarom was zijn dank aan Jezus zo groot. Voor de negen anderen was Jezus een gepasseerd station, maar de Samaritaan was hem eeuwig dankbaar.
Laten wij, zusters en broeders, als kerk ook een hartelijk welkom bieden aan alle mensen die hun handen hebben uitgestrekt naar God, allen die in Christus hun troost en redding ervaren. Laten wij hun dankbaarheid delen en laten we door hen zélf ook een gemeenschap vormen die overloopt van dankbaarheid. Dankbaarheid kent geen grenzen. Dankbaarheid verbindt ons mensen met elkaar. Dankbaarheid verbindt ons met God die wij eeuwig dankbaar mogen zijn. De eucharistie is het offer van dank dat we opdragen in Jezus’ naam voor de schepping en verlossing van de wereld. Want is dit niet het eeuwige leven:  dat we helemaal opgaan in de dank aan God, in de lofzang aan de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Nu en altijd en in de eeuwen der eeuwen? Amen.

Martin Los, pastoor-emeritus

Schriftlezingen in de eucharistie op de 28e gewone zondag door het jaar volgens het r.k. lectionarium
1) eerste lezing 2 Koningen 5:14-17
2) Evangelielezing: Lucas 17:11-19