Zonder engelen geen Kerstmis

Preek op de 4e zondag van de Advent 18 december 2022 RK kerk van Werkhoven

Ontwaakt uit de slaap deed Jozef zoals de engel van de Heer hem bevolen had en nam zijn vrouw tot zich”1)
Lieve zusters en broeders, in de Evangelieverhalen rond de geboorte van Jezus spelen engelen een belangrijke rol. Denk aan het verhaal dat een engel van de Heer in de tempel de geboorte aankondigde van Johannes de Doper, de voorloper van Jezus, aan zijn vader, de priester Zacharias. Denk aan de aankondiging in Nazareth door de engel Gabriel aan Maria dat zij de moeder van Jezus zou worden. Vandaag lazen we van de engel die aan Jozef verscheen die hem onthulde dat het kind dat Maria in haar schoot droeg, van de Heilige Geest was, en dat hij niet moest schromen haar tot zijn vrouw te nemen. En met Kerstmis verschijnt de engel aan de herders om hen en alle mensen de geboorte van Christus te verkondigen, het kind in een kribbe. Plotseling blijkt de hele hemel vol engelen die Eer aan God in de hoge zingen.
Al die verhalen waarin engelen de blijde boodschap verkondigen – aan Zacharias, aan Maria, aan Jozef, en aan de herders – al die verhalen zorgen in deze tijd voor een bijzondere sfeer. Het lijkt alsof we zelf even opgetild worden en weggevoerd naar een andere hoopvolle wereld. Als in een droom. Zoals Maria en Jozef en de herders. Een wereld waarin dingen mogelijk blijken die we anders voor onmogelijk hadden gehouden. Want Elizabeth, de vrouw van priester Zacharias, was lang voorbij de tijd dat zij nog vruchtbaar was. Ze was kinderloos. Nu werd zij de moeder van de voorloper van Jezus. En Maria heeft geen omgang met een man. Ze is maagd. En toch blijkt ze zwanger. Jozef heeft geen gemeenschap gehad met Maria. En toch is hij voorbestemd de vader van Jezus te worden. Daarom mag hij niet van haar scheiden. En de herders op de velden, ver van de stad waar paleis en tempel staan, krijgen de opdracht om in een stal naar een kind in doeken gewikkeld te gaan kijken. Zij moeten als eersten de nieuwe Koning begroeten en het vervolgens alle mensen verkondigen.
Wat is dat voor een wereld waarin engelen een rol spelen? Een wereld waar onverwachte dingen gebeuren, ja waar zelfs dingen gebeuren die voor onmogelijk gehouden dingen?  
Dat is niet een fantasiewereld, dat is déze wereld, onze wereld, waarin een kind wordt geboren, een kind dat Jezus genoemd moet worden omdat zoals de engel van de Heer zegt: “hij zijn volk zal redden uit hun zonden”. Hij zal de wereld bevrijden van haar vruchteloze staat. Dat is de wereld zonder perspectief. Onze wereld die onderworpen is aan uitzichtloosheid omdat ze steeds weer geconfronteerd wordt met oorlog en geweld, armoede en ongelijkheid, discriminatie, egoisme en liefdeloosheid. Het lijkt op een bacterie die in het lichaam soms overwonnen lijkt door een antibioticum en die plotseling steeds opnieuw de kop opsteekt en alles aantast en doordringt.
En toch, we geven de moed niet op. Het is immers onze wereld. En elke dag worden overal kinderen geboren op wie onze hoop gevestigd is van een nieuw begin. Kinderen die opgroeien om verantwoordelijkheid te nemen en hun talenten te ontwikkelen. In deze wereld is ook dit kind geboren met de naam Jezus: “Hij zal zijn volk redden  uit hun zonden”.
Want niet alleen wij mensen, met het hart op de goede plek, maar toch ook met onze fouten en gebreken, wij houden van deze wereld, onze wereld, want het is de enige wereld en het enige leven dat we hebben. Wij leggen het bijltje er niet bij neer. Maar voor wij ter wereld kwamen hield God al van deze wereld: “alzo lief heeft God de wereld gehad dat Hij zijn enige Zoon gezonden heeft”.
De geboorte van Jezus uit de maagd, Maria, is het teken dat God een nieuw begin maakt met de wereld en de mensheid. Wat wij, mensen, voor onmogelijk hielden is gebeurd. Een nieuwe schepping. De wereld is niet langer aan uitzichtloosheid onderworpen.
De engelen spelen een rol als boodschappers van een nieuw begin in een wereld waarin hoop steeds de bodem in geboord wordt. Want het is de boodschap van Godswege die doorbreekt in onze wereld.
En het is de Heilige Geest die ons te hulp komt en ons de ogen opent.
Diezelfde heilige Geest die Maria overschaduwde zoals de engel tegen Jozef zei: “aarzel niet Maria, uw vrouw, tot u te nemen want het kind in haar schoot is van de Heilige Geest”. 
Het is diezelfde Geest die ons door het geloof aanneemt tot kinderen van God. We zijn door dit Kind aan te nemen allemaal een nieuwe schepping. Wij mogen door diezelfde Heilige Geest getuigen van dit nieuwe begin. Dit nieuwe begin dat in ons begonnen, in u en mij.
Door ons geloof. Door ons leven. We mogen getuigen zijn van dit nieuwe begin, dat Gods rijk met Jezus’ komst is aangebroken. Daarom gaan we ook weer Kerstmis vieren. Opnieuw de boodschap van de engelen vertellen. Opnieuw de liederen zingen waarin de engelen weerklinken met hun Eer aan God in de Hoge.
Maar vooral moeten ook daadwerkelijk vreugde brengen aan mensen in armoede, mensen op de vlucht, mensen die eenzaam zijn. Laten we in onze eigen omgeving kijken en ook verderweg, kijken of we kunnen helpen en mensen blij maken zoals engelen overal en nog steeds doen. Daar is ook de heilige Geest aan het werk. Dat is de echte Kerstvreugde. Amen

