De toekomst heeft een gezicht

Preek op de eerste zondag van de Advent 3 december 2017 Willibrordkerk en Mariakerk

Lieve zusters en broeders, christenen zou je kunnen typeren als mensen die altijd vol verwachting zijn. We staan als het ware altijd op de uitkijk. Want we verwachten de wederkomst van Jezus Christus.
Aan de gelovigen in Korinthe schrijft Paulus: ‘jullie zien vol verwachting uit naar de openbaring van onze Heer Jezus Christus’. *)
Korinthe was een bijzonder welvarende stad. De inwoners waren trots en zelfingenomen vanwege de rijkdom en de handel. Ze hadden eigenlijk helemaal niets meer te verwachten. Ze hadden alleen te vrezen. Voor een economische crisis of een machtiger rijk dat hen onder de voet zou lopen of een aardbeving. Die zijn ook gebeurd. Van het eens zo welvarende Korinthe is alleen een treurige ruïne over. Voor de toerist nauwelijks terug te vinden.
Christenen werden vreemd aangekeken, omdat ze niet opgingen in de roes van de welvaart en ook niet angstig waren voor de toekomst. Ze keken om zo te zeggen verder dan dit leven.
Het bruggetje naar onze tijd is niet zo moeilijk. Ook wij zijn trots op onze welvaart en onze verworvenheden. We halen opgelucht adem dat de economie weer aantrekt. Maar tegelijker is er altijd die onderliggende vrees dat het geluk een keer op is. Door klimaatrampen die we zelf veroorzaken, massale immigratie waar we geen antwoord op hebben, een economische bubbel die uiteen kan spatten.
Natuurlijk raakt ons dat ook als christenen. We kennen ook die trots en vrees. Maar tegelijk is de welvaart die we genieten, of de crises die we doormaken, niet het einde voor ons.
We zijn aangestoken door een merkwaardig virus dat ‘verwachting’ heet. Niet zomaar een onbestemd gevoel. We verwachten Iemand. Door alles heen verwachten we de wederkomst van onze Heer. De toekomst heeft een gezicht.
Door zijn dood en verrijzenis heeft Hij ons leven gered van de ondergang. Een nieuwe schepping is aangebroken. Door zijn hemelvaart heeft Hij de ruimte gegeven om in zijn Geest te leven. In alle vrijheid als kinderen van God Hij heeft in ons het verlangen naar zijn koninkrijk gewekt. We zijn vol verwachting van zijn wederkomst.
Dat maakt dat we anders in de wereld staan. Voor ons is wat voor veel mensen het einde is – onbezorgde welvaart of juist ineenstorting van alles – niet het einde is. Het einde is de komst van Jezus Christus.
Het mag in de ogen van onze medemensen absurd lijken dat je iemand die verwacht die gestorven is, eeuwen geleden. Maar voor ons is Jezus, de verrezen Heer, de levende. Hij is niet ver. Hijzelf wekt de verwachting naar hem in ons. Hij vuurt ons aan.
En al de tijden die intussen verlopen zijn, en de mensen die gestorven zijn, vallen die buiten de boot? Komt de wederkomst voor hen te laat? Nee, ze zijn opgenomen in de toekomst van God. Ze maken deel uit van de wederkomst van Christus. We verwachten ook hen. En wat zij bijgedragen hebben aan het rijk van God.
De wederkomst van Christus is niet een soort terugkeer ergens op aarde, een soort landing.  Het is de onthulling van hoe Christus in alle eeuwen aanwezig is geweest, ook in onze tijd en in ons leven. Het breekt door als een vlinder uit zijn pop, een vogel ui zijn ei
Het is allemaal niet voor niets wat we doen, wat we soms lijden. Het is ook geen tijd doden. Want alles draagt bij aan de rijk dat komt.
Sommigen verwijten ons christenen dat wij niet geïnteresseerd zijn in dit leven, omdat we een andere wereld verwachten. Maar dat verwijt is niet terecht. We zijn juist heel erg geïnteresseerd in deze wereld, in dit leven, in de mogelijkheden, we genieten van het goede en we zijn begaan met de nood van de wereld, juist omdat we de komst van Christus verwachten. Die komst zal in het licht brengen waar we ons voor ingezet hebben.
De vraag is dan wel aan ons: hoe gebruiken we onze vrijheid en onze verantwoordelijkheid als mensen?
Dat bedoelt Jezus met de gelijkenis van de heer die in het buitenland vertoeft **). De afwezigheid van hun heer geeft zijn knechten de vrijheid om zelf keuzes te maken. Gebruiken ze die vrijheid goed? Kunnen ze hun keuzes verantwoorden als die heer terugkeert?
Zo mogen wij in ons doen en laten laten zien dat we uitkijken naar Jezus’s komst.
Dan is de tijd van wachten geen saaie tijdlijn van jaren, en dagen, en uren die voorbijgaan. Dan is de tijd die we beleven spannend. We hebben als het ware geen tijd te verliezen om het Evangelie in eigen tijd handen en voeten te geven, want de Heer is immers in aantocht. De wederkomst van Christus moet onze harten sneller doen kloppen, onze handen doen jeuken, ons bestaan vervullen met passie.
Passie is dat eigenlijk niet wat ons als christenen in het algemeen gesproken ontbreekt? Een algeheel gevoel van gebrek aan urgentie. Dat we geen tijd te verliezen hebben? Maar wat is er mooier dan vol verwachting te zijn. Wat is er spannender dan een nieuwe wereld te verwachten waarin Jezus koning is. Hoe meer we die passie en die spanning weer gaan voelen, hoe dichterbij dat koninkrijk lijkt. Hoe dichterbij het is! Amen

Martin Los
*) 1e Brief van Paulus aan de Korinthiers 1:3-9 (1e lezing tijdens de Mis)
**) Marcus 13:33-37 (Evangelie tijdens de Mis)