Een zachtmoedige meester

Homilie op de 14e zondag door het jaar 9 juli 2023 Dominicuskerk Tiel

“Mijn juk is zacht en mijn last is licht” met deze woorden onderstreept Jezus zijn uitnodiging aan alle mensen die uitgeput zijn en onder lasten gebukt gaan om bij hem in de leer te gaan 1). Wie zijn die mensen die uitgeput zijn en onder lasten gebukt gaan? Dat kan iedereen zijn. Bijvoorbeeld allen die lijden onder de hoge eisen die aan hen gesteld worden door anderen. Of door zichzelf. Veel mannen en vrouwen hebben last van perfectionisme. Wat ze ook aanpakken en volbrengen, het is nooit goed genoeg in hun ogen. Maar ook velen zijn overbelast doordat ze hun werk niet aankunnen, niet omdat zij niet bekwaam zijn, maar omdat geen rekening met hen gehouden wordt door hun werkgever, door het systeem waarbinnen ze hun werk moeten doen. Het is opmerkelijk dat in een tijd van automatisering zoveel mensen een burn-out krijgen. Denk ook aan de moderne mantelzorger die vaak helemaal alleen staat in de zorg voor een dierbare.
In de tijd waarin Jezus leefde waren geen computers die het leven en werk bepaalden waardoor mensen het gevoel konden hebben de regie over zichzelf kwijt te zijn. En een hele buurt of dorp participeerde in de mantelzorg. Toch was de massa ongelukkig doordat ze zich aftobden om de monden van hun gezin te vullen. Dat was elke dag weer een uitdaging. Ze vroegen zich af wat de zin van hun leven was. Godsdienst zou hun troost kunnen bieden. Maar dat was nou juist het probleem. De godsdienst was min of meer opgeëist door de elite. Voor gewone mensen was daar eigenlijk geen plaats. De rijke bovenlaag hoefde geen arbeid te verrichten. Zij konden zich de hele dag bezig houden met rituelen en gebeden en theologische kwesties. Zij konden lezen en schrijven. Zij konden zich permitteren aalmoezen te geven aan de armen en zo met goede werken hun zonden te vergoeden. Daardoor voelden gewone mensen zich buitengesloten. Ze schaamden zich. Ze vroegen zich af of God hen wel zag staan. Daardoor waren ze chronisch ongerust. Godsdienst was voor velen dus een belasting omdat die hen herinnerde aan hun schamelheid in tegenstellig tot de hogere klasse. Tot die vele mannen en vrouwen richt Jezus zich als hij uitroept: “Komt allen tot mij die uitgeput zijt en onder lasten gebukt gaat en ik zal u rust en verlichting schenken. Neemt mijn juk op uw schouders en leert van mij”.
Bij de Farizeeën en Schriftgeleerden stonden leraren in aanzien bij wie de rijke jongelingen zich in ruil voor een beloning als leerlingen aanmelden om zich te verdiepen in de godsdienstige praktijk, haar ingewikkelde leer en ontelbare regels. Daardoor konden ze zelfs nog hogerop klimmen in de kennis van God. Voor gewone mensen was dit niet weggelegd. Zo’n leraar stelde aan zijn leerlingen allerlei eisen. Dat onderwijs noemde men een juk dat de leraar zijn leerlingen oplegde. Sommige leraren waren heel streng. Zij legden dus hun leerlingen en zwaar juk en een zware last op. Dat gaf die leerlingen ook het gevoel dat ze het niet redden. Ook zij waren ongelukkig met hun godsdienst die hen geen rust en vrede gaf.
Ook die teleurgestelde studenten nodigt Jezus uit om bij hem in de leer te gaan: “neem mijn juk op uw schouders en leert van mij want ik ben zachtmoedig en nederig van hart”. Jezus is een leraar die zijn leerlingen kent. Hij belast hen niet te zwaar en eist niet teveel van hen. Zijn juk is zacht. Een juk – sommigen van u weten dat nog uit hun jeugd – is een houten balk die rond de nek op de schouders wordt gelegd. Daaraan kunnen dan gewichten worden gehangen. Zoals twee emmers met melk of water. Het is  belangrijk dat die last in evenwicht is. Jezus legt ons een last op die in evenwicht is. Bijvoorbeeld de liefde tot God en de liefde tot de naaste houden elkaar in evenwicht. Of de relatie van bidden en werken. Of de vergeving van zonden en de vergeving van de naaste. Het is altijd én én.
Het juk is zacht. Dat wil zeggen dat het juk precies passend en dat er kussentjes ondergelegd zijn zijn waardoor nek en schouders geen pijn lijden. De opdracht die Jezus ons geeft zijn met liefde en zorg omgeven waardoor ze extra persoonlijk passend zijn. Hij vraagt niet het onmogelijke van ons:  dat we leven als moeder Therese, maar dat we leven als de persoon die we zelf zijn. Jezus is de zachtmoedige leraar zegt hijzelf. Wij zouden misschien zeggen: vriendelijke leraar. Die vriendelijke leraar  staat ons altijd terzijde, gevraagd en ongevraagd. Hij kent ons niet alleen van buiten naar ook van binnen. Hij weet wat we nodig hebben om te leven als kinderen van God. Niet als perfecte mensen, maar menselijke mensen. “Neemt mijn juk op uw schouders en leert van mij: ik ben zachtmoedig en nederig van hart”. De ware godsdienst die Jezus ons leert is vriendelijkheid en nederigheid. Vriendelijkheid naar de anderen, door hen net zo te behandelen als je zelf zou willen. Nederigheid naar jezelf, dat je genoegen neemt met jezelf zoals God je ziet en liefheeft.
Laten we daarom ook geen genoegen nemen met een maatschappij waar steeds meer mensen afknappen en burn-out raken doordat ze stuiten op onmenselijke structuren en systemen en op grensoverschrijdend gedrag van leidinggevenden. En laten we ook lief en vriendelijk zijn voor de aarde zoals paus Franciscus in zijn encycliek over de schepping Laudato Si heeft betoogd. Laten we haar niet zwaarder belasten dan ze aan kan. Dat zij niet uitgeput raakt zoals we zelf uitgeput kunnen raken. Laten we als kerk en geloofsgemeenschap een oefenplaats zijn van dit nieuwe leven dat Jezus ons schenkt als hij zegt: “Komt allen tot mij en ik zal u rust geven voor uw zielen”. “Wordt niet beheerst door zelfgenoegzaamheid” zegt de apostel Paulus in zijn brief aan de Romeinen, “maar door de Geest omdat de Geest van God in u  woont” 2). Amen