Martin Los pr
1) Evangelie in de Eucharistie op deze 4e zondag van de Advent volgens het universele lectionarium van de r.k. kerk: Mattheus 1:18-24
afbeelding De boodschap van de engel aan Jozef https://osjusa.org/st-joseph/art/the-angel-of-the-lord-appeared-to-joseph-in-a-dream

Blijde ontmoeting op de drempel van een nieuwe wereld

Preek op de 4e zondag van de Advent 23 december 2018 Willibrordkerk en Mariakerk

“Zie, zodra de klank van uw groet mijn oor bereikte sprong het kind van vreugde op in mijn schoot’ 1)
Lieve zusters en broeders, het tafereel van het bezoek van Maria aan Elizabeth straalt een grote vreugde uit. Een vreugde die heel aanstekelijk is. Lukas heeft het verhaal opgetekend om ons te laten delen in die vreugde. De twee vrouwen hebben een blijde boodschap voor elkaar. Ze zijn beiden in verwachting. Normaal is dat al genoeg reden tot vreugde. Dat een mens, een moeder, leven mag geven aan een nieuwe mens. Een onuitsprekelijk wonder.
Deze beide vrouwen beseffen dat wat zij elkaar te vertellen hebben van grote betekenis is voor héél Gods volk en voor heel de wereld. Een boodschap van vreugde. Zelfs het nog ongeboren kind van Elisabeth springt erdoor van vreugde op in haar schoot. Het is diezelfde vreugde waarvan de engel spreekt in de kerstnacht tot de herders: “Zie ik verkondig u grote vreugde die zal zijn voor heel het volk. U is heden de Redder geboren, Christus, de Heer!’”.
 Heel de kerk is vervuld van die vreugde. Want zij mag altijd vol zijn van Christus en zij mag Hem altijd verkondigen aan de mensen. Als christenen hebben we altijd reden tot vreugde. Als we in Jezus geloven heeft Hij de centrale plaats in ons hart. Aan een wereld die Hem nog niet kent, mogen we hem verkondigen door te leven vanuit ons geloof in Hem. Ons leven wordt zelf een blijde boodschap aan anderen. We mogen die vreugde met elkaar als gelovigen delen. Dat maakt dat we kostbaar zijn in elkaarsogen. Dat we liefdevol met elkaar omgaan. Dat we elkaar het goede wensen.
Het stemt ons treurig dat in deze tijd steeds minder mensen die vreugde met ons delen. Juist in deze dagen voor Kerst kwam opnieuw een rapport uit dat nog slechts een kwart van de bevolking van ons land zich verbonden voelt met de kerk. We weten dat ook uit eigen ervaring. Dat stemt treurig omdat we zo graag de vreugde van de Blijde Boodschap, de boodschap van de verlossing, met velen delen. Des te meer gaan we nu beseffen hoe bijzonder het is dat wij zelf die vreugde nog wel bezitten in ons hart. En hoe kostbaar we als christenen in elkaars ogen zijn. Dat kan een nieuw saamhorigheidsgevoel en een nieuw vuur in de kerk waar zij nog leeft, aanwakkeren. Waar we echt de vreugde dat we God en Jezus mogen kennen zelf ervaren en koesteren en met elkaar delen kan de kerk zomaar als een vuurvogel uit de as herrijzen. Daar kan ze ook weer de harten die misschien onverschillig geworden zijn, raken.
