Preek As-woensdag 1 maart 2017 Mariakerk en Willibrordkerk
Lieve zusters en broeders, de mens is het enige levende wezen dat weet heeft van zijn sterfelijkheid. Die mens dat zijn wijzelf. Dat weet hebben van eigen eindigheid wordt wel als een vloek ervaren, als een verdrijving uit het paradijs. Maar het is ook een zegen want het geeft ons ook een besef van verantwoordelijkheid en om na te denken wat je met je leven doet.
Het askruisje is een herinnering aan onze sterfelijkheid. Maar hebben wij die herinnering wel nodig? Want we wéten toch dat we allemaal sterfelijke mensen zijn? Ja, maar de angst daarvoor kan maken dat we dat wegdringen. De dood als taboe. Het is belangrijk dat we op geschikte momenten over leven en dood met elkaar spreken. In het gezin, de familie, op het werk, tussen vrienden.
Mijn eigen dochter Rosa startte anderhalf jaar geleden toen ze ongeneeselijk ziek bleek een Blog op Internet om lijden en dood bespreekbaar te maken. En na de televisie-uitzending in november, drie maanden na haar dood, sprak ik heel wat jonge mensen die zeiden dat ze blij waren dat ze haar gezien hadden en daardoor minder bang waren voor de dood, omdat Rosa zo dapper en zichzelf bleef.
Vorig jaar werd een reclame campagne op de televisie gestart met het appel om met elkaar ook af en toe over de dood te spreken. Om eenzaamheid weg te nemen bij mensen die ernstig ziek zijn. Omdat delen van gevoelens rust teweeg kan brengen. En ook omdat praten over de dood het leven niet minder kostbaar maakt, maar juist meer.
Als we blij zijn dat we leven en we genieten daar oprecht van, omdat we ons bewust zijn van het tijdelijke en fragiele, zijn we echtere en misschien gelukkigere mensen dan dat we uit angst de gedachte aan de dood wegdringen.
Van praten over de dood en na-denken over de dood ga je echt niet dood. Dus waarom uit de weg gaan na te denken, ook als je jong bent, wat het betekent dat je leven eindig is? Wordt het daarmee minder kostbaar? Nee, integendeel. Je leert het leven meer te waarderen als een kostelijk geschenk.
Met de viering van As-woensdag, met deze tastbare herinnering aan onze sterfelijkheid met de oplegging van het as-kruisje, wil de kerk ons niet somber stemmen maar ons het leven weer meer leren waarderen als een gave van God. Dit teken van de as in de vorm van een kruisje betekent ook een zegen. Het teken wil zeggen dat onze sterfelijkheid en onze menselijke tekorten niet het laatste woord hebben over ons leven, maar de liefde van God. Het geloof in Jezus christus neemt onze sterfelijkheid niet van ons af. Op het moment dat wij sterven, vangt God ons op om ons leven te voltooien in zijn liefde.
Wij, christenen, mogen daardoor altijd vol hoop zijn, ook voor onze medemensen. We verschillen niet van alle andere mensen dat we moeite hebben met onze sterfelijkheid. Dat we verdriet en pijn voelen als we onze dierbare en ons bestaan in deze wereld los moeten laten. Dat de zin van al ons doen en laten door het feit van de dood in twijfel wordt getrokken. Dat we ook voor de verleiding staan om alleen aan onszelf te denken en aan aardse goederen en genoegens vast te klampen in plaats van te delen met anderen.
Die gevoelens en gedachten kennen we ook allemaal. Maar door het kruis van onze Heer en het Evangelie worden we vervuld van hoop en geloof en liefde. Daardoor gaan we het leven weer verstaan als gave uit Gods hand. Het leven zelf wordt weer rechtstreeks verbinding met God. Leven vanuit zijn liefde. Hij omgeeft ons met zijn liefde, zodat de dood op het moment van onze dood als een schaduw voor de zon verdwijnt. In plaats van dat het leven ons wordt afgenomen, ervaren we het dan in al zijn volheid en met terugwerkende kracht zodat ook onze zonden vergeven zijn en onze tekorten aangevuld.
Dat is het Paasmysterie. Het askruisje verbindt onze menselijkheid, onze sterfelijkheid, en ons geloof in Christus met elkaar. Het maakt ons weer klaar om het mysterie van Pasen te begrijpen en naar Pasen toe te leven als gezegende mensen. Amen
Pastoor Martin Los