Martin Los, pr

1) Evangelielezing voor de 14e zondag door het jaar: Matteus 11:25-32
2) tweede lezing: Romeinen 8:9,11-13
#) Afbeelding: Man met een juk met emmers. Gilles van Scheyndel
1630-1706 Rijksmuseum

oefenplaats van de hoop

Preek op de eerste Adventszondag 28 november 2021 Mariakerk en Willibrordkerk

Lieve zusters en broeders, we gaan opnieuw de Adventstijd in met de Coronapandemie die als een grauwsluiter over de maatschappij ligt, ook over het kerkelijk leven. We voelen allemaal de gevolgen daarvan voor ons persoonlijk leven en voor de samenleving.
Intussen is daar nog een nieuwe ontwikkeling bijgekomen. Dat is de tweedeling tussen revaccineerden en voorstanders van vaccinatie  en ongevaccineerden en tegenstanders van vaccinatie. Dat leidt tot spanningen in de samenleving, in de families, en soms ook in de kerk. Voeg daarbij het ongeduld met de situatie en de lange duur dat tot conflicten en uitbarstingen leidt.
In deze context klinken de woorden van Jezus: “wanneer al deze dingen zich beginnen te voltrekken, heft uw hoofden omhoog. Uw verlossing is nabij” 3) Jezus noemt alle verschrikkingen die kunnen gebeuren in de wereld in één adem. Zoals wanneer je een gebergte nadert bijvoorbeeld in Zuid-Frankrijk de Pyreneeën, alle bergtoppen aan elkaar geplakt lijken te zitten als één grote wand. In werkelijkheid zitten er vele kilometers tussen. Maar inderdaad de ene angstige situatie roept de andere op. Alsof de hele wereld in eens op instorten staat.
Er gebeuren veel zaken in de wereld die schrik aanjagen en die mensen de moed kunnen ontnemen. Een manier om daarmee om te gaan, is verdoving te zoeken in verslavende middelen. Door als het ware uit de bedreigende wereld weg te vluchten. “Zorgt dat uw geest niet afgestompt raakt door een roes van dronkenschap” voegt Jezus aan zijn woorden toe. We hoeven dan niet alleen te denken aan overmatig alcohol gebruik, maar aan allerlei verdovende midden, zeker ook aan consumentisme.
We kunnen ook wegvluchten door ons volledig in beslag te laten nemen door de zorgen van het dagelijks leven. Niet meer na hoeven denken en alsmaar druk bezig zijn.
De remedie tegen de nare dingen en de rampen is niet de kop in het zand steken, maar het hoofd omhoog heffen. Wie zijn hoofd omhoog heft schept moed. Als je je hoofd omhoog heft, laat je ruimte aan de hoop.