Aan het verhaal van het bezoek van Maria aan Elisabeth gaat het verhaal van de boodschap van de engel Gabriel aan Maria vooraf. Hij vertelt Maria dat haar nicht Elisabeth, hoewel ze al in haar ouderdom was en ‘onvruchtbaar’ heette te zijn, in verwachting is van een zoon. Maria heeft van de engel gehoord dat zij de moeder van de Verlosser mag worden. Ze heeft ‘ja’ gezegd. Ze gaat daarna niet buiten haar schoenen lopen. We zien dat ze onmiddellijk aan haar oudere nicht denkt: “als Elisabeth op haar hoge leeftijd zwanger is, zal ze wel een hulp in de huishouding kunnen gebruiken”. Ze onderneemt meteen de reis naar de stad in het bergland van Judea waar haar nicht woont. Maria is blij voor Elisabeth. Ze denkt niet in de eerste plaats aan zichzelf. Het is een vreugde voor haar om haar nicht te helpen. Elisabeth is natuurlijk stomverbaasd dat ze haar nichtje plotseling voor zich ziet staan. Wie heeft haar verteld dat ze een kind verwacht? Het kan geen toeval zijn dat Maria – juist nu ze in haar laatste maanden is – bij haar komt om te helpen. Ze ziet daar een aanwijzing in dat God zelf voor haar zorgt.
“Zie, zodra de klank van uw groet mijn oor bereikte sprong het kind van vreugde op in mijn schoot’.
Op bepaalde momenten in ons leven vindt een betekenisvolle ontmoeting plaats met een ander mens. In die ontmoeting lijkt het alsof de dingen op zijn plaats vallen. Alsof die ander op ons pad geplaatst is door God om ons iets duidelijk te maken over onszelf, over de weg die we moeten gaan.
Zo’n ontmoeting vergeten we nooit meer. Ze bemoedigt ons steeds weer. Ze inspireert ons steeds weer.
Elisabeth verwonderde zich over het bezoek en de spontane dienstbaarheid van Maria. Daardoor mocht zij als eerste mens de uitroep doen dat Maria de moeder van de Heer zou worden.
Laten wij ook ons niet afsluiten voor de ander die ons pad kruist, maar laten we openstaan voor elkaar. Hartelijk voor elkaar zijn. Mogelijk zijn we als mensen allemaal een boodschap aan elkaar. Een boodschap van God. Als christenen hebben we zeker een boodschap voor elkaar en voor heel de wereld. Als we niet buiten onze schoenen lopen alsof we de waarheid in pacht hebben, maar als we de ander willen dienen, gaat de boodschap al voor ons uit en opent de deur naar de harten van onze medemensen, net zo goed als zij een boodschap van God aan ons kunnen zijn. Amen

Martin Los
1) Evangelie van de 4e Adventszondag jaar B: Lukas 1:39-45