Deze hoop is wat anders dan het optimistische gevoel dat er altijd betere tijden komen. Inderdaad kunnen tijden elkaar afwisselen, een tijd van oorlog, een tijd van vrede, een tijd van huilen, een tijd van lachten, zegt de wijze Prediker.
“Heft uw hoofden omhoog”  gaat over de hoop die niet gebaseerd is op het verloop van de geschiedenis, op de dingen die ons overkomen. Het is ook niet als de reclame van de vriendenloterij die je dagelijks de kans op honderdduizend euro belooft. Het is niet het realisme van “nooit geschoten, altijd mis”. Het is de hoop die gebaseerd is op de komst van Christus.
Naar zijn komst hadden de eeuwen daarvoor uitgezien: “Dan schenk Ik David een wettige afstammeling die het land rechtvaardig en eerlijk bestuurt” belooft God bij monde van de profeest Jeremia 1). Toen de Messias eenmaal gekomen was, begon er een nieuwe tijd. Nog steeds spreken we in onze christelijke jaartelling over voor- en na Christus. Hij was de nieuwe mens die de hele mensheid een nieuw begin zou schenken van vrede en gerechtigheid. Hij heeft de droom in de harten van ontelbaren gewekt van het koninkrijk van God. Een volstrekt nieuw avontuur. En bovendien, door zijn kruis en opstanding heeft hij de verwachting gewekt dat uiteindelijk zelfs het kwade en de dood overwonnen worden. Het is deze grote droom die we als christenen delen en die we willen delen met de hele wereld.
Dat is de hoop waarover het Evangelie spreekt. Wanneer we uit die hoop leven zullen we het hoofd niet laten zakken tijdens moeilijk perioden. Dan is een coronapandemie en alles wat er bij komt, geen teken dat ons alleen nog maar een gigantische puinhoop wacht. We zien uit naar de komst van Christus. Dat betekent dat we onder alle omstandigheden aanleiding zien om getuigen te zijn van de hoop die in ons leeft. Juist omdat we leven van de hoop zullen we altijd aanleiding zien om hem te volgen in onze manier van leven . Zoals de apostel Paulus schrijft: ”jullie kennen de voorschriften die wij u gegeven hebben op gezag van de Heer Jezus” en “moge de Heer u overvloedig doen toenemen in liefde voor elkaar en voor alle mensen” 2) .

Met andere woorden, juist als de wereld, de mensen om ons heen, in paniek raken of de moed alten zakken, mogen wij door ons gedrag een voorbeeld geven, van liefde, vrede en gerechtigheid. Door te luisteren naar de naaste in nood. Door door vriendelijkheid rust te brengen. Als verpleegkundigen in een veldhospitaal in oorlogstijd zoals paus Franciscus ons bij herhaling voorhoudt. In al die gebaren, hoe klein ze misschien ook lijken richten we onze hoofden omhoog. Dat is ook de rol in deze moeilijke coronatijd van de geloofsgemeenschap en van de kerk. Een oefenplaats van hoop in een tijd waar velen de moed verliezen of bijdragen aan een gespannen sfeer.
Laten we de Adventstijd gebruiken om niet af te zakken, maar verwachtingsvolle mensen te zijn. En een geloofsgemeenschap waar we even op adem kunnen komen van een wereld van spanning die op ons afkomt. We verwachten samen de komst van Christus. Dus zijn we altijd vol hoop en liefde. Amen

pastoor Martin Los
schriftlezingen voor deze 1e Adventszondag volgens het universele r.k. leesrooster:
1) eerste lezing: Jeremia 33:14-16
2) tweede lezing: 1e Brief aan de christenen van Thessalonica 3:12-4:2
3) Evangelie: Lukas 21:25-28, 34-36